Koninklijk Conservatorium van Gent.
Door den dood van den Heer Samuel, een zeer verdienstelijk componist, is thans de plaats open van Bestuurder van het Gentsch Conservatorium.
Aan Samuel moet als kunstenaar hulde gebracht worden. Wat de Vlamingen hem evenwel niet vergeven kunnen, is, dat onder zijn bestuur, deze muziekschool totaal verfranscht is geworden. Samuel was een Luikerwaal en was goenszins ingenomen met de nationalistische theoriën van Benoit op kunstgebied, welke theoriën nu nochtans ook toegepast worden door Theod. Radoux, den Bestuurder van het Luiksche Conservatorium.
Samuel is verdwenen. Van zijn opvolger hangt het af of het Conservatorium van de Vlaamsche Hoofdstad het verfranschte nest zal blijven, dat het nu is. Onder de Eischen van de' Vlamingen afgekondigd door het Nationaal Vlaamsch Verbond op het Gelijkheidsfeest te Brussel en op den Landdag te Turnhout, komt voor: de vervlaamsching van het Conservatorium van Gent.
Wil het Conservatorium vervlaamscht kunnen worden, dan is het onontbeerlijk, dat de componist, die het zal besturen, een Vlaamsch kunstenaar zij, met een hart voor zijn volk, zijn verleden, zijn eigenaardige kunst.
Dat een Vlaamsch kunstenaar aan 't hoofd van de Muziekschool behoort te staan, wordt erkend zelfs door den Bien Public, die niet verdacht is van flamingantisme. ‘Een bestuurder van het Gentsche Conservatorium’, zegt dat blad, ‘moet een geleerde, een kenner van de letterkunde, een bedreven musicus zijn. Hij moet Vlaamsch zijn zooniet van ras, ten minste door zijn kennis van de taal en zijn strekking.’
Een Vlaamsche kunstenaar, die geen Vlaming zou zijn, die zich alleen door geniale invloeden zou hebben laten vervlaamschen, verlangen de Vlamingen niet. Hierin verschillen ze met den Bien Public Ze willen en eischen met het Fondsenblad een waren Vlaming. Alleen een kunstenaar uit het eigen volk ontsproten, kan waarlijk de ziel van dat volk verstaan en haar verzuchtingen vertolken. Alleen een ware Vlaming zal ons vertrouwen winnen. Het Fondsenblad heeft gelijk: het is ons recht een Vlaming te eischen aan 't hoofd van het Gentsch Conservatorium. En in ons eischen zijn we nu vooral niet milder gestemd, op 't oogenblik dat de Wallonisanten in hun organen op de schaamtelooste, de wraakroependste wijze de Walen ophitsen tot rassenhaat, aanzetten om de Vlaamsche beambten in 't Walenland het leven ondragelijk te maken, de Waalsche fabrikanten willen dwingen hun Vlaamsche werklieden uit hun werkhuizen te jagen, de Vlaamsche bedienden uit hun kantoren. Met den meesten aandrang verzoeken wij den betrokken Minister, den Heer De Bruyn, zich den loopenden jaargang van l'Ame Wallonne en l'Organe Wallon te laten bezorgen en te zien - niet hoe hij zelf daarin begekt en gehoond wordt, wat hier niet in aanmerking komt, - maar hoe, week in week uit zijn Volk, het Vlaamsche volk, in die verachtelijke papieren bespot, gekleineerd, bloedig gehoond wordt; hoe daar, onder goedkeuring en met den steun van Senator DUPONT, ondervoorzitter van den Senaat, Senator CHARLES, Senator LEJEUNEVINCENT, Senator MAGIS, Senator NAGELMAEKERS, Senator TOURNAY-DETILLEUX, Léo GÉRARD, burgemeester van Luik, Henri SAINCTELETTE, burgemeester van Bergen, L. CHAINAYE, burgemeester van Hoei, MÜLLENDORF, burgemeester van Verviers, Ernest
DISCAILLES, hoogleeraar te Gent, Charles de SMET-de NAEYER, te Gent, en tal van Waalsche Volksvertegenwoordigers, Provinciale Raadsleden, Gemeenteraadsleden, het Waalsche Volk aangehitst wordt tot blinden haat, tot opstand, tot oproer, omdat de Vlamingen recht vragen. L'Ame Wallonne was het, die schreef, dat de Walen hun handen in 't bloed van de Vlamingen zouden wasschen.
Onder zulke omstandigheden zijn we niet geueigd een duim breed van ons recht af te staan. Nu nog een Nederlandsch onkundigen Waal aan 't hoofd van ons Conservatorium te benoemen, daar kan geen spraak meer van zijn. Maar zelfs een ‘vervlaamschte’ bevredigt ons niet. Vlaamsche kunstenaars van echten bloede ontbreken niet om het bestuur in handen te nemen. Namen zullen wij niet noemen, maar we hopen, dat de Heer Minister De Bruyn de verwachting van het Vlaamsche Volk niet zal teleurstellen: Aan 't hoofd van de Gentsche Muziekschool een Vlaamsch kunstenaar, Vlaming van geboorte, van aanleg; een die grondig onze taal en haar letterkunde kent; die in staat zij om in openbare gelegenheden, namens de muziekschool het woord in onze taal te voeren; geen kwakzalver, die uit zand-in-de-oogen-gooierij zijn aanvraag in 't Nederlandsch stelt, om zoodra hij in de kaas nestelt, heel den boel schandelijk te verfranschen; kort, een die waarborg gegeven heeft, dat hij 't vertrouwen van 't Vlaamsche volk niet zal te schande maken.