Neerlandia. Jaargang 5
(1901)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |
NederlandLiederavond te Dordrecht.Onder de middelen, waardoor het Verbond zijn doel tracht te bereiken, verdient de verbreiding van het Nederlandsch Lied al mee de grootste aandacht der afdeelingen. Het gesproken woord in vergaderingen, waartoe maar zelden een groot aantal leden opgaat, moge zijn nut hebben, als het weggestorven is, wordt het zoo gauw vergeten. Lectuur kan bekeerlingen maken, maar hoeveel vlugschriften en krantenartikelen worden half of niet gelezen ter zijde gelegd! Het Lied echter is het vermogendste middel om nationaal gevoel te wekken, het dringt 't diepst in de ziel door, blijft het langst bij, klinkt na jaren nog na, wordt aanleiding tot bestudeering en verbreiding, wordt eindelijk algemeen bezit, als het werkelijk voortgekomen is uit het leven en streven, het worstelen en werken, het lijden en strijden van het volk. Het moge in tijden van nationale verslapping en bijna versterving schijnbaar dood gaan, als het natuurleven, nù, - een nieuwe Lente brengt niet alleen een nieuw geluid, maar de mooie geluiden van vroeger, zangen van lang vervlogen tijden, ruischen weer aan, klinken jubelend òp in de algemeene herleving. En het wordt weer een gevoelige uiting van volkskarakter, een heerlijk concert van gedachteleven in klank en rythme.
De Afdeeling Dordrecht had tot heden weinig van zich laten hooren. Tot het plan kwam voor den Liederavond, die schitterend geslaagd is. Het kan zijn nut hebben voor andere afdeelingen, die door het Lied 't doel van het Alg. Ned. Verbond willen bevorderen, mee te deelen, hoe de afdeeling Dordrecht den avond heeft voorbereid en ingericht. Op Zaterdag 19 Oct. werd een uitvoering gegeven voor gegoeden, toegangsprijs f1.00. De groote zaal van Kunstmin, bekend uit de Congresdagen, was zoo goed als vol. Jonge dames hadden op zich genomen kaarten te plaatsen. Zondag daarop had dezelfde uitvoering voor het volk plaats tegen 25 cent de persoon. De tekstboekjes met al de liederen, die den vorigen avond een kwartje deden, werden toen voor 10 cent verkocht. Het tekstboekje bevatte deze inleiding: Wie het karakter en het gemoedsleven van een volk wil leeren kennen, luistere naar zijn lied. Aan het slot werd de wensch uitgesproken, dat het doel mocht worden bereikt. Het ìs bereikt. De aandacht van zeer vele belangstellenden uit het volk in zijn breedsten omvang is gevestigd op den schat van Nederlandsche liederen, die zoo lang ongenoten hebben gerust in archieven of zich schuil hielden in hoekjes van ons land. Den tweeden avond moesten honderden menschen worden afgewezen; zùlk een toeloop had men niet verwacht. De overvolle zaal heeft genoten van de heerlijke ernstige en vroolijke liederen, genoten van den kunstzang van het echtpaar Tijssen - Bremerkamp en Orelio, de bekende verkondigers van de blijde boodschap van 't herleefd Nederlandsch Lied. Zij kwamen prachtig uit tegen den tonigen achtergrond, gevormd door het Dordrechtsch a capella-koor, dat afwisselend refreinzingend en zelfstandig optrad. De leider, Eduard Erdelmann voerde zijn koor krachtig aan, handhaafde ook zijn goeden naam als begeleidend klavierspeler. Het programma bevatte de volgende afdeelingen: Volksliederen, Geestelijke liederen, Verhalende liederen, Minneliederen, Geschiedzangen en Kluchtliederen. Naar de stemming van publiek te oordeelen bleek een 10-tal kerstliederen te veel bijeen om de aandacht te onderhouden, die het bereidwilligst aan de kluchtliederen geschonken werd, waarvan de aanwezigen al maar meer vroegen. Hier bleek ook weer hoe de zin voor het boertige ons volk in het bloed zit. Het Looze Visschertje en de Trommelaar met rooden mond, het Smidje, het Kwezelken en Boerentevredenheid werden het stormachtigst toegejuicht. Zet ze op goede orgels, zei een bezoeker en het volk zingt ze weer als gezelschapsliederen. Men make uit het bovenstaande niet op, dat de ernstige liederen hunne uitwerking misten. Opmerkelijk, dat de nieuwe zeker geen minderen indruk maakten dan de beproefde oude. Dr. Schepers Ljeafdegloed (muziek van L.A. Dokkum) en Henri Vink's OvertuigingGa naar voetnoot1), woorden en muziek uit een zelfde meegevoel voor het zwaarbeproefde Boerenvolk geboren, behoorden tot de mooiste nummers van het programma. Sympathie èn voor den directeur der Dordrechtsche muziekschool èn voor de Boeren deed vragen om een herhaling van dit mooie lied, waaruit zulk een vast geloof en onwrikbaar vertrouwen spreekt op de eindelijke zegepraal van het recht.
Wenschelijk zou het zijn als de Afdeeling Dordt op deze welgeslaagde avonden een leesavond liet volgen, waarin gesproken over het Lied. Ook dan konden ter afwisseling de mooiste liederen nog eens ten gehoore worden gebracht. De Afdeeling Dordt mag niet meer stil zitten. Zij heeft een plicht te vervullen, daar zij zetelt in de stad, waar het hart van het Verbond klopt. November 1901. C. van Son. |
|