Neerlandia. Jaargang 8
(1904)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerslag der Algemeene Vergadering van Groep België op 6 Maart 1904.De vergadering, bij afwezigheid van den Voorzitter, geleid door den Heer Minnaert, wordt te 11¼ uur geopend. Het verslag over de werkzaamheden door den secretaris | |
[pagina 46]
| |
wordt goedgekeurd; zoo ook dit van den penningmeester, waaruit blijkt, dat op 31 Dec. 1903 in kas bleef 1848.28 fr. Bij het aflezen der lijst van stemgerechtigde afgevaardigden verklaart de Heer Sebrechts, dat hij afgevaardigd is door den Tak Leuven, die moet beschouwd worden als opgericht alhoewel het Bestuur nog niet aangesteld is. Aangenomen. Er wordt overgegaan tot de verkiezing van leden in het Bestuur van Groep B. Zonder verzet worden met algemeene stemmen gekozen: M. Van Kerckhoven-Donnez, Antwerpen, Mr. W. Thelen, Brussel; Tack, Mechelen; Gevaert, Oudenaarde; Lefèvre, Oostende. Voor Gent wordt de geheime stemming gevraagd, worden door M. Fabri als candidaten voorgesteld de hh. Prayon v. Zuylen en Wasteels. door M. Maes de hh. Fredericq en Lybaert. Worden gekozen: de hh. Lybaert en Fredericq. Liederboek. Op voorstel van M. Van der Ven drukt de vergadering den wensch uit het liederboekje te zien verschijnen, de verwezenlijking afhangende van de uitvoering en de beschikbare gelden. Vertegenwoordiging in het Hoofdbestuur. Het voorstel van de hh. De Veen en Minnaert tot wijziging van Art. 8 wordt aangenomen. De nieuwe tekst luidt: Het Bestuur van Groep B benoemt uit zijn midden 6 vertegenwoordigers in het Hoofdbestuur, waaronder van rechtswege de voorzitter en de secretaris van Groep B voorkomen. Het aftreden der 4 andere leden valt samen met hun aftreden als Bestuursleden van Groep B. In een namiddagvergadering onder leiding van den Heer E. T'Sjoen, wordt behandeld het voorstel van den Heer Reinhard tot wijziging van Art. 4. van de Grondslagen. De Heer R. ontwikkelt breedvoerig zijn voorstel, dat hierop neerkomt: Groep B zou zich terugtrekken uit den Vlaamschen Taalstrijd en die werkzaamheden overlaten aan andere organismen. Het zou die organismen steunen. Het zou werkzaam moeten zijn tot het ontwikkelen van het stambewustzijn bij het Vlaamsche Volk, het bewustzijn, dat het behoort tot een grooter geheel. Hij geeft een aantal wenken omtrent hetgeen het Verbond zou kunnen doen. Zijn oordeel is, dat Groep B thans doet, wat ze niet behoort te doen omdat daar andere organismen voor zijn en nalaat wat ze zou moeten doen. De Heer Meert is het met den Heer Reinhard niet eens omtrent de roeping van het Verbond in Zuid-Nederland. Sedert het ontstaan van Neerlandia Juli 1896 te Gent, heeft dit orgaan van het Verbond onafgebroken de gedachte van onze stamsolidariteit verkondigd en dit niet zonder verblijdenden uitslag. Uitbreiding van onze betrekkingen met het Noorden is door Groep B betracht en bevorderd geworden. De Heer Meert zegt, dat de Heer Reinhard als strijder voor de belangen van zijn volk een koninklijke hulde verdient; doch gedurende de acht jaar van zijn bestaan, heeft het Verbond aan de Vlaamsche Beweging diensten bewezen, die niet te onderschatten zijn. Ons nu vragen, dat we ons uit den Taalstrijd zouden terugtrekken, is verlangen dat we zelfmoord zouden plegen, want niet meer strijden, niet meer doen, wat onze hand te doen vindt is de dood. Hij stelt daarom voor, dat art. 3 ongewijzigd zou blijven. Hij erkent, dat de Heer Reinhard gewezen heeft op verschillende dingen, die behartiging door het Verbond waard zijn. De Heer Fabri doet een terechtwijzing en wijst er op, dat het het Gentsche Propagandacomiteit van het Algemeen Nederlandsch Verbond is, dat de reeksen volksvergaderingen voor de Gelijkheidswet en de vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool heeft ingericht. Hij brengt hulde aan den Heer Obrie, die de meeste van deze meetings heeft voorgezeten. De Heer Bouchery verzet zich tegen het terugtrekken uit den Taalstrijd. Nadat M. Reinhard nog eens de weerspraak van den Heer Meert heeft behandeld wordt overgegaan tot de stemming. Met 17 stemmen tegen 6 en 3 