Neerlandia. Jaargang 1
(1896-1897)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBelgische Handel in Zuid-Afrika.Niet lang geleden deelden onze Belgische bladen met veel genoegen een artikel uit de British and South African Export Gazette, waarin de aandacht gevestigd werd op den onheilspellenden vooruitgang - onheilspellend voor den Britschen handel - door België, Duitschland, Holland, enz. in Z.A. gemaakt. Terwijl de Engelsche handel in 1896 met 34% toenam tegen 1895, is de Belgische handel gedurende hetzelfde tijdsverloop bijna verdriedubbeld: £ 136,546 in 1895; £ 378,861 in 1896. Toch is onze Belgische handel op Z.A. nul in vergelijking met hetgeen hij zou kunnen zijn. Op dit oogenblik liggen verschillende glasblazerijen stil in 't Walenland en de toekomst is niet zeer rooskleurig voor dezen nijverheidstak. In 1894 schreef onze Consul te Pretoria, nu te Jhbg, in zijn Verslag over de Afdeeling van de Z.A.R. in de Tentoonstelling te Antwerpen: ‘De Europeesche (thans meer bijzonder de Belgische) fabrikant en exporteur ziet (uit de Transv. Tentoonst) dat b.v. de Transvaal geen glasfabriek rijk is; hij weet dus dat zijn fabrikaat er een markt zal vinden, en misschien komt na verloop van tijd een kapitalist op het denkbeeld een dergelijke fabriek in de Republiek op te richten (na zich behoorlijk vergewist te hebben of hij de noodige grondstoffen in het land zelf kan vinden en of de productiekosten laag genoeg zijn, en het veld van afzet groot genoeg is om een dergelijke fabriek goede resultaten te verzekeren).’ De Belgische fabrikant en uitvoerder heeft natuurlijk (dat schijnt immers met zijn karakter samen te hangen) daar geen acht op gegeven. Met betrekking tot dat gebrek aan ondernemingsgeest, schrijft onze Secretaris uit Johannesburg het volgende: ‘Wat zal er op handelsgebied hier door Belgen gedaan worden? Weinig, bitter weinig, geloof mij. Ik spreek van ondervinding. Daarvoor is hun ondernemingsgeest te beperkt, veel te beperkt. Spreek mij van Amerikanen, Engelschen, enz. Duitschers! die maken hier zaken. Maar de Belgen? Neen, man, zij zijn geen handelslui. Beproef het maar eens. Ga naar een nijveraar, cristallerie X.b.v.; geef hem een bestelling voor het buitenland en hij zal u zeggen: “Neen, wij hebben onze agenten in Londen.” Als voorwaarden zullen zij u vragen uw bestelling te betalen vóór hun waar de fabriek verlaat. Uitzinnig! Aan hun agenten in Londen verkoopen ze op 30 dagen met 5 a 10% winst en wat maken de agenten? Om met cristalwaren als voorbeeld voort te gaan; de glazen dier fabriek,Ga naar voetnoot(1) die hier overvloedig in 't klein voor 9 d. (fr. 0,90) 't stuk worden verkocht en waarvoor de voortverkoopers 4 1/2 d. betalen, worden aan die Londensche agenten verkocht tegen 7 fr. 't honderd!! Menig ander voorbeeld van dien aard zou ik u kunnen aanhalen; doch waartoe zou het dienen? In plaats van zich te vereenigen en zelf hun waar rechtstreeks ter markt te brengen en zelf 50 ja 100% zuivere winst te maken na aftrek van de slechte betalers, vergenoegen zij zich met 5 tot 10% door middel van hun agenten. Kleine winst, maar zekere betaling, dus geen onderneming is de leus van de Belgen. Krijgt er dit uit, zoo ge kunt! De Belgen zijn goed om hoopen inlichtingen te vragen, die toch op niets uitloopen.’ En zoo is het werkelijk. Er zijn voor de Belgische nijverheid op de Zuidafrikaansche markt millioenen te verdienen door flinke Vlaamsche agenten, die met de bevolking kunnen omgaan en haar sympathie winnen. Wanneer worden onze fabrikanten wakker? |
|