Neerlandia. Jaargang 8
(1904)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet ambtelijk Nederlandsch.Ieder die het goed met onze taal meent, zal met voldoening de pogingen hebben gezien om te trachten de winkeliers over te halen op hunne winkels opschriften in het Nederlandsch te plaatsen, maar veel bemerkt men van de uitkomsten nog niet; dat zal eerst komen als de groote menigte de dwaasheid van in vreemde taal gestelde opschriften - zonder deze tenminste in eigen taal daar boven te plaatsen - inziet. Maar kan er intusschen niet op nog andere manieren getracht worden misstanden op te ruimen, die niet van de groote menigte maar van enkele personen afhangen? Ik meen van ja. Zoo las ik o.a. met stomme verbazing het volgende: ‘Bij geregistreerd exploit van mij Deurwaarder, is ten verzoeke van Neeltje ten deze tot aan het uiteinde der executie van na te noemen grosse arrest domicilie kiezende te 's Gravenhage ten kantore van Advokaten, van wie Mr. tot aan het uiteinde dier executie als procureur voor de requirante occupeert, beteekend aan Pieter, de in executorialen vorm uitgegeven, behoorlijk geregistreerde, eerste grosse van een arrest, gewezen tusschen de requirante als appellante en Pieter voornoemd als geïntimeerde.... Is dit, O! Meester in de Rechten!! nu een Nederlandsch ambtelijk stuk in het begin der 20e eeuw?
Op een kast in mijn werkkamer stond een boek met ‘recueil militair’ er op; nooit was het noodig en ik dacht dat het een Fransch krijgskundig werk was, tot ik het eens inziende, zag dat het ‘de verordeningen voor de Landmacht’ bevatte. Waarom deze leiddraad voor den Nederlandschen krijgsman in Fransch gewaad gestoken? Is dit nog een overblijfsel van de Fransche overheersching? Hoe is het verder mogelijk dat men voor een ‘boertje’ wordt gehouden, indien men durft spreken van bv. voetvolk, paardenvolk en aanslaan, inplaats van de vreemde woorden infanterie, cavalerie en salueeren?
Op den omslag van een ambtelijk schrijven las ik: Zij deze gerenvoieerd aan het Departement - ter beschikking om consideratie en advies; in verband met het kabinetsappointement.
Dit zijn eenige grepen uit velen! Wordt het niet tijd dat de ambtelijke wereld eens breekt met zulke verouderde termen en Nederlandsche woorden gebruikt waar zulks mogelijk is? | |
Het gebruik van zuiver Nederlandsch een bewijs van beschaving!Een algemeen aangenomen kenmerk van beschaving is wel: het goed spreken van z'n talen, maar ons Nederlandsch - de eigen taal dus buiten gesloten - komt daarbij niet in aanmerking. Menschen, die zich schamen zullen wanneer zij een fout maken in een gesprek in het Fransch gevoerd, ontzien zich niet hun Nederlandsch te doorspekken met allerlei vreemde woorden, op de naamkaartjes te zetten dat zij ‘Monsieur et Madame’ zijn terwijl zij toch als ‘de Heer en Mevrouw’ worden voorgesteld, op briefomslagen te schrijven dat zij in ‘la Haye’ wonen en al zulke fraaiigheden meer! Is het nu geen tijd om dat te veranderen?...Het is niet gemakkelijk zuiver Nederlandsch te spreken, de woorden te vinden als men ze noodig heeft, het eischt veel oefening en mogelijk dat die inspanning velen terugschrikt; zij die veel vreemde woorden gebruiken, kennen den rijkdom van hun eigen taal niet, spreken dus hunne talen niet goed, zijn dus eigenlijk niet goed beschaafd! Zelfs hoorde ik, dat in Maastricht onder de betere standen bijna altijd Fransch wordt gesproken, wat vergoelijkt werd - let wel verbondsleden!! - omdat zij alleen maar behalve het Fransch, het leelijke Maastrichtsche dialect kennen en zij zich schamen om dat te spreken. Is dat nu eene Nederlandsche opvoeding en beschaving? Spreken de betere Friezen niets dan hun dialect, en de Hagenaars Haagsch of de Amsterdammers plat Amsterdamsch? Of hebben wij een algemeen erkende beschaafde omgangstaal? Juist in zoo'n Nederlandsche voorpost, te midden van vreemde landen, moest men er een eer in stellen de moedertaal goed te spreken en moest ook daar gelden: Het spreken van zuiver Nederlandsch is een teeken van beschaving.
's Hage. J.A. van der Star. |
|