Neerlandia. Jaargang 4
(1900)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlaamsch rechtskundig congres te Antwerpen.Ga naar voetnoot*)Onder de feiten, die zich in den laatsten tijd op het gebied der Vlaamsche Beweging hebben voorgedaan, is er zeker geen, dat zoozeer de aandacht verdient als het Vlaamsch Rechtskundig Congres, dat op 24 Juni jl. te Antwerpen vergaderde. In de eerste plaats bewijst zijn volkomen welslagen, dat de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden, die verleden jaar opnieuw te Brussel werd opgericht, niet alleen volkomen leefbaar is, maar ook tot eene schitterende toekomst is geroepen. Niet minder dan 162 rechtsgeleerden - advocaten, hoogleeraars, notarissen - waren tot het Congres toegetreden en van vele anderen, die door omstandigheden verhinderd waren het Congres bij te wonen, waren betuigingen van instemming ontvangen. Twee oud-Ministers, Mr. V. Begerem, oud-Minister van Justitie en Mr. C. Cooreman, oud-Minister van Arbeid, hadden het eerevoorzitterschap aangenomen en voerden in de algemeene vergadering het woord. Ook de tegenwoordige Minisster van Justitie, Mr. J. Van den Heuvel woonde de morgenvergadering der eerste afdeeling bij. Zooals Mr. F. Heuvelmans het in zijne openingsrede zeer juist zeide, leverde dit Congres het onomstootbaar bewijs dat, wat sommige verguizers der Vlaamsche Beweging ook mogen beweren, in onze taal alle wetenschappelijke begrippen, zoowel op het gebied van het recht als op elk ander gebied, uitstekend kunnen worden weergegeven. Tevens werd door dat Congres door de beoefenaren der rechtswetenschap onder al hare vormen hulde gebracht aan de taal van het volk. Mr. Juliaan Van der Linden, volksvertegenwoordiger voor Brussel, werd tot voorzitter van het Congres uitgeroepen, en hield bij die gelegenheid eene toespraak, waarbij hij vooral wees op den bloeienden toestand van den Bond, die niet alleen leden telt te Gent, Antwerpen en Brussel, waar Nederlandsche pleitgezelschappen gevestigd zijn, maar ook in al de andere steden van het Vlaamsche land. | |
[pagina 92]
| |
In drie verschillende afdeelingen werden vervolgens zeer belangrijke lezingen en besprekingen gehouden over Burgerlijk en Notariëel Recht, over Strafrecht en Rechtspleging en over Handels-, Nijverheids- en Bestuursrecht. Na afloop der afdeelingsvergaderingen werden de Congresleden door den Tuchtraad (in Noord-Nederland Raad van Toezicht en discipline) op de hartelijkste wijze verwelkomd bij monde van den staf houder (deken) der orde, Mr. G. Stoep, die het edele doel prees, dat de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden zich voorstelt, namelijk het beoefenen der rechtswetenschap door middel van de Nederlandsche taal en het waken op de toepassing der taalwetten. Na den middag werd een algemeene vergadering gehouden, waar door Mr. Alb. De Swarte gesproken werd over de dikwijls gebrekkige wijze, waarop in Zuid-Nederland sommige rechtsbegrippen worden weergegeven. Hij waarschuwde vooral tegen het overdreven purisme en de vertaalwoede, die alhier algemeen heerschen en waarvan men in de vertalingen van Ledeganck en De Hondt zoovele voorbeelden vindt. In Noord-Nederland was z.i. een rijke oogst van goede, degelijke rechtstermen te garen, hoewel ook daar wel wat af te keuren valt, dank zij het al te veelvuldige, noodelooze gebruik van basterdwoorden. Ook van de medewerking der Nederlandsche Juristenvereeniging die, naar hij hoopte, niet zou uitblijven, verwachtte spreker veel goeds voor de uitbreiding der Nederlandsche rechtswetenschap in België. Onder de sprekers, die nog het woord voerden, behaalde zeker Mr. V. Begerem den meesten bijval. Hij handelde over de gelijkheidswet, m.a.w. de wet, waarbij het gebruik onzer taal bij de wetgeving wordt geregeld en wees op het hooge beginsel van billijkheid en rechtvaardigheid, dat aan die wet ten grondslag ligt. Niets toch is billijker, zeide hij, dan dat de Vlaming die, naar luid der Grondwet, evenals de Waal, geacht wordt met 's lands wetten bekend te zijn, evenals deze in de mogelijkheid gesteld worde die wetten te leeren kennen. Nu, dat kon alleen verkregen worden door het uitvoeren eener wet, waarbij bepaald wordt, dat de wetten in het Nederlandsch evenals in het Fransch zullen voorgedragen, gestemd, bekrachtigd en afgekondigd worden. Het welgelukken van dit Congres zal ongetwijfeld van zeer grooten invloed zijn op den vooruitgang der Vlaamsche Beweging. Hadden de Natuur- en Geneeskundige Congressen, die door Prof. Mac. Leod het eerst werden op touw gezet, het voorrecht onze taal meer en meer bij de beoefenaren der geneeskunde en aanverwante wetenschappen te doen binnendringen, het behandelen van allerlei rechtsvragen met betrekking tot de wetgeving zal natuurlijk krachtig bijdragen tot de hervorming dier wetgeving in een meer nationalen geest, iets wat er tot nog toe maar al te zeer bij ontbrak. |
|