onthoudingen wordt besloten, dat art. 3 ongewijzigd zal blijven. In een derde vergadering te 6 uur geopend, wordt overgegaan tot de behandeling van § 7 der dagorde. De Heer T'Sjoen meent dat na de redevoering van den Heer Reinhard de uitvoerige behandeling van dit punt kan wegvallen en de vergadering bij het Groepsbestuur zou moeten aandringen om de gewenschte verbetering te bekomen. No. 8. De heer Fabri stelt de vraag op welk recht de beslissing steunt door het Bestuur van Groep B bij meerderheid van stemmen genomen, dat de uit Zuid-Nederland ingezonden stukken in Neerlandia aan de goedkeuring van het Dagelijksch Bestuur zouden onderworpen worden. De Heer Meert deelt de omstandigheden mee, die aanleiding gaven tot dit voorstel aangenomen door het Bestuur met 8 stemmen tegen 2 en 2 onthoudingen. Als het de bedoeling van den Heer Fabri is om het Bestuur af te keuren, dan stelt hij daartegenover een motie van vertrouwen in het Bestuur voor. De Heer Fabri bestrijdt de uiteenzetting van den Heer Meert. Hij aanvaardt niet, dat de beslissing van het Bestuur van Groep B zou steunen op zijn brief in Neerlandia (Maart 1903.) Hij aanvaardt niet, dat in Neerlandia dingen zouden verschijnen, waaromtrent beslist werd, dat ze niet zouden verschijnen. Ingezonden stukken mogen door de redactie onderzocht worden, maar moeten niet aan anderen ter goedkeuring gezonden worden. Hij neemt de gelegenheid te baat om te verklaren, dat hij zijn ontslag als lid van die redactie neemt. De Heer Meert laat zijn motie vervallen. No. 9. De Heer T'Sjoen klaagt er over, dat er sedert Maart geen Vlaamsche kroniek meer verschijnt. Hij stelt voor dat de vergadering nogmaals aan het Bestuur zou opdragen maatregelen te nemen voor de Redactie van de rubriek Uit Vlaanderen. Aangenomen. No. 10. Toestand der Vlamingen in het Walenland. De Heer T'Sjoen stelt voor dat het Bestuur van nu af aan zou gemachtigd worden bibliotheken te openen in 't Walenland en voordrachthouders uit te zenden. Aangenomen. Na dit laatste punt wordt er voorgesteld en door stemming aangenomen, dat men nog de wijziging der grondslagen zal behandelen. Die worden artikelsgewijze voorgelezen en kleine wijzigingen voorgesteld, welke de afgevaardigden op de Alg. Verg. te Dordt zullen verdedigen. De vergadering wordt eindelijk te 7 ½ uur gesloten. | |
Bestuursvergadering van Groep B. 20 Maart.Het bestuur van Groep B, dat thans bestaat uit de Heeren: L. Bouchery, J. De Vriendt, L. Smeding, F. van der Ven, J. Van Kerckhoven - Donnez, voor Antwerpen; Th. Coopman, E. De Veen, E. T'Sjoen, W. Thelen voor Brussel; C. Peeters v. Diest; E. De Backer. P. Fredericq, K. Lybaert, H. Meert, G.D. Minnaert, K.V.d. Cruyssen voor Gent; P. Tack, voor Mechelen; V. Fris, G. Lefèvre v. Ostende; Gevaert v. Oudenaarde (de Heer R. De Windt, Aalt, is overleden), heeft gekozen: tot Voorzitter: J. Van Kerckhoven-Donnez; tot Ondervoorzitter: K. Lybaert; tot Secretaris: H. Meert; tot Penningm.: E. De Backer. Tot leden in het Hoofdbestuur zijn benoemd: J. Van Kerckhoven - Donnez, H. Meert, G.D. Minnaert, L. Smeding, W. Thelen, K.V.d. Cruyssen. Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit de Heeren: E. De Backer, Fredericq, Lybaert, Meert, Minnaert, V.d. Cruyssen, Van Kerckhoven - Donnez. Het Bestuur heeft als afgevaardigden naar de Alg. Vergadering te Dordt (26 Maart) benoemd de Heeren: Meert, Minnaert, V.d. Cruyssen. Tot het verkrijgen van boeken voor Ons Spreekuur van Prof. Viljoen te Stellenbosch zal een rondschrijven gericht worden aan de leden. De teksten van de liederen, op te nemen in het Liederboek zullen onderzocht worden door een commissie bestaande uit de H.H.E. Hullebroeck, P. Fredericq, K. Lybaert, F. Van Duyse. De lijst der uitgekozen liederen zal aan alle bestuursleden gezonden worden. De redactie van Neerlandia voor het aandeel van Groep B. zal staan onder toezicht en verantwoordelijkheid van het Dagelijksch Bestuur. Er zal opnieuw een Maandelijksch Overzicht verschijnen. Het Dagelijksch Bestuur zal voor de redactie ter zijde gestaan worden door H.H. Bouchery en De Veen voor Antwerpen en Brussel. |
|