Neerlandia. Jaargang 5
(1901)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIngezondenMeneer de Redakteur,
Nu Mevrouw Bse H. van Hogendorp-de Geer het gezag inroept van twee leden van de Koninklike Vlaamsche Akademie voor Taal- en Letterkunde, en wel van de heren J. Obrie, die als hoogleraar in Rechtsgeleerde Fakulteit in 't biezonder het notariëel recht doceert, en wel in de Franse taal, aan de Gentse Akademie als ook van Dr. M. de Vos, gepensionneerd militair arts,... nu Mevrouw zich op deze beide heren beroept, in zake de spellingkwestie, mag ik zeker aan de lezers van Neerlandia wel herinneren of berichten, dat de voorstellen van Kollewijn mede ontworpen zijn door Dr. van Helten, hoogleraar in de Nederlandse Taal, Dr. Symons, hoogleraar in de Germaanse talen, Dr. Speijer, hoogleraar in het Latijn en Sanskriet, allen leden van de Akademie van Wetenschappen, in Nederland, dat zij in beginsel zijn goedgevonden door prof. Dr. P.J. Cosijn, eveneens lid van deze Akademie van Wetenschappen. dat Dr. Moltzer, hoogleeraar in 't Nederlands en in leven ook lid van genoemde Akademie, met de gehele regeling instemde, al wenste hij geen lid van 't Bestuur van de ‘Vereniging’ te worden, omdat velen hem te ver gingen met het burgerrecht toe te kennen aan uitlanders! F. Buitenrust Hettema. Zwolle.
De heer B.H. staat op de plaatsing van dit stukje. Het debat over deze zaak is thans gesloten. Red. |
|