Uit Vlaanderen.
In heel wat Vlaamsche gemeenten is het 11e-Juli-feest met luister gevierd geworden, maar nergens zooals te Antwerpen, waar den avond van dien dag een vijftigtal maatschappijen, waaronder een twintigtal muziekkorpsen een optocht door de straten hielden, zich begevende naar het Groenpleín, waar door duizenden Benoit's Lied der Vlamingen gezongen werd.
* * *
Den 13 Juli werd te Kortrijk een zitting gehouden van den Vlaamschen Volksraad. Dien dag had ook aldaar de betooging plaats ter eere der helden van Kortrijk door de liberale maatschappijen.
Wij hebben het altijd zeer sterk betreurd, dat de Groeningerfeesten niet eendrachtig door alle Vlamingen zonder onderscheid van partij konden gevierd worden. Nu dat niet het geval is, doet het ons toch genoegen, dat de betooging van 13 Juli zoo goed is geslaagd. Een honderdtal maatschappijen namen er deel aan met een vierduizendtal betoogers. Deze betooging zal dit goede gehad hebben, dat ze een aantal liberale maatschappijen, die onder gewone omstandigheden maar weinig belangstelling aan den dag zouden gelegd hebben, gedwongen heeft kleur te bekennen. Wat een belachelijk figuur slaat nu M. Maeterlinck met zijn smaadartikel in den Figaro, bewerende, dat alleen eenige flamingantsche heethoofden, die haat tegen Frankrijk willen verbreiden, zich met de herinnering aan den Guldensporenslag ophouden. Dat dit artikel heel wat opschudding heeft teweeggebracht, hoeft niet gezegd. Doch instemming heeft het zelfs in de Franschgezinde pers van België niet gevonden. In den Figaro zelf werd het dwaze oordeel van Maeterlinck weerlegd door den heer Vercamer. Zelfs voelde de Provinciale Raad van Limburg de behoefte om zijn afkeuring te kennen te geven over de ongehoorde taal van den basterdvlaming en nam een motie aan om er tegen te protesteeren.
* * *
Op 13 Juli had te Gent het eerste congres plaats van den Bond der Belgische koorzangmaatschappijen en bij deze gelegenheid de uitvoering van Zangersgroet, het muzikaal gewrocht van Oscar Roels, dat we in het voorgaand nummer aankondigden, waarin hij, met motieven ontleend aan de groote cantaten van Benoit, Gevaert en andere meesters, de toegestroomde zangers uit andere steden begroet. Die gedachte was uiterst gelukkig en het werk, door duizenden uitvoerders op de Vrijdagmarkt gezongen, aan den voet van Van Artevelde's standbeeld, maakte een onvergetelijken indruk.
Er kan werkelijk geen doelmatiger middel uitgedacht worden om de groote muzikale scheppingen onzer meesters te populariseeren. Tot dit doel werkte den heer E. Hullebroeck ook mede door de uitvoering, met vele honderden zangers, van de Conscience en Van Rijswijk-cantate en van het Lied der Vlamingen, op Zondag 3 Augustus te Ledeberg bij Gent. Dit feest liep opperbest van stapel.
* * *
Prins en prinses Albrecht brachten op 20 Juli ll. een plechtig bezoek aan Gent. Evenals te Antwerpen gebeurde, was ook hier het officiëele gedeelte der ontvangst volledig Vlaamsch. Maar... goede wil alleen vanwege onze besturen is niet genoeg om den eerbied voor onze taal te verzekeren. Deze werd hier, helaas, maar al te zeer geradbraakt, en na de officiëele redevoeringen vlug tot zwijgen gebracht. Wij voelden thans eens te meer dat men ons slechts gedwongen ons taalrecht verleent, maar dat de liefde voor de taal, die kennis doet verkrijgen en noopt tot innigen dagelijkschen omgang nog gansch in zekere sferen ontbreekt. De Vlaamsche Hoogeschool alleen kan ze daar planten en doen groeien.
* * *
Ondertusschen wordt met genoegen vastgesteld, dat de Prins zich gewillig naar de eischen des tijds plooit en gaarne in 't Nederlandsch antwoordt op verwelkomingen in die taal. Zelfs wordt verhaald, dat hij te Hoboken officiëele menschen heeft willen doen voelen, dat het niet noodig was hem te gemoet te komen door Fransch tot hem te spreken en heeft hij daar, met een zekere halsstarrigheid telkens in 't Nederlandsch geantwoord aan wie hem in 't Fransch toesprak. De Prins legt er zich blijkbaar op toe om de gunst van het Vlaamsche volk te winnen door waardeering voor zijn taal te toonen.
Niet met zooveel lof kunnen wij spreken over zijn oom, onzen Koning, die te Brugge, op de tentoonstelling van Oude Vlaamsche kunst, zich in 't Engelsch met Engelsche dagbladschrijvers onderhield, die hem werden voorgesteld, maar een tolk noodig had om aan Vlaamsche kantwerksters zijn belangstelling in hun arbeid uit te drukken.
Een koning van een volk, die een tolk noodig heeft om tot dat volk te spreken! Neen, dat wint de harten niet.
* * *
Onder de nieuwste voortbrengselen der Vlaamsche muziek is te noemen een opera Liva van A. Bogaers, muziek van Jozef Vermeulen, welke in 't begin van het aanstaande tooneeljaar in den Nederlandschen Schouwburg van Gent zal opgevoerd worden.