Neerlandia. Jaargang 1
(1896-1897)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlaamsche Kunst en Kunstenaars.We zullen nog moeten eindigen met kransen te vlechten voor de verraders uit den Senaat. Door hun verraad, door de vernedering naar het hoofd der Vlaamsche bevolking geslingerd, is die bevolking ontwaakt, tot het bewustzijn gekomen van hare waardigheid en van hare kracht; zij heeft het zelfvertrouwen herkregen in hare nationaliteit, in haar eigen zich zelven zijn. En deze ontwaking heeft niet alleen plaats op taalgebied, maar ook in de verschillende kunstuitingen. Zoo zien we te Gent, op de puinen van de gevallen Union des Artistes des Flandres eene nieuwe vereeniging zich verheffen, het Kunstverbond der Vlaanderen, die Vlaamsch van naam en Vlaamsch in zijn streven, fier en vol moed de toekomst inziet. De nieuwe maatschappij zal, om wel haren titel van Kunstverbond der Vlaanderen te wettigen, jaarlijks tentoenstellingen houden in verschillende steden van Vlaanderen. Ter gelegenheid der tentoonstellingen of bijzondere zittingen zullen Nederlandsche voordrachten gehouden worden, en Vlaamsche muziek of Vlaamsche liederen uitgevoerd worden. En dit in tegenstelling met onzen Gentschen Cercle artistique et littéraire, waar het Fransch schering en inslag is. Er is wedergeboorte in ons Vlaamsche land, en nu ziet men in alle steden, met eene opzettelijke voorliefde, onze Vlaamsche kunst gehuldigd. De Herbergprinses, groot zangspel van Blockx en de Tière, beleeft te Antwerpen meer dan 25 opvoeringen, en telkens met klimmenden bijval. Voor het uitgeven der partituur in 't Nederlandsch van voornoemde opera zijn nu reeds meer inschrijvers gevonden dan er noodig waren om de uitgave van het werk mogelijk te maken. Ook voor het uitgeven van de werken van Benoit is er een syndicaat gevormd. Te Kortrijk werd De Klokke Roeland van Tinel en Sabbe opgevoerd; te Sint-Niklaas behaalt de uitvoering der werken van onzen knappen Vlaamschen toondichter Oscar Roels buitengewonen bijval; te Brugge zingt men De Wind! van Van Gheluwe, en de elementen zijn reeds vaardig tot uitvoering van De Schelde van Benoit; te Brussel had men een Benoit Concert, on te Gent een uitvoering van onde Vlaamsche meesters. Te Antwerpen herhaalt men de Rubenscantate voor de opening van de nieuwe feestzaal van den dierentuin; te Gent, in de Melomanen, de Artevelde cantate voor eene uitvoering in de Wereldtentoonstelling van BrusselGa naar voetnoot(1). In de Artevelde-stad is men nog bezig met de inrichting van eene nieuwe Symphonische Vereeniging, die zich voorstelt volksconcerten te geven, waar de gewrochten onzer Vlaamsche meesters zouden ten gehoore gebracht worden. Welnu, heeren franskiljons, is die ontwaking niet schitterend, is er daar niets verrassends voor u in? En benevens die verrassing, ook nog eene waarschuwing. Het Vlaamsche volk is het moede met zich te laten sollen; het wil niet meer voor braven Hendrik spelen. De tijd van vragen en smeeken is voorbij; ons volk eischt nu zijn recht, en zijn volle recht! |
|