Een bezoek aan Mariënburg.
Reeds langen tijd was het mijn plan met de, aan mijne zorgen toevertrouwde jongens eens een uitstapje naar Mariënburg te maken, tot het er eindelijk, door de medewerking van den Beheerder der Koloniale vaartuigen toe kwam. Op een Zaterdag der maand Mei begaven wij ons naar den afvaarsteiger, de plattebrug genaamd en werden daar met vletten naar de stoombarkas ‘de Sommelsdijk’ gebracht om de reis te beginnen. Wat heerlijke verwachting en hoeverre werd die door de uitkomst overtroffen, Het gezelschap bestond uit 20 jongens en 5 volwassenen.
Wat genoot men in het vroege morgenuur op het water van de frissche lucht en het schoone uitzicht. Niet alleen dat het gezicht op Paramaribo zeer fraai was, maar de langzamerhand aan onze blikken voorbijgaande plantages, die door de jongens alle bij name genoemd werden, maakten een lieflijken indruk. Daar de koers in de nabijheid van den oever werd genomen, konden de voorbijgangers op den Combéweg zonder moeite gezien worden. Voornamelijk stelden de leerlingen er prijs op, de woning van één hunner onderwijzers, van uit de rivier te kunnen aanwijzen. En, ja wel, diens vrouw en zoontje stonden dan ook op de achterwarande ons, bij het voorbijgaan, met doeken toe te wuiven. Daar wind en water gunstig waren werd alzoo de oversteek ondernomen en reeds na drie kwartier even over achten kwam de nieuwe steiger van Mariënburg op Belwaarde in 't gezicht. En geen wonder, want hier stond de Directeur van Mariënburg, de heer de Ruyter de Wildt, met één zijner beambten den heer de Koning, ons op te wachten! Hartelijk was de begroeting! Eerst werd een blik geslagen in het reusachtige pakhuis, waarin de suiker, zoowel voor uitvoer als voor plaatselijk gebruik wordt opgestapeld, tot er goede gelegenheid voor verzending is. Zonder dralen begaf men zich nu naar den gereed staanden trein. Welk een vreugde! Nog nimmer hadden de jongens zooiets medegemaakt. Voor en achter de locomotief had de heer de Wildt een wagen laten aanbrengen, waarin de reizigers ruim plaats vonden. De bedoeling was nu het terrein van Mariënburg, dat ontgonnen wordt in oogenschouw te nemen. Daarom is er eene spoorlijn aangelegd, die naar alle landerijen of kampen heengaat, met vertakkingen naar verschillende richtingen en tot midden op de velden, ten einde het gesneden riet gemakkelijk naar de fabriek te kunnen vervoeren en de bereide suiker naar den aflaadsteiger.
De weg ging eerst door een aan beide zijden met hoog bosch begroeide streek, dwars door oerwouden, die op de menschenhand en het vuur wachten om tot vruchtdragende velden gemaakt te worden. Hier en daar een koelie of wachterswoning als eene kleine oase in de woestenij. Op de eerste suikervelden stak het riet tot manshoogte op. Ze waren eerst voor 6 maanden beplant. Onderweg moesten wij nog eens uitstappen en een 20 minuten loopen, omdat arbeiders bezig waren den weg te herstellen waarvoor steeds een 30 tal mannen noodig zijn, daar de lijn zoowat twee uur lang is! Nu, dat was niet kwaad. We konden daar op ons gemak den omtrek eens opnemen. Eerst ging het door de velden van Geertruidenberg, eene plantage, die nu aan Mariënburg behoort. Vervolgens reden wij door de velden van Zoelen en bereikten na een half uur de eigenlijke plantages van Mariënburg. Hier werden wij genoodzaakt even uit te stappen, omdat de locomotief water moest innemen. Deze gelegenheid maakte de heer de Wildt zich ten nutte om ons een verfrissching aan te bieden, waarvan gretig gebruik gemaakt werd! Weder ingestapt werd de reis voortgezet. Aan beide zijden van den weg bevonden zich bananen of pisangplanten, wier bladen tot in de wagens kwamen! Verder komende stonden er accacia's waarachter zich nu eens groote rietvelden, dan weder braakliggend land, meestal onder water gezet, uitstrekten. Ook zagen wij achter langs Geertuidenberg rijdende, cacao- en koffieboomen in groote menigte. Te ongeveer 10 uur bereikten wij Mariënburg zelve. De reusachtige fabriek, het hospitaal, de woonhuizen en winkels, de elkander kruisende wegen, het levendig vertier van rondventers en marktvrouwen van den hoofdweg, dit alles geeft aan de plantage het voorkomen van een bloeiend dorp.
Na voorgoed afgestapt te zijn bezochten wij het eerst het hospitaal, dat inderdaad een bezoek overwaard is. Het stelt de ziekenhuizen der oudere plantages verre in de schaduw. De geneesheer was juist klaar met zijn bezoek aan en het verbinden van de kranken en kon ons derhalve gemakkelijk rondleiden. Zoowel in de mannen- als in de vrouwenafdeeling was alles keurig ingericht, zindelijk en frisch.
Bijna alle mannen hadden hier een of ander ongemak aan den voet! Het getal der lijdende vrouwen was niet bizonder groot. Eene afzonderlijke kamer voor ooglijders is er ingericht even als eene afdeeling voor kraamvrouwen en kinderen! Het gebouw wordt o.a. ook gebruikt als weesinrichting voor zeer jeudige koeliekinderen, wier ouders gestorven zijn. Gaarne worden deze kinderen aan particulieren afgestaan, wanneer deze zulk een kind wenschen op te voeden!
Van het Hospitaal ging de tocht door de Heerenstraat naar de fabriek. Deze straat wordt zoo genoemd omdat daarin de woonhuizen staan van de voornaamste opzichters, de onderdirecteuren, den ingenieur en den scheikundige. Aan het einde dezer straat is de eigenlijke plantagewinkel waar de goederen met slechts geringe winst worden verkocht. Nu kunnen de koelies en Javanen goede waar koopen en weten, dat ze niet bedrogen worden! Dit gebouw grenst aan het magazijn. Daarnaast staat de altijd aan eene suikerfabriek verbonden stijlerij d.i. de fabriek waar de rum bereid wordt evenals de spiritus. Uitvoerig legde de heer de Wildt het geheele proces uit. Doch het zou te veel plaats vereischen, dit alles hier mede te deelen. Door de stijlerij kwamen wij in de fabriek zelve. Wij zagen de plaats waar het aangevoerde riet wagons-gewijze gewogen werd. Onmiddellijk daarna wordt het op de slede gegooid, die het riet naar de dubbele persmachines brengt.
Onvermoeid gaat die arbeid voort, waarbij men verbaasd is hoe weinig handen er betrekkelijk noodig zijn om te zorgen dat alles geregeld zijn gang gaat. Alles is zoo ontzagwekkend, èn om den omvang èn door de menigvuldigheid der machineriën, pannen,