Kaap-Kolonie.
Onder den titel Verengelschte jonge Dames bevat Ons Weekblad het volgende artikeltje:
‘Hebt gij er wel eens aan gedacht, schrijft ons een correspondent, dat de meeste verengelschte jonge dames juist die zijn, die van de kleinste dorpen in de Kolonie komen? Dochters zijn ze van eenvoudige Hollandsche boeren, die nog veel liefde en eerbied voor hun taal hebben. Hoe komt dit? Vanwaar dit verschijnsel? Het komt alleen door het onderwijs. Het schijnt dat die meisjes uitsluitend in de Engelsche taal zijn onderwezen en met verachting op hun moedertaal hebben leeren neerzien. Ouders, vindt gij dat goed? Laat dan toe dat het onderwijs in 't Hollandsch op de scholen verwaarloosd wordt. Alg gij dit niet goedvindt, waakt er dan voor dat de onderwijzers kennis hebben van de Nederlandsche taal, en die ook werkelijk onderwijzen. Vertrouwt in dezen niet te veel, maar doet werkelijk onderzoek, voordat het te laat is en de taal voor goed voor het jongere geslacht weg is. Ik hoop dat de echt Afrikaanschgezinde onderwijzers op het Congres te Kimberley voor hun rechten zullen strijden en toch slagen mogen in hun pogingen om de geschiedenis van Afrika te doen onderwijzen in de moedertaal.’
***
Op de laatst gehouden vergadering van den ring van Burgersdorp werd een commissie benoemd om de zaak van het onderwijs te behartigen. Onder andere veranderingen in het heerschende stelsel van onderwijs vraagt deze commissie aan den kolonialen secretaris: 1. Dat in alle scholen waar er kinderen van Engelschen Nederlandschsprekende ouders de school bezoeken, de onderwijzers en onderwijzeressen in staat zullen moeten zijn in beide talen onderwijs mee te deelen en dat de voertaal van het onderwijs in dergelijke scholen Nederlandsch zoowel als Engelsch behoort te zijn.
2. Dat inspecteurs van scholen 't Nederlandsch als 't Engelsch moeten kennen en wel zoo dat zij in staat zullen zijn daarin te ondervragen en waar zij daartoe niet bekwaam zijn, dat er behoorlijk voorzieninggemaakt worde.
3. Dat de schoolopzieners verplicht zullen zijn de Nederlandsche taalkunde en Nedl. opstel in elk opzicht gelijk 't Engelsch te inspecteeren volgens de regels van de verschillende standaards.
***
Op de examens van den Zuidafr. Taalbond, die plaats grepen den 12 Juni, hebben zich 762 candidaten aangemeld uit alle deelen van Z.-A.: Kolonie, Vrijstaat, Transvaal. Er waren 200 candidaten meer dan verleden jaar, wat voldoende aanwijst dat een degelijke kennis van onze taal al meer en meer op prijs gesteld wordt.
***
In het Kaapsche Parlement (16 Juni) stelde de Heer Van den Heever voor dat het Huis als zijn oordeel zou te kennen geven dat het zeer noodzakelijk is dat alle conducteurs van spoorwegtreinen Engelsch en Nederlandsch behooren te spreken.
Dr. Te Water had daar niets tegen, indien de voorsteller in plaats van ‘zeer noodzakelijk’ ‘zeer wenschelijk’ wilde stellen. Nu reeds werd zooveel mogelijk zorg gedragen om personen te krijgen, die beide talen spreken.
De Heer Van Rhijn verlangde ook dat kennisgevingen bij spoorwegen ook in beide talen zouden opgesteld zijn. Dat moest, in een land, waar de grootste meerderheid Hollandsch sprak.
Dr. Te Water zei dat ook dat reeds gedaan werd en daarvoor waren instructies gegeven.
Het voorstel werd, met de wijziging, aangenomen.
***
In de zitting van den Wetgevenden Raad van den 23 Juni, stelde de ed. Heer Van den Heever voor dat in 't vervolg alle wetsontwerpen, die aan den raad voorgelegd worden, zoowel in 't Nederlandsch als in