[Mooi Annie (vervolg)]
geheele jonkvrouw geworden was, vond ook denzelfden eigenaardigen glans en dezelfde grondelooze diepte in Piet's oogen.
Nu, 't was ook een mooi paartje. Geen wonder dus dat Piet, bij 't heenreizen zijn hart in de Kaapstad liet. Wel had er bij 't afscheid een traantje gerold; maar Piet had de belofte gedaan van binnen een jaar weder te keeren en van tijd tot tijd zoo eens te schrijven.
Eer het jaar verloopen was zou er echter groote verandering plaats grijpen en bij ‘mooi Annie’ en bij Piet Joubert.
***
Een half jaar na 't afscheid van Piet, verging een Fransch koopvaardijschip in de Tafelbaai. De bemanning werd, goddank, gered en door de burgers goedwillig opgenomen. Onder de passagiers bevond zich ook een Fransch officier, op weg naar Mauritius. Nauwelijks had men hem de geschiedenis en den naam verteld van Annie, die om hare schoonheid overal bekend was, of hij spoedde zich naar de weduwe Sevenblad. Bij het zien van het medaillon verdween alle twijfel. Ja Annie was wel de zoolang vermiste dochter van zijn eenigen broeder.
Nu bleek het, dat Anna schatrijk was. Uitgestrekte goederen bezat ze in Holland en in Frankrijk. Nochtans bleef Anna bij hare pleegmoeder wonen; immers hare ouders waren dood en er kon nog veel tijd verloopen eer zij in het bezit kwam van hare eigendommen.
Geen wonder, dat eenige heertjes van de Kaapstad nu op eens naar hare hand begonnen te dingen. Geen feestavond, geen bal werd er in de Kaapstad gegeven of ‘Mooi Annie’ werd er op uitgenoodigd. Maar Anna bleef haren Piet getrouw en met ongeduld verbeidde zij zijne brieven. Nu echter was het reeds twee maanden geleden, dat Piet geschreven had en dat verontrustte haar. Groot was hare vreugde toen zij bij het thuis komen van het feest van den Goeverneur eenen brief van hem vond.
Laat ons intusschen zien, wat er met Piet gedurende al dien tijd gebeurd was. Geen haartje, had het gescheeld of Annie had nooit haren Piet wedergezien. Eens, toen hij op jacht was, werd hij eensklaps door eene tijgerin aangevallen; het schot van Piet had het doel gemist en reeds sprong de tijger op den jager toe... een forsche stoot en Piet's mes stak tot aan het hecht in de borst der tijgerin. Toch had hij op zijne wang eenen slag van haren poot gevoeld en gevoelloos was hij neergestort. Gelukkig daagde er welhaast hulp op. Piet werd naar huis gedragen en langzaam genas hij van de wond aan de wang. Een breed litteeken liet zij echter, op zijn gelaat achter, een litteeken, dat hem voor eeuwig schond. Geen wonder dus dat hij vreesde zich voor Anna te vertoonen. Maar weldra brak het tijdstip aan, waarop hij weder naar de Kaap moest. Een angstig gevoel beklemde zijn hart toen hij de stad naderde. Wat zou Anna zeggen? Het hart bonsde hem in den boezem nu hij daar in de stad voor het eerst vernam, hoe rijk Anna geworden was. Schoorvoetend was hij over den drempel van Mimi's woning geschreden, maar Anna was hem op hetzelfde oogenblik in de armen gevlogen.... Zijne misvormde wang had ze gezoend en herzoend... Eenmaal was er een wolkje van droefheid over haar gelaat heengegaan; 't was omdat Piet niet aan hare trouw geloofd had.
Eindelijk waren ze toch weer bij een. Wat hadden ze malkaar veel te vertellen!.
Weldra brak dan ook de dag van hun huwelijk aan. Piet had haar dien dag wel eens in het oor gefluisterd: Mooi en rijk en Leelijk en arm, maar Anna had hem den mond gestopt, en nu wonen ze beiden dicht bij de Kaapstad op eene prachtige heeve, waar niets dan geluk en tevredenheid heerscht.