Neerlandia. Jaargang 4
(1900)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAllerleiJustus van Effen over het gebruik van uitheemsche woorden.Zo ik aan den eenen kant mijn best heb gedaan om te toonen, dat het schadelijk is voor de Nederlandsche taal, uit dezelve de vreemde woorden te verbannen, en uit te sluiten, die hun burgerrecht verkreegen hebben of verdienen, zo heb ik ook aan den anderen kant getracht in al zijn bespottelijkheid ten toon te stellen het gebruik van zonder de minste noodzaaklijkheid onze spraak met geleende uitdrukkingen te doorspekken, voornamentlijk als dezelven bij luiden, ontbloot van alle taalkunde, op de ellendigste manier worden gerabraakt en bijkans gansch onkenbaar gemaakt. Dog vrij nog ongerijmder en bespottelijker komt mij voor de laffe gewoonte, die bij zommige menschen in zwang gaat van zeekere Fransche benamingen in de dagelijksche discoursenGa naar voetnoot*) te gebruiken, om aan hun spreekstijl een gewaanden hoofschen zwier bij te zetten, of om zig van hun minderen, en somtijds ook wel van hun meerderen door een dwazen hoogmoed te onderscheiden. Het Fransch zo kwalijk besteed in die gelegenheden, is dikwils. naar alle waarschijnlijkheid, al 't geen ze van die spraak geleerd hebben.... (Hollandsche Spectator). |
|