Het verslag der Alg. Verg. van Groep B.
WelEdele Heer!
Op bladzijde 31 van het Maart-nummer van ‘Neerlandia’ komt het verslag voor over de jongste algemeene vergadering van groep B van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
In het gedeelte van dat verslag handelende over de zienswijze door mij uitgedrukt aangaande de wijze waarop het Verbond tot heden in België zijne roeping volgde, komt eene onnauwkeurigheid voor die ik wil herstellen, en eene leemte, welke ik wensch aan te vullen.
‘Om de werking van Groep B te beperken tot hetgeen de heer Reinhard wenscht,’ zoo luidt het verslag, ‘zou een nieuwe wijziging van de grondslagen noodzakelijk zijn; § 4 van art. 2 schrijft inderdaad wel degelijk ingrijpen in den Vlaamschen taalstrijd voor.’
Al wat ik gezegd heb, strekt tot eene verandering of verplaatsing van werkkring, geenszins tot eene beperking.
Ten andere stelde ik uitdrukkelijk voor, het bedoeld lid van art. 3 der grondslagen te wijzigen en voortaan te doen luiden als volgt:
‘In het bijzonder zal de Zuidnederlandsche groep hare zorgen wijden aan:
4e het ondersteunen van de beweging ter oplossing der taalgrieven waarover het Vlaamsche volk te klagen heeft.
Ik verzoek UEd. bovenstaande regelen in het eerstvolgend nummer van Neerlandia op te nemen en bied UEd., met mijnen voorafgaanden dank, de betuiging mijner hoogachting aan.
Molenbeek, 11 April 1902.
Fr. Reinhard.