Eene stem uit de V.S. van N.-Amerika.
Stamgenooten,
Ruim vijf en twintig jaren heb ik reeds in Amerika gewoond, doch tot heden niets van mijne liefde voor Oranje en Nederland, deszelfs volk, taal en letterkunde verloren, en ik hoop die liefde tot aan mijnen dood te behouden. Het doet mij echter leed, zoo weinig tot de bevordering van Neêrlands welvaart te kunnen bijdragen. Alleen kan ik van tijd tot tijd door mijn eenvoudig schrijven U aansporen, Neêrlands grootheid, roem, taal enz., in stand te houden en te verheffen.
In Neerlandia van Juli bladz. 74 staat een opmerking, waarmede ik volkomen instem.
Wanneer een paar mannen doorloopend voor dat orgaan van het A.N.V. moeten schrijven, wordt zulks op den duur eentonig. Daar behoort meer verscheidenheid van noodige, nuttige en aangename leesstof in te zijn, om alle Nederlanders aan te sporen, meer meê te werken tot de handhaving en uitbreiding der Nederlandsche taal, zoowel binnen als buiten Nederland. Er zijn in Nederland geleerde mannen genoeg, die in het belang der Nederlandsche taal door hun schrijven daartoe zouden kunnen bijdragen. In landen buiten Nederland, waar eene vreemde taal de landstaal is, kan men niet veel ten voordeele van het Nederlandsch verwachten, ofschoon eene kennismaking met de Nederlandsche taal en letterkunde toch goede gevolgen kan hebben.
Het is wel treurig dat de Nederlanders in het algemeen zoo onverschillig zijn voor hunne eigene taal, en vooral diegenen die in den vreemde zijn. Dit is iets dat hun allen goed onder het oog moet worden gebracht.
Opmerkelijk is het, dat vreemdelingen geen Nederlanders zijnde hier in Amerika, ofschoon zij de Engelsche taal moeten aanleeren en spreken, toch nog altijd hunne eigene taal liefhebben en zooveel mogelijk spreken; treurig echter, dat zij die uit Nederland zich hier komen vestigen, trachten zoo spoedig mogelijk hun geboorteland, moedertaal en vroegere gewoonten te vergeten. Mijne vrouw en ik hebben, zoolang wij hier hebben gewoond, dat nooit gedaan, en zuilen dat ook nooit doen. Nederlandsche bladen en boeken hebben en lezen wij het liefst. Wanneer ik de geschiedenis van Nederland en zijn letterkunde lees, dan leef ik mede in deszelfs verleden en heden; dan reis ik door het klein doch roemrijk land van Noord tot Zuid, van Oost tot West. Hoe belangrijk andere landen mogen zijn, mijn geboorteland is mij het liefst. De wederliefde die ik van Nederland vraag is, dat het zijn taal en zijn vrijheid handhave. Laten alle Nederlanders er toe meewerken om het een eereplaats te doen innemen in de rij der volkeren.
J.H. Heman
Onderwijzer in de Fransche en Hoogduitsche taal.
Salt Lake City, Utah. V.S.
October 1902.