Neerlandia. Jaargang 4
(1900)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
MededeelingenReeds herhaaldelijk heb ik er op gewezen, hoe slecht de goede bedoelingen der flaminganten, die in het behoud der ‘moedertaal’ het hechtste bolwerk van België's onafhankelijkheid zien, worden gediend, hoe zonderling zelfs zij, die die bedoelingen in de hand trachten te werken, met de taal omspringen. Dezer dagen kwam mij een zoo kras voorbeeld voor oogen, dat ik mij niet weerhouden kan het mede te deelen. Of liever ik had het al wellicht honderdmaal voor oogen en in de hand gehad, zonder er acht op te slaan! De maatschappij, die alle electrische tramwegen en een groot deel der paardentramwegen in handen heeft, geeft ‘correspondances’, overstapkaartjes uit. Deze zijn, evenals in den laatsten tijd de wegopschriften der wagens tweetalig. Raad nu eens, hoe het woord correspondance vertaald is?..... Door overeenkomst’! Ik nam Kramer en Bonte's woordenboek ter hand om den oorsprong uit te vorschen. De oplossing van die zonderlinge vertaling bleek weldra. Kramer vertaalt correspondance door ‘onderlinge gelijkvormigheid, overeenkomst, overeenstemming.’ Verder noemt hij wel ‘onderlinge gemeenschap of verkeer’, maar tot zoover heeft de opsteller van het kaartje niet gelezen! Hij heeft (het is niet de eerste keer, dat ik zoo iets waarnam), uit gebrek aan taalkennis, het eerste het beste woord goed genoeg geacht! Lezen wij verder. ‘Die (Ce) koepon is persoonlijk en moet voorgesteld worden op ieder aanzoek van eenen bediende der Maatschappij en verwisseld door den ontvanger der koets (voiture) van de gemeenschapslijn door een tegenkaart (contremarque) ter waarde van 5 centiemen’. Op de rijtuigen zelf prijkt een kaart, waarop ‘reizigers’ wordt geschreven ‘rijzigers’: de vertaler heeft hier zeker gedacht aan het Duitsche dichterwoord ‘Reisigen’ voor soldaten. Verder verbiedt de maatschappij in de rijtuigen te stijgen of er af te treden vóór het volkomen stilstaan, of langs den kant der tusschenbaan! Waarlijk, een kunststukje koorddansers waardig! Het zou lachwekkend zijn, als het niet zoo diep treurig ware! De schooljongen, die je souffre vertaalde met ik zwavel. en de kantoorklerk, die ‘vente de cent balles de liège’ in verkoop van honderd Luiksche kogels overzette, zijn er geleerden bij! Hoe kan het echter anders, bij twee uur Vlaamsch in de week? Algem. Handelsblad (Brieven uit Brussel.) * * * Op de Algem. Vergadering van Groep A. stelde de afd. Haarlem voor, de inning der contributie te vereenvoudigen door er de afdeelingsbesturen zelf voor te laten zorgen, die alsdan de gezamenlijke bijdragen opzenden aan den algemeenen penningmeester. Den afdeelingen, die aan deze regeling de voorkeur geven, wordt verzocht daarvan kennis te geven aan het secretariaat. * * *
Secretaris van het Alg. Ned. Verbond voor Midden-Azië, is de heer Joh. Pater te Teheran (Perzië). * * * De herbenoemde leden van het bestuur der groep A en Mevr. N. van Zuylen - Tromp hebben kennis gegeven, dat zij hunne benoeming aannemen. * * * De heer Jac. Post uit Johannesberg verzoekt ons, in verband met de verkeerde gewoonte van overbodige vreemde woorden te gebruiken, de aandacht te willen vestigen op het misbruik dat in vele boeken, o.a. die van Anna de Savornin Lohman, gemaakt wordt van Engelsche meisjesvoornamen. Als cr geen Mary, Fanny, Kitty enz. in die boeken voorkomt, dan deugen ze niet, naar 't schijnt. Waartoe de Nederlandsche voornamen overboord gegooid? * * * Uit een brief van prof. Henri E. Dosker te Holland Michigan: ‘Gisteren woonde ik de begrafenis bij te Grand Rapids van den heer J. Steketee, Vice-Consul der Nederlanden en penningmeester van den westelijken tak van het A.N.V. in Amerika. Hij was een goed man en in hem verliezen we veel.’ En verder: ‘In Z.-A. gaat het treurig. Arme Boeren! Zal dan al hun pogen te vergeefs moeten geweest zijn? Heeft God dan vergeten genadig te zijn? Ik kan en wil het nog niet gelooven. Wij hebben thans de Z.-A. gezanten hier. Van onze administratie kunnen zij niets verwachten. De groote natiën hebben geen conscientiën meer, slechts beurzen. ‘Will it pay?’ - ‘Zal het betalen’, ziehier de levensvraag. Maar ons volk, als volk, voelt diep voor de Boeren en ik verwacht, dat het geding in het najaar aan de stembus zal worden beslecht. God helpe de Boeren! Zij moeten, zij mogen niet vertrapt worden onder den hiel van den hardvochtigen Brit. |
|