De Gedenksteen voor Dr. Herman Coster.
De eenvoudige gedenksteen, die den naam van een der Hollandsche helden van Elandslaagte zal vereeuwigen, is de eerste dagen dezer maand in den gevel der Leidsche Hoogeschool ingemetseld en Maandag den 4den November op plechtige wijze onthuld.
In het Groot-Auditorium hield mr. G. Vissering voor een talrijke schare belangstellenden een treffende toespraak. Eerst bracht hij Coster's studententijd in herinnering, want alleen hij, die hem als student heeft leeren kennen, zal den lateren Zuid-Afrikaanschen burger naar volle waarde kunnen beoordeelen. Men kan hem schetsen in drie woorden: Doorzettendheid, oprechtheid, vrijmoedigheid. Zijn studentenleven is een mooi voorspel geweest voor een machtige symphonie, waarin wij dezelfde motieven telkens weer terugvinden, maar forscher en breeder uitgewerkt. Zijn roeping dreef hèm na zijne promotie naar Zuid-Afrika, dat heel zijn hart had. Hij had mooie aanbevelingsbrieven meegenomen, uit beleefdheid, maar hij heeft ze nimmer aan iemand getoond. Hij wilde niet de eerste schijnen, hij wilde de eerste zijn. In Transvaal had hij in den beginne onspoed en ontbering, maar eenmaal klerk op een procureurskantoor, was hij
Herman Coster als student.
binnen weinig jaren een bekend advocaat.
Tot het staatsprocureurschap geroepen, kwam hij al in 't begin te staan voor de uiterst moeilijke instructie in de strafzaak betreffende Jameson en medeplichtingen. Zijn instructie was een volkomen succes, het glanspunt van zijn staatsprocureurschap. Zijn groote gaven maakte hij intusschen dienstbaar aan nieuwe wettelijke regelingen en aanvullingen in reeds bestaande. De achterdocht die bij vele Afrikaanders bestond tegen de Hollanders heeft Coster nooit getroffen. ‘Ons hou nie van die Hollandertjes, nie!’ ‘En dr. Coster dan?’ ‘O ja, maar dat is ook dr. Coster!’ Zijn ontslagneming als staatsprocureur had, gelijk men weet, verschil van inzicht met betrekking tot de vreemdelingenwet tot aanleiding, maar de oorzaak lag dieper: Coster was in zijn hart veel te vrij van opvatting, veel te zelfstandig, om op den duur op de plaats van een ambtenaar, zij het ook een eerste, te kunnen blijven. Voor het land was hij echter niet verloren. In de netelige zaak van Wolf Joël zocht men Coster aan de verdediging van Von Veltheim op zich te nemen. Even meesterlijk als zijn vervolging van Jameson, was nu ook zijne verdediging van Von Veltheim.
Toen de oorlog uitbrak is zijn enthousiasme hem te machtig geworden. Zoo onverschrokken als hij in zijn geheele leven was geweest, zou hij ook in het gevecht zijn, van wijken wilde hij nooit weten; zijn onzelfzuchtige geestdrift is zijn ondergang geweest. Maar van ondergang mag niet gesproken, waar na een leven van toewijding aan de belangen en den roem van zijn volk als besluit het hoogste offer gebracht werd. Generaal Lucas Meyer moet van hem gezegd hebben: ‘There goes one of the “whitest” men who ever came to our country’.
Zóó hebben zijne vrienden zich dan vereenigd om zijn naam te eeren, door een openlijke daad: de stichting van het Herman-Coster-Fonds, tot aanmoediging bij de voorbereidende studie om later tot de handhaving van een Hollandschsprekend Zuid-Afrika mede te werken; òòk door een steen te plaatsen aan de universiteit waar hij gestudeerd heeft, waar, zoo hopen wij, ook eens zijn zoons hunne opleiding voor Zuid-Afrika zullen ontvangen, een gedenkteeken tot mooi voorbeeld aan dien man uit één stuk, die zooveel gedaan heeft om den naam van Hollander in Zuid-Afrika in eere te brengen, die zijn vaderland getrouw bleef tot in den dood.
Tot zoover de rede van Mr. Vissering. Een a capella koor gaf wijding aan de plechtigheid.
De gedenksteen draagt in gothieke karakters dit opschrift:
Voor Vrijheid en Recht.
Ter herinnering aan Herman Coster, geboren te Alkmaar den 30sten Juni 1865, ingeschreven als student te Leiden in 1885; Praeses Collegiï 1889-1890, gepromoveerd tot doctor in de rechtswetenschap op 6 Juni 1890, Advocaat te Pretoria sinds 1891: Staatsprocureur der Zuid-Afrikaansche Republiek 1895-1897. In den strijd voor de vrijheid gesneuveld bij Elandslaagte den 21 Octobei 1899. Hij werkte en stierf voor den Hollandschen naam en voor het heil van zijn nieuw vaderland.
Eere zij zijner nagedachtenis!