XXVste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres.
Het bestuur der Regelingscommissie heeft aan vele belangstellenden van Noord en Zuid den volgenden uitnoodigingsbrief gestuurd om als leden tot het Congres toe te treden:
‘De stad Gent werd op het laatste Nederlandsch Congres te Dordrecht aangewezen als zetel voor de eerstvolgende bijeenkomst der taalbroeders uit Noord en Zuid.
De Regelingscommissie, daartoe aangesteld, heeft beslist dat het 25ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres van 27n tot 30n Augustus a.s. zal plaats grijpen.
Vijftig jaar is het geleden, dat hier de eerste dier vergaderingen werd gehouden en thans zij dit verjaringsfeest door alle stamgenooten als een der heuglijkste gebeurteniseen met geestdrift begroet.
Toen in 1849 F.A. Snellaert, Ph. Blommaert, Pr. Van Duyse, Baron J. de St-Genois, C.P. Serrure, Baron Ph. Kervyn van Volkaersbeke, F. Rens, de eerste poging waagden, om in een Congres te vereenigen al wat Nederland en Vlaamsch-België uitstekends telde op het gebied van letteren en kunst, toen was dit, naar hun eigen oordeel, de v rvulling van een heiligen plicht voor allen, die wilden medewerken tot de versterking van den algemeenen Nederlandschen volksgeest en den bloei der Nederlandsche letterkunde.
Wij behoeven hier slechts te herinneren aan hetgeen door de Congressen is verwezenlijkt geworden voor den vooruitgang der studie van de Nederlandsche Taal, de ontwikkeling van den boekhandel, de verheffing van Tooneel en Muziek, de regeling der posttarieven, de uitbreiding van het taalgebied en vooral de waardeering en de inniger toenadering tusschen de stamgenooten, om te mogen beweren, dat we het recht hebben met fierheid te wijzen op den afgelegden weg.
Thans, in den moeilijken strijd door de Vlamingen nog steeds gevoerd tot het behoud van eigen bestaan en eigen taal, mogen de Congressen beschouwd worden als het doelmatigste middel om de verspreide krachten tot eene groote kracht te smelten, om elkaar zedelijk en stoffelijk te steunen, de verbastering t. weren en aan den Nederlandschen stam een schitterenden bloei te verzekeren.
Het 25ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres zal - getrouw aan oude en vaste beginselen - de strenge eerbiediging van alle gezindheden in godsdienstig en staatkundig opzicht inachtnemen. Het zal aanleiding geven tot besprekingen en besluiten, die net Nederlandsche leven in alle uitingen aanbelangen en zijn zorgen wijden in de eerste plaats aan vraagstukken betreffende de Nederlandsche taal- en letterkunde, de Nederlandsche geschiedenis en oudheidkunde, het Nederlandsch tooneel, den Nederlandschen zang en den Nederlandechen boekhandel. Te dezer gelegenheid zullen ook de Commissie van het Nederlandsch Woordenboek en het Bestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond verslag doen over hunne werkzaamheden.
De Regelingscommissie hoopt, dat de buitengewone belangrijkheid der vergaderingen alle taalbroeders naar Vlaanderens hoofdstad zal doen stroomen. Niets zal verwaarloosd worden òm hun het verblijf zoo aantrekkelijk mogelijk te maken. Reeds kunnen wij aanstippen de inwijding van den nieuwen Nederlandschen Schouwburg, de onthulling van het gedenkteeken van Jan Frans Willems, eene reeks kunstuitvoeringen en de Provinciale Tentoonstelling, waarvan eene afdeeling uitsluitend aan de Nederlandsche drukpers is gewijd.
Wij rekenen er op, dat wij weldra van U een bevestigend antwoord op onze uitnoodiging zullen ontvangen, met de aanduiding van de punten, die op het Congres door U zullen besproken of aan de vergadering onderworpen worden.
Met de meeste achting,
Namens de Regelingscommissie:
HET BESTUUR:
De Voorzitter,
Baron A. de Maere van Aertrycke.
De Secretaris,
O. Van Hauwaert,
Leeraar aan het Koninklijk Athenaeum.
De Ondervoorzitters,
G.D. Minnaert,
Rustend Schoolopziener.
Prof. Mr. Julius Obrie.
De leden:
Prof. Dr. Bouqué; Pastoor Dr. H. Claeys; E. De Backer, apotheker; Prof. Dr. A. De Ceuleneer, gemeenteraadslid; Mr. L. De Reu, griffier der provincie Oost-Vlaanderen; E. Fabri, ingenieur, opziener van den arbeid; A. Fornier, student; Prof. Dr. Paul Fredericq; Pieter Geiregat, tooneelschrijver; A. Libbrecht, student; L. Lievevrouw-Coopman, letterkundige; Karel Lybaert, letterkundige; Prof. Dr. H. Logeman: Prof. Dr. J. Mac Leod; H. Meert, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum; O. Roels, leeraar aan het Koninklijk Consorvatorium; A. Sevens, letterkundige; A. Siffer. gemeenteraadslid; L. Van de Woestyne, letterkundige; Mr. Fl. Van Duyse, krijgsauditeur; Emiel Van Goethem, letterkundige; Prof. J. Vercoullie; Mr. Julius Vuylsteke, letterkundige.
N.S. De Regelingscommissie zal zorgen voor de gewone prijsvermindering op den spoorweg en de kostelooze toelating tot het bezichtigen der kunstschatten en merkwaardigheden der stad.
Wij hopen, dat deze warme oproeping gunstig zal onthaald worden. Wij sporen onze lezers aan om zooveel mogelijk in eigen kring te werken tot het aanwerven van leden. Het Bestuur kan natuurlijk zich niet tot allen wenden, die belangstelling koesteren voor de ontwikkeling van onze taal en onzen stam. Ieder rekene het zich ten plichte zelf bij te dragen in de maat zijner krachten tot het welgelukken van dit congres, waarop het dubbel jubelfeest met den grootsten luister moet gevierd worden.
Bij den uitnoodigingsbrief is ook een bewijs van toetreding gevoegd met verzoek om het behoorlijk ingevuld aan den Secretaris te laten geworden. Het Bestuur vraagt ons de aandacht te willen vestigen op de juiste frankeering van dit bewijs. Het moet voor België met een postzegel van 10 centiemen en voor Nederland met 20 centiemen teruggezonden worden.
***
Zhed. President Kruger heeft het Beschermheerscchap van het 25e Nederlandsch Congres aanvaard.
Ruim 200 leden zijn op dit oogenblik toegetreden. Van buiten Europa heeft zich aangemeld: Oudschans-Deutz, 2e secr. Tak Johbg. A.N.V.