Brussel.
Algemeen Nederlandsch Verbond. - In zijne algemeene vergadering van 15 Juli, heeft onze tak verschillende belangrijke besluiten genomen betrekkelijk het feest der Gelijkheid van Halle, het Nederlandsch Congres en den optocht van 27 Augustus te Gent.
Eene motie van sympathie en hulde voor de Finnen en de Transvalers werd door den voorzitter ingeleid en door de vergadering opwarmen bijval onthaald.
Ten slotte werd het bestuur gelast met het inrichten eener openbare volksvergadering over het vraagstuk ‘Transvaal en Engeland.’
Op Maandag 31 Juli vond die meeting plaats. Het bestuur had de best gekende sprekers aller partijen uitgenoodigd. De heeren Du Catillon, Picard, senator, De Vriendt, Lorand en Vandervelde, volksvertegenwoordigers, verhinderd op de meeting te verschijnen, stuurden brieven en telegrammen van instemming.
Als voorzitter trad op de heer Frans Reinhard, lid van het bestuur der Zuidnederlandsche afdeeling. Zijne gloeiende redevoering vond warme instemming; hij sprak eerst over aard en strekking van het A.N.V., daarna over den reuzenstrijd, dien de moedige Boeren sedert meer dan eene halve eeuw tegen list en geweld voeren. Hij schandvlekte de kuiperijen der Engelsche regeering en de ongehoorde aanmatigingen van sommige uitlanders. Treffend vooral was het slot zijner redevoering: ‘In Transvaal reikten in 1880 en 1881, en vóór den strijd te Krugersdork, de moeders zelf hunne zonen het geweer in de hand, zeggend: Gaat, strijdt voor de onafhankelijkheid! Een land, dat zulke vrouwen heeft, moet zegepralen!’
Uit naam der menschelijkheid en rechtvaardigheid, teekende de heer Hector Denis, volksvertegenwoordiger, verzet aan tegen de willekeurige handelwijze der Engelsche regeering. Hij stelde voor, dat de vergadering den wensch zou uiten, het geschil tusschen Engeland en Transvaal door een scheidsgerecht te zien beslechten. Hij vestigde nog de aandacht der aanwezigen op het Finsche vraagstuk, en vraagde dat men insgelijks sympathie voor de Finnen zou betuigen.
Een paar toehoorders brachten enkele beschouwingen in het midden, waarop volgende dagorde bij eenparigheid werd aangenomen:
‘De Volksvergadering van 31 Juli, te Brussel gehouden en waar personen van alle gezindheden aanwezig waren, betuigt aan het volk van de Transvaal hare warme toegenegenheid, en drukt de hoop uit, dat de aanslag tegen het bestaan der Zuid-Afrikaansche republiek zal verijdeld worden, overtuigd overigens, dat de dappere Boeren desnoods hunne zelfstandigheid heldhaftig zullen weten te verdedigen en hun onbetwistbaar recht doen zegevieren op geweld en baatzuchtige snoodheid.
De Vergadering hoopt het geschil in der minne te zien eindigen en het aan een internationaal scheidsgerecht te zien onderwerpen.’
Door eene tweede stemming betuigde de Vergadering hare sympathie voor de Finnen.
De meeting werd in de dagbladen der hoofdstad, alsook in die van Gent en Antwerpen, in de voornaamste Nederlandsche conranten en in de Kölnische Zeitung vermeld en besproken.
- Guldensporen. - Volgens loffelijke gewoonte hebben de strijdende Vlaamsche kringen en enkele tooneelvereenigingen der hoofdstad de handen ineengeslagen om de zegepraal der Vlamingen op den Franschen koning, in 1302, te Kortrijk, plechtig te herdenken.
De heer Frans Reinhard werd door het Greeningercomiteit verzocht de feestrede te houden. De gevierde spreker behandelde de plichten der Vlamingen aller standen in het huiselijk en openbaar leven. Hij wees er op, hoe de Gelijkheidswet, die de Vlamingen met uitbundig gejuich hadden begroet, door de Kamer zelve onvolledig wordt uitgevoerd, en drukte de hoop uit, dat de Vlaamschgezinde volksvertegenwoordigers de eerlijke uitvoering van die wet zouden afdwingen. In het voorbijgaan bracht hij eene welgevoelde hulde aan de Transvalers, en verzocht de aanwezige leden van het gezantschap der Zuid-Afrikaansche republiek hunne medeburgers mede te deelen, hoe warm het hart der Vlamingen voor Transvaal klopt, en hoe vurig zij het broedervolk de eindelijke overwinning toewenschen in deze benarde omstandigheden. - Hierop werd door de aanwezigen een luidruchtig huldebetoon aan de Transvalers gebracht.
Spreker drukte de hoop uit, dat Vlaanderen, welk zooveel eerbied heeft voor zijne groote mnanen, den strijd zou voortzetten voor zijne rechten. Het beste middel daartoe is de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling van het volk. De zegepraal van Kortrijk is zoowel te danken aan de dichters, waaronder Jacob van Maerlant, als aan de volkshelden Breidel en de Coninc. Daarom moeten de Vlamingen voor de volksontwikkeling zorgen door een degelijk Vlaamsch onderwijs in alle graden. Aldus worde onze leus verwezenlijkt: In Vlaanderen Vlaamsch!
Verwierf de redevoering van den heer Reinhard veel bijval, niet minder was dat het geval voor den heer H. Laroche, hoofdrol van den Nederlandschen Schouwburg van Antwerpen, die voor de eerste maal in Brussel optrad Achtereenvolgens droeg hij voor: Scilt ende Vrint (P. De Mont), De Kurassiers van Canrobert (De Mont), het balkoentooneel van het 3e bedrijf uit Cyrano de Bergerac, 'Ne waer Marie (E. Seipgens), en een tooneel uit De Maire van Antwerpen (F. Gittens). Beurtelings roerde hij de toehoorders en bracht hij aller lachspieren in beweging. De heer Laroche is een veelzijdig begaafd tooneelkunstenaar.
- Kunstgenootschap De Distel. - De heer Kesler leverde het slot van zijne studie over Lessing's Nathan de Wijze; de heer H. Van Zype las eene reeks opmerkelijke Brieven en de heer Mennekens verschillende zijner beste gedichten.
- Feest der pers, te Tervuren. - Wel 30.000 personen verdrongen zich den 9 Juli in het heerlijk park van Tervuren, 10 Km. oostwaarts van Brussel. Een prachtig feest was door de Brusselsche pers ten voordeele harer pensioenkas ingericht. Daar ging voor de eerste maal het Ros Beiaard uit (later door de stad Brussel aangekocht). Eene van de voornaamste aantrekkelijkheden van het feest was de aanwezigheid van een tiental Zeenwsche koppels uit Wolfertsdijk: met hunnen rondedans, hun gezang, maar vooral hunne heerlijk schilderachtige kleedij was het talrijke publiek bijzonder ingenomen. Overal, in de hoofdstad en te Tervuren, werden de Zeeuwsche bezoekers met veel gulheid onthaald.
Slaagde het feest goed, wij, Vlamingen, kunnen echter geenen vrede hebben met het stelselmatig verbannen onzer taal, waar het de bekendmakingen, de opschriften, enz. gold. Hopen wij, dat eene volgende maal, onze confraters der Vlaamsche drukpers het recht onzer taal tegenover hunne collega's der Fransche pers zullen weten te doen gelden.
- Onze Fransche pers. - Deze is, in 't algemeen, allesbehalve welwillend en rechtvaardig jegens de Vlamingen. Waar zij hen kan bestrijden, neemt zij elke gelegenheid te baat. Waar het frankiljonsch belang het zwijgen oplegt, doet ze dat meesterlijk. Laatst stelde het Vlaamsch gemeenteraadslid, de heer Kops, eene vraag aan den heer schepen Lepage, aangaande zijne inzichten betrekkelijk eene gedeeltelijke vervlaamsching van het onderwijs. Welnu van die vraag, noch van het antwoord van den heer Lepage, werd iets vermeld in de Fransche bladen, tenzij in La Reforme.
Laatst spotte de kunstcriticus Lucien Solvay in Le Soir met La Fédération artistique, omdat dit kunstblad den wensch had uitgedrukt in het Brusselsch muziekconservatorium eenen leergang in Vlaamschen zang te zien oprichten, met het oog op de opera's van Amsterdam en Antwerpen, de talrijker en talrijker wordende Vlaamsche concerten, enz. Wie in het Fransch leert zingen, kan dat ook in het Vlaamsch, zegt onze estheet. Men raadplege daarover de bestuurders der opera's van Amsterdam en Antwerpen!
De heer Solvay blijft het daarenboven met zich zelf en zijne franschgezinde confraters niet eens: waarom vielen zij gedurig Benoit's Vlaamsche Muziekschool aan, waar, volgens hen, geene zorg genoeg werd besteed aan den Franschen zang? Waarom willen ze te Gent eenen leergang in Franschen zang, hoewel er een in Nederlandschen zang bestaat?
Prijsuitdeelingen. - Een opsteller van Het Laatste Nieuws verhaalt ons, dat het aantal Vlaamsche prijsboeken voor de lagere scholen merkelijk is toegenomen. Des te beter. Maar zou men er in de eerste plaats niet moeten voor zorgen, dat de kinderen behoorlijk leeren lezen, 't is te zeggen verstaan wat ze lezen? Heeft nu de heer Lepage zijnen plicht vervuld voor de leerlingen der lagere school, die bedoelde opsteller bezocht heeft, waarom dan ook niet voor de leerlingen gezorgd der stedelijke middelbare onderwijsgestichten? Daar werd geen enkel Nederlandsch boek geschonken, zelfs niet aan zonen en dochters van bekende Vlamingen.
De Vlaamsche muziek kreeg in Brussel in de Volksschool haar aandeel, maar weeral niet in de scholen der burgerij. Met eigen ooren heb ik op de prijsuitdeeling der school van Mej. Gatti de Gamond het heerlijke