Ongehuwde onderwijzers, voor wier kost en inwoning door de Ouders moet worden gezorgd, worden gesteund met een maximum subsidie van vijf pond sterling per maand, met dien verstande, dat het maandelijksch salaris van zulke onderwijzers de acht pond sterling niet te boven gaat.
II
Gehuwde onderwijzers, aan wie door de Ouders een vrije woning moet worden verschaft, worden gesteund met een maximum subsidie van tien pond sterling per maand, met dien verstande, dat het maandelijksch salaris van zulke onderwijzers de vijftien pond sterling niet te boven gaat.
Reglement voor Hollandsche Buitenscholen.
Art. 1.
De Commissie, uitgaande van het beginsel, dat 't de taak der ouders is te zorgen voor de opvoeding en 't onderwijs hunner kinderen, stelt zich ten doel die ouders, welke niet den kostenden prijs van 't onderwijs kunnen betalen, bij te staan in het vervullen van die taak.
Art. 2.
Het onderwijs moet gegeven worden in Protestantsch Christelijken geest.
Art. 3.
De verplichte leervakken zijn: Bijbelsche geschiedenis, Aanschouwingsonderwijs, Hollandsch lezen, Nederlandsche taal, Engelsche taal, Schrijven, Rekenen, Zang, Recitatie, Geschiedenis van Zuid-Afrika en Aardrijkskunde van Zuid-Afrika.
Art. 4.
De Commissie, van oordeel zijnde, dat het grondig aanleeren der Engelsche taal in de huidige omstandigheden noodzakelijk is voor de jeugd, stelt vast, dat daartoe mag worden uitgetrokken als maximum per dag:
Voor 't eerste leerjaar
½ uur (Aanschouwings en spreekoefeningen);
Voor 't 2de leerjaar
1 uur
Voor 't 3de leerjaar
1½ uur
Voor 't 4de leerjaar
2 uur
Voor 't 5e en 6e leerjaar
2½ uur
Art. 5.
Uitsluitend door middel van 't Hollandsch worden onderwezen: Bijbelsche Geschiedenis, Geschiedenis van Zuid-Afrika en zang.
Art. 6.
Elke school moet staan onder een Bestuur, dat gekozen wordt door de Ouders der schoolgaande kinderen en uit minstens drie leden bestaat.
Art. 7.
Het aantal schooluren per week bedraagt minstens 25.
Art. 8.
De schoolvacantiën mogen de 8 weken per jaar niet te boven gaan.
Art. 9.
Als hoofd eener school kunnen alleen zij erkend worden, die in het bezit zijn van een onderwijzers-certificaat.
Art. 10.
Het minimum aantal leerlingen voor een school, die gesteund wordt, is 15 boven de 6 jaar.