Brussel.
Feest van de damesafdeeling van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
De damesafdeeling rust niet op de lauweren zoo ruimschoots door haar Pol de Mont-feest van December 1900 verworven. Den 16 April gaf zij een echt Vlaamsch kunstfeest in de Erard-zaal.
De leden der afdeeling onderscheidden zich in het mooie koor De Wind en de Molen, (Lod. Maes.). Mej. E. Billiaert droeg op aangrijpende wijze eene vertelling voor van Pol de Mont (Van het Trommelaarken) en Mej. M. De Froy met veel gevoel Aan mijne Gitaar, met begeleiding van klavier door den heer A. Wilford.
Deze Vlaamsche toondichter zorgde voor een degelijk en afgewisseld instrumentaal en zanggedeelte. Zijn strijkkwartet voerde een heerlijk trio uit, door A. Wilford getoondicht en aan Peter Benoit opgedragen. Wat een gevoel, wat een Vlaamsche gloed! Het scherzo is een der heerlijkste stukken, die wij ooit te hooren kregen, maar ook het inleidend allegro, het andante en het allegro finale blinken uit door flinke grepen. Men hoort, dat de toondichter goed geïnspireerd was en iets heeft geschapen, dat onzen Vlaamschen muziekreus waard is.
De concert-ouverture van Lod. Maes voor harmonium, klavier en snaarkwartet is insgelijks hoogst merkwaardig. De toondichter zelf bespeelde het harmonium met zijne bekende maëstria. De heer Maes is een onzer beste orgelisten, daarbij een begaafd toondichter; reeds schreef hij verschillende Vlaamsche koren o.a. voor de prijsuitdeelingen te Brussel; hij is van plan er een te schrijven voor onze damesafdeeling. Wij vermelden nog eene zoete Droomerij (A Wybo) voor snaarkwartet en het overheerlijke Mijne Moederspraak (Peter Benoit), gezongen door Mej. Deghilage (die over eene mooie contralto-stem beschikt) met begeleiding van snaarkwartet en klavier.
De heer O. Koller speelde meesterlijk op de cello Kinderideaal (E. Keurvels) en Albumblad (A. De Boeck).
Het zangkwartet stel ik zoo hoog niet als het snaarkwartet. Misschien komt het hierdoor, dat het laatste eigenlijk het leeuwenaandeel kreeg. De forsche en bevalIige stem van Mej. Weiler verrukte echter de zaal; Mej. Deghilage stond haar goed ter zijde, alsook de heeren Schlemmer en Leemans, die echter nog wat te studeeren hebben, vóór ze hunne vrouwelijke kunstgenooten zullen evenaren. De Nederlandsche uitspraak scheen ons niet al te duidelijk. Maar hier dient aangemerkt, dat het zangkwartet pas een jaar is gevormd, en het stukken heeft ingestudeerd als: Het Windje (A. Wilford); Adventlied no. 4 van E. Tinel en Meiliedeken van A. De Boeck.
H. Meert.