Neerlandia. Jaargang 6
(1902)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAllerleiHet Hollandsch Onderwijs in de Portugeesche kolonie Angola.Aan een schrijven van den heer P. v.d. Smit, onderwijzer te HumpataGa naar voetnoot1), aan den heer H.J. Emous, dd. 24 Dec. 1901, ontleenen we het volgende: Het is voor allen, die Afrika doorreizen eene verrassing, wanneer zij opmerken, hoezeer de Hollandsche taal zich over een groot deel van Afrika verbreid heeft. Niet slechts in Zuid-Afrika, waar het de eerste, de meest gesproken taal is, en zich tegenover het | |
[pagina 33]
| |
Engelsch weet te handhaven, maar zelfs in Damaraland en Angola is het Hollandsch eene der meest gebruikte talen. Tot diep in de binnenlanden treft men zelfs inboorlingen aan, die Hollandsch verstaan. Geen gansch bevreemdend verschijnsel zal men dit achten wanneer men bedenkt, dat de Boeren, die overal waar ze heentrekken steeds hun taal en hunnen godsdienst behouden, ja die met alle macht verdedigen, de verbreiders daarvan zijn. Ook al verkeeren zij als vreemdelingen onder eene andere natie, toch houden ze vast aan hunne taal en hun geloof en ze brengen er steeds de zwarten toe, die in hun dienst zijn om ook hunne Hollandsche taal te verstaan en te gebruiken. Evenwel zal dit verschijnsel stellig eenige verwondering wekken, als men bedenkt, dat toch de kinderen der Boeren, die in den vreemde verkeeren, meestal verstoken zijn van goede scholen en goed onderwijs. Vooral in deze kolonie, waar sedert een twintigtal jaren een aantal Boeren zich gevestigd hebben, staat het met het onderwijs slecht geschapen. De Boeren vinden bijna uitsluitend hun bestaan in transportrijden en jagen en in de wintermaanden, van Mei tot November, verkeeren de meesten met vrouw en kinderen in het veld; van anderen, die hun gezin thuis laten, moeten de vrouwen en kinderen sprinkhanen jagen en de boerderij verzorgen, zoodat in die maanden het aantal kinderen, dat ter school gaat, zóó klein wordt, dat het voor den onderwijzer geen bestaan meer oplevert. Thans bestaat op Humpata een schooltje; te Vaalkop zal er begin Januari weer een worden geopend voor enkele maanden en begin November richtte ik een school op te Palanka. Gaarne zou ik hier blijven, om in de behoefte van onderwijs eenigszins te voorzien, maar ik vrees, dat ook ik naderhand voor de genoemde bezwaren zal moeten wijken. Zeer te wenschen ware het, vooreerst dat er ondersteuning kwam, en dan dat er nog een paar onderwijzers hierheen wilden komen. Dat zou zeer strekken tot bevordering van de ontwikkeling en vooruitgang der Boeren en tot uitbreiding en bevestiging der Hollandsche taal in Afrika. |
|