Koloniën te koop!
In de veelgelezen ‘Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik’, uitgegeven door Prof. Dr. Romlauft te Weenen vindt men in het Septembernummer van 1903 onder de kleinere berichten het volgende:
Die Westindischen Kolonien Hollands feil. Die holländische Wochenschrift ‘De Amsterdammer’ die auf die öffentliche Meinung Hollands ziemlichen Einflusz hat, machte kürzlich den Vorschlag, die westindischen Kolonien Hollands zu verkaufen, Holland besitzt bekanntlich sechs der kleinen Antillen, deren gröszte Curaçao ist. Diese Inseln sind meist dürre Korallenfelzen. Curaçao und einige andere produzieren aber Gewürz, Reis, Mais, Tabak u.a. und würden, falls die Wasserverhältnisse zu verbessern wären, wohl eine Zukunft haben können.
Sie umfassen 1160 KM2. und haben etwa 50.000 Einwohner. Seit langen Jahren bringen sie dem Mutterlande, das sich freilich nie viel um sie gekümmert hat nur Kosten. Die Unzufriedenheit in der Hauptstadt Willemstad hat denn auch bereits den Wunsch nach einem Flaggenwechsel laut werden lassen, da Holland nicht in der Lage ist diese Zustände zu ändern.
Es hat alle Hände voll zu tun mit seinen anderen notleidenden Besitzungen. Hierzu kommt, dasz die Inseln völlig unbeschützt sind und besonders nach Fertigstellung des Panamakanales leicht zu Konflikten Anlasz geben könnten. Für Amerika musz der Besitz einiger Stützpunkte vor diesem Kanal von hohem Wert sein. Der ‘Amsterdammer’ sieht daher eine Verspeisung durch die Vereinigten Staaten früh oder spät doch kommen. Das Blatt meint also, es sei eine gesunde Politik, diese gefährlichen und unnützen Inseln rechtzeitig abzustoszen, und glaubt, Amerika werde wohl etwa 50 Millionen Gulden dafür zahlen wollen, um so mehr als die dänischen Pläne ja abgesprungen seien. Den Däne hatte es für ihren viermal kleineren Besitz 11¼ Millionen Gulden geboten.
Zelden zie ik ‘de Groene’ in en weet ook niet, of haar invloed op de openbare meening in Nederland werkelijk ‘tamelijk groot’ is, noch of bovenbedoeld artikel weerklank heeft gevonden in onze andere bladen. Hoe het zij, in den vreemde heeft dit Amsterdammer-nummer om zijn gewaagden inhoud wel de aandacht getrokken!
We zullen voor den goeden naam van ‘de Groene’ maar hopen, dat bedoeld artikel tot den komkommervoorraad heeft behoord en slechts in uitersten nood ter tafel is gebracht.
Amsterdam.
J.M. Proot.
Niet de Groene, (24 Mei l.l.) die enkel de eereplaats gaf, heeft den verkoop aangeprezen, maar P.C.C. Hansen Jr.; zijn gegadigde was Amerika. Averechts ook is de bedoeling van het artikel weergegeven, wat voor rekening komt noch van schrijver noch van blad.
Ook onze Oost gaat onder, doordat wij hebben verzuimd bijtijds de sleeptros van Duitschland te pakken. In de Rhein. Westf. Zeit. zegt dat een Amsterdamsche briefschrijver, die raadt fluks te verkoopen; roofstaat, uitgeperste citroen en zulke waar doen reeds lang opgeld. Hier is van Kol de veiler.
Een en ander zijn bijdragen voor wie het nog niet wist, dat het publiek buiten ons land wordt bewerkt; persvelddienst dus. Wat die vermag hebben van Johannesburg af tot den oorlog toe, de Boeren tot hun schade ondervonden. Tegen stelselmatige verdachtmaking is op den duur verweer onvoldoende. Wat wij kunnen doen is met klem opkomen ook in buitenlandsche bladen, tegen onjuiste voorstellingen, maar vooral zelf bij het bespreken die omzichtigheid en historische trouw betrachten, die de teerheid der bespreking gebiedt. Dat de heer Hansen dit heeft voorbijgezien, is niet de bewering van de
Red.
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd