Ten slotte worden de inboorlingen (de zwarte) soms Afrikaner (of beter ‘Afrikaan’) genoemd.
Onder de laatste (waarvan dikwijls gezegd wordt ‘het zijn geen menschen, maar... schepsels’) zijn vele Hollandsch-sprekenden. Zij vinden het bepaald deftig hun moedertaal niet te spreken, evenals sommige jonge Afrikanen het ‘deftiger’ vinden Engelsch te spreken dan Hollandsch.
Wat nu de toekomst-taal voor Zuid-Afrika zal zijn? Hieromtrent kan men verschillende kombinaties maken:
Er zijn er, die zeggen, één Hollandsch-sprekende staat van Tafelbaai tot Zambesi.
Neen, zegt Rhodes en de zijnen, één Engelschsprekende ‘kolonie’ van Tafelbaai tot Zambesi.
Sommige wenschen 3 Engelsch-sprekende Republieken, anderen 3 ‘tweetalige’ staten, enz. enz.
De man van evolutie zegt: Laat de Z.A.R. een zuiver Holl. staat worden (ze is reeds op weg) en haar zuster-staat de O.V.S. zal volgen, dan kunnen die twee, verbonden, hun invloed doen gelden op de omliggende staten.
Zong men nog maar:
Een ider nasie heeft sijn taal:
Ons praat van Kaap tot in Transvaal
Wat almaal maklik kan verstaan.
Wat gaat die ander taal ons aan?
Het A.N.V. heeft een mooie taak, in Zuid-Afrika en België als taalbond, in Amerika en over den ganschen wereld als Bond voor Hollandsche sympathieën.
Springs, Z.A.R.
J.R.
***
Dat de benaming Nederlandsch toegepast op de letterkundige taal in Zuid-Afrika niet populair is, weet ik; dat hij 't niet is in Noord-Nederland, ook; ik kan er bij voegen: ook niet in Vlaamsch-België. Doch, waar er spraak is van het A.N.V. en de taal, welke dat Verbond wil handhaven, doet het bovenstaande niets ter zake. Het eenige standpunt, waarop wij kunnen staan is dit: wij willen handhaven en bevorderen een taal, die in haar letterkundige uiting één is. Uiteenloopende namen van die taal werken misverstand in de hand. Haar past één naam. De eenige die historisch, geographisch, wetenschappelijk juist is (ik heb dat vroeger toegelicht), is Nederlandsch Omstandigheden hebben er toe geleid dat Vlaamsch bij een Tak en Hollandsch bij twee andere Takken van den Nederl, stam populair zijn. De eerste Tak zal zijn taal nooit Hollandsch noemen; de twee andere nooit Vlaamsch. Laten nu in den dagelijkschen omgang Vlaamsch en Hollandsch gebruikelijk zijn, maar laat officiëel de naam van onze gemeenschappelijke taal Nederlandsch zijn. Die naam brengt ons bij elkaar. Of die naam populair zal worden is alleen een zaak van voorlichting en opvoeding. Aan de Zuid-Afrikaansche schooljeugd blijft de naam Nederlandsch niet onbekend. Wel spreekt de Schoolgids van Holtandsche Taal- en Letterkunde, maar de boeken, die door de schooljeugd en door onderwijzers gebezigd worden, zijn verreweg de meeste Nederlandsche boeken: Grooters: Nederlandsche Spraakkunst; Van der Tuuk: Nederl. Spraakkunst: Kat: Nederl. Spraakkunst; Kern: Handleid. Ned. Taal; Terwey: Ned. Spraakkunst; Te Winkel: Ned. Spraakkunst; Kuipers: Beknopte Geschied. Ned. Letterk.; Jonckbloet: Geschied. Ned. Letterk.; De Groot:
Ned. Letterk.; De Keyser: Ned. Letterk. in de 19e eeuw.
Alle wetenschappelijke beoefenaars van onze Taalen Letterkunde noemen hun werken Nederl. Zoo de Letterk. geschiedenissen van Jonckbloet, Hofdijk, Te Winkel, Ten Brink. Zoo de groote woordenboeken: Kramers, Van Dale, Kuypers; de etymologische woordenboek van Franck en Vercoullie; het groot Woordenboek der Nederlandsche Taal, dat Taalmonument, waarop onze stam terecht trotsch mag zijn.
Het ligt juist op den weg van ons Verbond den naam van onze gemeenschappelijke Taal meer bekend te maken, hem meer ingang te doen vinden. Op den weg van het onderwijs ligt het de beteekenis er van nauwkeurig te verklaren en daarbij te wijzen op de uitgebreidheid van ons Taalgebied: dat bevordert in de hoogste mate het bewustzijn van onze stameenheid.
H.M.