Toen wij allen, - we waren zeker een 40tal, - rondom het aambeeld geschaard stonden, zegde ons de vriend Van Boeckel:
- Nu ga ik u in eenige minuten een rozentak smeden, die ik, als herinnering aan uw bezoek, ten geschenke bied aan de Violier.
Een luid bravo begroette deze woorden.
Het vuur werd aangeblazen en Van Boeckel wierp daar een stnk ruw ijzer in; twee minuten nadien was hij aan 't hameren en op minder dan een kwartier toonde hij ons, tot ons aller verbazing, een tak met ontloken roos, knopjes en blaadjes, zoo behendig en getrouw weergegeven als men zich maar inbeelden kan.
En denk niet dat er een enkel adertje of vezeltje in blaadjes of ranken vergeten is. Alles is de natuur nagebootst.
Vakgenooten, wellicht door naijver aangedreven, hebben beweerd dat Van Boeckel het ijzer of ander metaal niet koud smeden kon. Om ons het tegendeel te bewijzen, vatte hij een lange koperen staaf, ongeveer een centimeter dik en breed en begon er met den bamer op te trommelen, eerst met langzame dan met steeds snellere slagen tot de staaf gloeiend werd. Dan hakte hij een stukje van het koper af en op een ommezien smeedde hij daaruit een sierlijke roos, met tak en blaadjes én stak haar dan in het knoopsgat van een der aanwezigen.
Van Boeckel is een echt wonder. Hij plooit het ijzer zooals wij papier plooien; hij kneedt metaal tot alle vormen met evenveel gemak als een beeldhouwer de potaarde. En tot dit alles gebruikt hij nochtans slechts een gewonen hamer en een soort van nijptang.
Zijn winkel en overigens zijn heele huis is een museum van zijn kunstwerken. Prachtige ijzeren kaders omslingerd van het sierlijkste loof en bloemen, dierenkoppen en allerlei allegorische figuren, luchters, schouwgarnituren, uithangborden, prachtsloten in verschillenden stijl, wekken er de bewondering op. Vijlen doot hij het ijzer zelden: hij smeedt het zoo glad en effen als een spiegel.
Het meesterwerk, dat wij van hem te zien kregen, bestond in een paar oorbellen (dormeuses) en een medaljon in koud gesmeed ijzer, echte kunstpereltjes.
Van Boeckel ontvangt in zijn huis het bezoek van vele voorname personen en de bestellingen zijn dan ook menigvuldig. Het heeft, gelijk dit het geval is met menigen kunstenaar van verdienste, lang geduurd eer zijn naam gemaakt was, maar thans is zijn welverdiende roem tot in den vreemde doorgedrongen.
De stad Lier mag fier zijn een kunstenaar van zulke waarde te bezitten.
(Nieuwe Gazet.)