Neerlandia. Jaargang 4

Ingezonden

Mijnheer de Redacteur!

Mag ik u doen opmerken dat de drukfout in het woord anderszins door mij reeds in de proef werd verbeterd; en dat de vierde naamval van ‘de onbeschaafde lezer’, naar ik zie, niet in mijn handschrift staat, en dus voor rekening komt van den zetter.

Wat de discussie over mijn opstel aangaat, zoo zal het u wel niet verwonderen, dat ik die niet verder wensch voort te zetten. Ter verduidelijking van mijn standpunt tegenover de Kollewijnspelling verwijs ik echter gaarne naar het verslag uitgebracht öp last der Commissie voor nieuwere taal- en letterkunde in de Koninklijke Vlaamsche Academie, zoo wel door den Hoogleeraar J. Obrie, lid van het Hoofdbestuur van het Alg. Ned. Verbond, als door den Hoogleeraar Am. de Vos; waarmede ik ten volle instem.

Hoogachtend

H. van Hogendorp - de Geer.