Ingezonden.
Geachte Redactie.
Ik acht het, als Zuidnederlander, mijn plicht protest aan te teekenen tegen sommige uitdrukkingen in den brief van den heer Prayon van Zuylen in 't Juni-nummer van Neerlandia, o.a. ‘met dat nieuw Belgisch bezwaar en gesmeek is het nog erger dan met dat van 1829.’ De heer Prayon dreigt bovendien het Verbond met ondergang, indien het partij durft kiezen voor de vereenvoudigde spelling. Dat er Vlamingen zijn, die de noodzakelijkheid der vereenvoudiging niet inzien, is diep te betreuren, vooral op het oogenblik, dat onze taal zoo een ongelijken strijd voert tegen het Engelsch in Zuid-Afrika. Dat er Vlamingen zijn, die niet inzien, dat die vereenvoudiging ons steunen zou in onzen strijd tegen het Fransch, is insgelijks te betreuren. Maar dat men naar aanleiding van eene kwestie, die met bedaardheid kan en moet besproken worden, uitdagend, beleedigend, ja dreigend opkomt tegen Noord-Nederland is een zeer droevig verschijnsel.
Hoogachtend,
Utrecht.
Maurits Josson.
Dit stukje en de Oproep der Vlaamsche Wacht konden in het vorig nummer niet worden opgenomen wegens plaatsgebrek.
Red.