Artikel 1.
Groep A. van het Algemeen Nederlandsch Verbond omvat Nederland en verder alles wat niet behoort tot een der andere Groepen.
Begunstigend Lid is wie minstens f25. -, Beschermend Lid wie minstens f5. -, Gewoon Lid wie minstens f2,50 jaarlijks bijdraagt. |
Artikelen 2, 3, 4, 5.
Blijven onveranderd. |
Artikel 6.
De voorzitter van het Groepsbestuur belegt jaarlijks in Mei te Dordrecht eene Algemeene Vergadering der groep. De vergadering wordt minstens veertien dagen te voren in het Orgaan van het Verbond aangekondigd. Zij is even als de Buitengewone Algemeene Vergaderingen (art. 7) toegankelijk voor alle leden van het Verbond.
Stemgerechtigd zijn de leden van het Groepsbestuur, de leden van den Raad van Bijstand, de Afgevaardigden der Afdeelingen volgens de stemtafel in art. 18 opgenomen, benevens de begunstigende leden tot de groep behoorende.
In deze Algemeene Vergadering wordt uitvoering gegeven aan art. 5 van dit Reglement en worden verder de voorstellen in behandeling gebracht, namens Groepsbestuur, Afdeelingen of Leden gedaan. De voorstellen zullen zooveel mogelijk in het April- en Mei-nummer van het Orgaan worden bekend gemaakt. |
Artikel 7.
Buitengewone vergaderingen worden gehouden wanneer het Groepsbestuur het noodig acht, of ten minste 3 Afdeelingen of 25 begunstigende leden dit aanvragen.
In dit geval worden de te behandelen onderwerpen en de oproeping ter vergadering ten minste 14 dagen te voren in het Orgaan van het Verbond geplaatst. |
Artikelen 8, 9, 10, en 11.
Luiden als de vroegere artikelen 7, 8, 9, en 10. |
Artikel 12.
De Leden van de groep vereenigen zich in afdeelingen, waarvan de grenzen door het Groepsbestuur worden bepaald, na de betrokken afdeeling te hebben gehoord. Een aantal van 20 Leden wordt vereischt voor de oprichting en instandhouding eener afdeeling. |
Artikel 13.
Iedere afdeeling benoemt haar bestuur en stelt haar huishoudelijk reglement vast, dat zij onderwerpt aan de goedkeuring van het Groepsbestuur en waarvan zij een afschrift aan dit bestuur zendt.
Het afdeelingsbestuur bestaat uit minstens vijf leden, waarvan een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De beide laatste betrekkingen kunnen in één persoon vereenigd zijn. |
Artikel 14.
De Afdeelingen bevorderen in haar kring de belangen van het Verbond zooals dat in art. 2 en 3 der Statuten is omschreven.
Zij zijn vrij in de keuze der middelen en in de regeling harer werkzaamheden, behoudens in achtneming der Statuten en de besluiten der Algemeene Vergadering.
Zij verstrekken aan het Groepsbestuur alle gevraagde inlichtingen.
Alle verzoeken van afdeelingen aan de regeering of andere deelen van het openbaar gezag buiten den kring der afdeeling worden onderworpen aan de goedkeuring van het groepsbestuur. Is dit van oordeel, dat dergelijk verzoek niet behoort te worden ingediend, dan geeft het de gronden zijner meening ten spoedigste aan de betrokken afdeeling op, die bevoegd is het punt in geschil aan de beslissing der Algemeene Vergadering te onderwerpen. |
Artikel 15.
Iedere afdeeling houdt een vergadering van leden met het oog op de punten van beschrijving voor elke Algemeene Vergadering en bovendien zoo vele vergaderingen als wenschelijk worden geoordeeld. Zij heeft te allen tijde het recht voorstellen aan het Groepsbestuur te doen. |
Artikel 16.
Ieder afdeelingsbestuur is verplicht aan te leggen en bij te houden een alfabetische naamlijst der leden, met vermelding van beroep en woonplaats en het bedrag hunner bijdrage en van deze lijst elk jaar in Februari een afschrift aan het Groepsbestuur te zenden. |
Artikel 17.
Het afdeelingsbestuur zorgt, dat het voor de Algemeene kas van het Verbond bestemde deel der bijdragen van de leden gelijk dit naar aanleiding van art. 10 der Statuten is vastgesteld elk jaar vóór 1 April worde overgemaakt aan den penningmeester der groep, tenzij met dezen een andere regeling worde getroffen.
Van de later in het jaar toetredenden geschiedt dit vóór 1 December. |
Artikel 18.
Minstens een maand vóór de jaarlijksche Algemeene Vergadering der groep (art. 6) zendt ieder afdeelingsbestuur aan het Groepsbestuur een verslag van den toestand en de werkzaamheden der afdeeling, met vermelding van de namen der leden van het bestuur. |
Artikel 19.
Elke afdeeling heeft het recht een of meer afgevaardigden, wier namen te voren aan het groepsbestuur worden opgegeven, naar de Algemeene Vergaderingen te zenden. Bij gebreke hiervan moeten de afgevaardigden ter vergadering voorzien zijn van een geloofsbrief. |
Artikel 20.
Het getal stemmen door de afdeelingen uit te brengen wordt bepaald als volgt: beneden 50 leden één stem; verder voor elk ingegaan 50 tal één stem meer.
Het laatst volgens artikel 16 opgegeven aantal leden strekt hierbij tot grondslag.
De leden van het groepsbestuur, die van den raad van bijstand, en de begunstigende leden brengen ieder één stem uit. |
Artikel 21.
In de afdeelingsvergaderingen heeft elk lid tot de afdeeling behoorende een stem. Niet tot de afdeeling behoorende hebben zij bevoegdheid aan de beraadslagingen deel te nemen, doch geen stemrecht. |
Artikel 22.
Alle brieven en stukken voor het groepsbestuur bestemd worden vrachtvrij gezonden aan den secretaris van dit bestuur. |
Artikel 23.
Het Groepsbestuur onderhoudt, behoudens uitzonderingen, die het zelf bepaalt, zijn ambtelijke betrekkingen met de afdeelingen door middel van het Orgaan van het Verbond. |
Artikel 24.
Geen verandering in dit reglement kan geschieden dan volgens besluit eener Algemeene Vergadering. Zij moet minstens 14 dagen te voren in het Orgaan zijn bekend gemaakt.
Aanneming of verwerping van zoodanig voorstel evenals van andere in een Algemeene Vergadering behandelde onderwerpen geschiedt bij meerderheid van stemmen; bij staking van stemmen beslist de voorzitter van het Groepsbestuur. |
Artikel 25.
Bij verschil van meening omtrent opvatting en uitvoering van dit reglement beslist het Groepsbestuur. |