Nederlandsche Consulaten in Amerika.
Op den brief, door ons medelid Verax uit Antwerpen aan den Nederlander (Chicago) gezonden, waarin gehandeld werd over het A.N.V., zijn ontstaan, zijn streven, kwam het volgende antwoord in:
Cleveland, 21 Juni, 1897.
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van een ingezonden stuk, voorkomende in uw blad van Vrijdag den 18n Juni 1897, dacht ik aan de laatste woorden van den tekst van Genesis, Cap. 21, 6e vers ‘En allen die dit hooren lachen met mij.’
Bedoeld stuk is geteekend onder een oprechten groet ‘Verax.’ Bedoelde schrijver deelde hierin mede op welken weg men de Nederlandsche taal bevorderen kan en de vereeniging bevorderen zal door medelid te worden als zulks reeds gedaan is op verschillenden plaatsen.
Nu hier de oorzaak van mijn lachen - en allen die onderstaande mededeelingen begrijpen, zullen met mij lachen. Ter zake. De Consul voor de Nederlanden voor den staat Ohio is niet in staat de Nederlandsche taal te schrijven of te lezen, bewijzen waren daarvoor ter hand.
Men zag dat hier in Cleveland, Ohio, wel in, waarom men dan verzocht het Consulaat van Cincinnati, O. over te plaatsen naar Cleveland, O. Een committee waaronder de 3 Nederlandschsprekende Predikanten, had zich gevormd en alles wat noodig was in gereedheid gebracht, en een ander werd opgezonden naar den vertegenwoordiger van Nederland te Washington, D.C. Waarschijnlijk zonder beraad, werd het verzochte van de hand gewezen. En den Consul Generaal te New-York was opgedragen het committee te antwoorden dat ‘De Nederlandsche regeering geen termen kon vinden om het Consulaat over te plaatsen’ (sic). Het Koninklijke huis in Nederland dient de Nederlandsche taal te beschermen. Wel weet ik, dat een candidaat voor het consulaatschap voorgesteld werd te dezer stede, bekend met de Nederlandsche taal, die, ofschoon burger van Amerika, toch om geen prijs het afstammen uit Nederland wilde opgeven of verloochenen, oprecht Oranjegezind, eerlijk en een man, die gaarne de behulpzaame hand eenieder leent, die daarnaar verlangt.
Ziedaar de oorzaak van mijn lachen: ongekroonden willen de Nederlandsche taal bevorderen, waar gekroonden, die totaal een zorgeloos leven genieten, een Duitscher van geboorte bevoorrechten, en de bevolking van Cincinnati en die van Cleveland, Nederlanders van geboorte, staat gelijk aan 1 tot 10. Nu de vraag: Waarom zullen wij de Nederlandsche taal bevorderen? Moet de regeering in den Haag niet in alles voorgaan? Waarom werd ons billijk verzoek niet ingewilligd? Een bewijs van den ontvanger voor buitenlandsche belasting (customhouse) leert ons, dat Cleveland, O., meer directen handel doet met Nederland en zijn overzeesche bezitting en dan Cincinnati. Hier in Clevevand, O., hebben we 3 Nederlandsche Amerikaansche gemeenten, maar slechts 1 te Cincinnati. Die dit onder de oogen komt zal werkelijk lachen met mij, en langs dezen weg geloof ik, dat het Koninklijke huis in den Haag lang niet meer zoo Hollandsch is als jaren geleden het geval was; toen uitte zich eens Z.M. Willem III: ‘Ik ben de eerste burger van den staat;’ dat was echt Hollandsch.
Oprecht gegroet,
Xarev.
P.S. - Schrijver dezes is noch tegen de Hollandsche taal, noch tegen hare bescherming, noch tegen hare bevordering, zijnde de Nederlandsche taal eene van de levendigste talen hem bekend.
Dit stuk dient door de Nederlandsche bladen overgenomen te worden in Nederland, opdat men daar leere hoe men over onze taal hier in Amerika denkt.
N.v.d.R. - Het is niet alleen in Amerika, dat er te klagen is over minachtende behandeling van de Nederlandsche Taal door het Hollandsch Staats-Bestuur of door Nederlanders. Maar wil Xarev zich, met talrijke Amerikaansche Nederlanders bij het A.N.V. aansluiten, dan kan onze Vereeniging, zonder twijfel, haar gewicht in de schaal leggen om misstanden te doen ophouden.