Oranje boven!
Eene Duitsche stem in het Nederlandsche Kroningsfeest.
In de feestklanken aangeheven bij de kroning der jonge koningin Wilhelmina versmelten zich het vrengdevolle heilgeroep der trouwe Hollanders met dat der stamverwante Vlamingen, Luxemburgers en Rijks-Duitschers. Want zij is toch eene Duitsche vorstin uit aloud Nassausch geslacht, welks stamburg nog heden bij het stadje Nassau te zien is. Want tallooze banden knoopen de Nassau-Oranjes en het Duitsche Volk aan elkaar. En de Duitsche keizer voert ook den titel van prins van Oranje. Heden nog herinnert het Oranje van de postbeambten aan de Oranje-erfenis onder koning Friedrich Wilhelm I.
Voor mij, die in het land Nassan opgegroeid ben, zijn de betrekkingen het belangrijkst. Velen mijner voorvaderen waren Oranjes-beambten in den tijd, toen de Oranjes nog eigendommen in het Westerwald hadden. De herinneringen aan den Oranje-tijd is daar niet uitgestorven en nu nog wijst de Wilhelmsturm in Dillenburg op het groote tijdperk des Zwijgers, den bevrijder der Nederlanden. Het waren inderdaad de kloeke mannen uit het Westerwald, die als landsknechten met hun bloed de Nederlanden hielpen vrijmaken. Zelfs in deze eeuw stonden jaren lang Nassansche troepen in Nederlandschen wapendienst in het Walenland, om eenen opstand van de bevolking te verhinderen. Velen mijner bloedverwanten vochten als officieren voor de Nederlandsche vrijheid te Waterloo, en lagen dan later in garnizoen te Namen. Daarbij komt nog, dat ik van mijne vroegste jeugd eene groote voorliefde voor de Nederlanden gekoesterd heb en ze nog heden bewaar.
Ik geloof ook, dat met mij talrijke Rijksduitschers dezelfde genegenheid koesteren en met weemoed waarnemen, dat de betrekkingen tusschen beide volkeren niet zoo innig zijn als men verwachten kon. De Hollanders betoonen inderdaad op politiek gebied een wantrouwen, dat door niets hoegenaamd te rechtvaardigen is. Moge het jubelfeest er toe bijdragen beide volkeren, die bij elkaar behooren, echt innig nader tot elkander te brengen.
We zien, dat do Romaansche landen, die zoolang den toon aangegeven hebben, naar hunnen ondergang hellen; dat integendeel de Germaansche volkeren zich in openbaren vooruitgang verhengen. Aan het Germanendom behoort de toekomst! Het geldt eene Germaansche beschaving te scheppen, die in de plaats van de verouderde en verrotte Romaansche optreden kan. Alle Germaansche volkeren moeten het hunne daartoe bijdragen, dat deze gedachte spoedig verwezenlijkt worden.
Daarom behoort nauwer aansluiting te ontstaan tusschen de Germaansche volkeren met terzijdezetting van ongerechtvaardigd wantrouwen. Daarom voel ik er behoefte aan bij gelegenheid van de kroningsfeesten lucht te geven aan mijn warme en oprechte gevoelens van sympathie voor het Nederlandsche Volk, gevoelens die niet alleen door mij gekoesterd worden, maar die zeer zeker gedeeld worden door het algemeene Duitsche Volk.
Brussel.
Harold Arjua Graevell.