Om dit met een enkel voorbeeld toe te lichten, willen we voor een oogenblik aannemen, dat er in het ontwakende China beschaafde Chineezen zijn, die zich in het Nederlandsch bekwaamd hebben en daardoor ook kennis gekregen hebben van Nederlandsche toestanden en van den omvang der Nederlandsche nijverheid. Dan weten ze ook. dat de Nederlandsche waterbonwkundigen een uitstekenden naam hebben en dat er voor hen in pat kleine land in Europa nog wel wat te leeren valt. En terwijl er velen door hun kennis van 't Fransch, Engelsch en Duitsch als 't ware naar Frankrijk, Engeland en Duitschland getrokken worden, zullen zij, die 't Nederlandsch machtig zijn, en zich op waterbouwkunde wenschen toe te leggen, allicht naar ons land gaan, om er hun studiën te voltooien en kennis te maken met de Nederlandsche waterbouwkundigen. Later in hun vaderland terug en mogelijk tot hooge betrekkingen in den Staat geroepen, weten ze wat hun Nederlandsche vrienden kennen en kunnen. Er behoeft hier niet bijgevoegd te worden, dat Hollandsche ingenieurs, Hollandsche werklui en niet onwaarschijnlijk ook Hollandsche reederijen en Hollandsche fabrieken de voordeelen er van genieten zullen.
't Is, dunkt me, duidelijk, dat het voor ons volk van het hoogste belang is, dat zijn taal meer bekend zij. De zaak houdt uauw verband met de welvaart van onze natie en feitelijk is het de taak der Regeering om voor de taalverbreiding te doen, wat in haar vermogen is. Nochtans heeft ze tot heden in die richting nog niet gewerkt.
Ruim twee eeuwen geleden hebben de Hollanders het in hun macht gehad van 't Hollandsch een wereldtaal te maken; hadden we het gedaan, we waren op 't oogenblik zonder twijfel veel verder en onze stamgenooten zouden niet van de opgeblazenheid van sommige andere natiën te lijden hebben. De Engelsche handel wordt niet alleen gesteund door de algemeene bekendheid van 't Engelsch, maar hij bestaat er voor een groot deel door en het hardnekkig spreken van hun eigen taal heeft de Britten tot een groot en rijk volk gemaakt. De Engelschman is bijzonder ingenomen met zijn persoon, zijn karakter en zijn taal; we mogen al eens in stilte daarover lachen, in zijn gezicht zullen we het wel uit het lijf laten en wij niet alleen, andere natiën even goed en bovendien we benijden hem en velen pogen hem na te apen.