Protestvergaderingen.
Er zijn stemmen opgegaan in het Noorden tegen de laksheid van de voormannen in den strijd tot handhaving van Nederlandsche zelfstandigheid in Z-A., die zich in de tegenwoordige omstandigheden niet laten hooren. Heeft men hiervan een verwijt gemaakt aan het Bestuur van de Nedl. Zuidafr. Vereeniging, we moeten zeggen, dat de twee Takken Anwerpen en Brussel van het Algem. Nederl. Verbond al dadelijk bij de hand geweest zijn om protestvergaderingen te heleggen. Er wordt thans ook gehoord van het optreden van den Tak Dordt. Overkropt met arbeid als we te Gent zijn, zal er vóór het Congres van een vergadering niets komen. Toch zorgen we voor het verzenden ter teekening van het adres voor de Nedl. Z.-A. Vereeniging. Te Rotterdam belegde de plaatselijke Afdeeling van ons Verbond gezamenlijk met die van de Nederlandsch Zuidafrikaansche Vereeniging voor een vergadering van belangstellenden op 9 Augustus, onder voorzitterschap v.d.H.S. Van Reesema. Na de voorlezing van telegrammen van instemming van Ds. Pierson te Zetten en van de voorzitster van de Vrouwelijke Ontwapeningssvereening wordt het woord gevoerd door Dr. Lamping, oud Hoofdredacteur v.d.N.R. Gourant, die de volgende motie voorstelt:
‘Deze vergadering van Nederlanders hier te Rotterdam samengekomen om haar genegenheid te betuigen voor het stamverwante volk der Zuidafrikaansche Republiek in den moeilijken tijd dien het doorleeft, vertrouwen stellende in den rechtvaardigheidszin van het Britsche volk, overtuigd, dat het alleen uit onvolledige kennis van zaken door eenzijdige en onjuiste voorstellingen van de gebeurtenissen en den toestand misleid, het volk en de regeering der Z.A. Republiek zoo streng beoordeelt en zoo vijandig behandelt;
overwegende dat de Engelsche regeering het recht mist zich in de binnenlandsche aangelegenheden der Z.A. Republiek te mengen en dat daartoe inderdaad ook geen aanleiding bestaat;
spreekt de hoop uit dat het Britsche volk, hetwelk zelf voor de vrijheid alles heeft veil gehad, zich herinneren zal wat de Transvalers in het verleden reeds voor de zaak der vrijheid gedaan en geleden hebben, en bedenken zal dat het ook nu hun onafhankelijkheid is die zij verdedigen;
doet met aandrang een beroep op het Britsche volk, dat het beter ingelicht niet langer zal steunen een politiek die met verbreking van plechtige verbintenissen, de onafhankelijkheid der Z.A. Republiek aantast en zich niet zal laten vervoeren tot een onrechtvaardigen en heilloozen oorlog die ellende zou brengen over geheel Zuid-Afrika en een onuitwischbare smet werpen op de eer van Groot-Britannië’.
De Heer Kern licbt deze motie nader toe door de vraag te behandelen hoe het staat met de grieven tegen de Transvalers en wijst één voor één aan dat die ongegrond zijn.
De motie wordt met algemeen handgeklap aangenomen.
Eene tweede motie wordt voorgesteld en verdedigt door ds. De Visser, Lid v.d. Tweede Kamer:
‘De vergadering van Nederlanders hier te Rotterdam samengekomen in het besef van den zwaren tijd dien de Z.-A. Republiek doorleeft, legt hiermede getuigenis af van hare droefheid, dat het broedervolk der Transvalers zijn vrijheid, zoo roemvol verworven en zoo roemvol gekocht, weder in gevaar ziet gebracht; van hare hoop dat het wijs beraad van zijne voormannen het kostelijk goed van 's lands onafhankelijkheid veilig zal weten te bewaren; van haar vast vertrouwen dat de burgers der Z.-A. Republiek, zoo hun de nood wordt opgelegd, sterk in hun recht en hun grootsch verleden indachtig, de onafhankelijkheid der Zuid-Afrikaansche Republiek als bolwerk van het zelfstandig bestaan van het Afrikaansche volk, met alle macht zullen handhaven’.
Mr. J.A. Van Gilse, Lid der Tweede Kamer, Hoofdredacteur van de Arnhemsche Courant, betuigt hartelijke instemming van Gelderland's hoofdstad met het genomen initiatief. ‘Mocht het tot een strijd komen,’ zegt hij, ‘laat er dan uit Nederland en laat ons hopen uit geheel Europa, een protest uitgaan tegen de wijze, waarop Engeland den strijd wil voeren met de barbaarsche Dumdumkogels al bij duizenden naar Zuid-Afrika verzonden.’