Herleving van ons Nationalisme.
In Elseviers Geïllustreerd Maandschrift komt de redacteur mr. L.J. Plemp van Duiveland in een artikel ‘Na de Dreijfuszaak’ getiteld, tot de slotsom; dat er in het laatste kwartaal der eeuw in ons land meer frischheid in onze letterkunde, meer liefde voor de eigen taal en naast veel opleving op ander gebied ook meer nationale eigenwaarde is gekomen.
Vele buitenlandsche gebeurtenissen hebben er krachtig toe meegewerkt ons land in die richting te drijven, zegt de schrijver: de Inhuldigingsfeesten, de Vredesconferentie, de strijd van recht tegen onrecht in Frankrijk, waar de stem van onze natie, ondanks haar geringe getalsterkte onder de luidste heeft geklonken, en het treurspel van Finland. Nederland nam een levendig aandeel in het protest der beschaafde wereld. Bij het gezantschap van vijf, dat de waarschuwende stem van Europa's geleerden naar den Tsaar bracht, was een Nederlander. De Finsche natie getuigde herhaaldelijk, dat ze waarde hecht aan Nederlands' belangstelling.
‘Is het alleen,’ zoo vraagt de schrijver, ‘dat onze nationale ijdelheid daardoor gestreeld wordt? Neen, dat niet alleen; want deze getuigenissen van 's werelds waardeering komen in een tijd van nationaal òp-leven. Er wordt een Algemeen Nederlandsch Verbond gesticht. Dr. Kuyper komt uit Amerika terug met kostelijke berichten van de instandhouding van onze taal en onzen stam in het Verre Westen. Er wordt iets zichtbaar van een band, die alle Hollanders over de wereld, honderd-duizenden meer dan wier bestaan door ons geweten werd, te zamen houdt.’
Dan noemt de schrijver ten slotte Zuid-Afrika, dat òòk onze oogen wijd heeft geopend, en komt tot het besluit:
‘Ons nationalisme wordt wakker.’