Vlaamsche vlag, met den zwarten klimmenden leeuw op een geel veld, zwaaiende, vervolgens muziek, inrichtingscomiteit en deelnemende maatschappijen. Vóór het gemeentehuis werd het strijdlied van Benoit aangeheven door de talrijke manifesteerders en begeleid door den beiaard van 't gemeentehuis. Toen door bazuingeschaal de meeting aangekondigd werd, trad de heer burgemeester Moorkens vooruit, om inrichters en deelnemers te bedanken. Namen nog deel aan de betooging, de Heeren pastoor Daens, volksvertegenwoordiger van Aalst, Coremans, idem, van Antwerpen, Peeters-Verellen, G. De Roey afgevaardigde der Christelije Volkspartij, Krinkels, Mees afgev. der liberalen van Borgerhout, Reinhard van Brussel en P. van Cleve afgev. der Vlaamschgezinde maatschappijen van Oostende.
Den 30 Mei werden vergaderingen gehouden te Keerbergen en te Elewijt, met de dagorden: ‘Wet De Vriendt Cooremans’.
Op 23 Mei had te Cortenbergh een optocht plaats van maatschappijen van onderlingen bijstand, turners enz. Vóór de oogen der ministers Nyssens en Schollaert, die daar aanwezig waren, werd een groot plakkaat ontrold, met het volgende op: ‘Wanneer krijgen wij de gelijkheidswet?’ Bovendien droegen al de betoogers de kaart Gelijkheid op den hoed.
Bij eene betooging van denzelfden aard te St-Pieters-Jette, was zulks ook het geval.
Te Etterbeek was er op 30 Mei een stoet van Patronagies; terwijl kardinaal Goossens en minister Schollaert op een balkoen dien zagen voortrekken, werd een zelfde plakkaat als te Cortenbergh, voor de oogen gehouden.
Op 6 en 7 Juni had te Oostende de grootsche Vlaamsche betooging plaats, ingericht ter gelegenheid der jaarlijksche algemeene vergadering van het Nationaal Vlaamsch Verbond. Aan een overgroot getal huizen wapperde de nationale vlag.
's Zondags morgens werden de Vlaamsche deelnemers aan de Alg. verg. afgehaald door een prachtigen stoet, waaraan al de Vlaamsche maatschappijen van Oostende deelnamen. In den stoet door omtrent een drieduizendtal personen samengesteld, werden vooral opgemerkt onze kloeke Vlaamsche visschers, die voor een paar uren hunne sloepen hadden verlaten, om mede protest aan te teekenen tegen het verfranschen hunner goede oude stad Oostende, tegen de verdrukkers van onze en hunne taal.
Nadat de stoet de stad doorkruist had, begaf men zich naar den Stedelijken Schouwburg, waar de zitting plaats greep. Onder de talrijke aanwezigen bemerkte men Julius Sabbe, prof. Vercouillie, Van der Heyden, volksvertegenwoordiger, Frans Reinhard, Gust De Roey, Van Cleven, Dr. E. Van Oye, Frans Van de Weghe, H. Baels, Retsin, Edm. Fabri, Karel Lybaert, H. Meert en anderen.
Het voornaamste punt der dagorde was natuurlijk het wetsvoorstel De Vriend-Coremans. Toen tijdens de bespreking de naam van Benoit uitgesproken werd, sprong geheel de zaal recht; er werd in de handen geklapt, met de hoeden gezwaaid, en dreunend klonk het in den schouwburg: ‘Vivat onzen Peter en hij mag er wezen...’
Op voorstel van den heer De Roey werd een adres van gelukwenschen aan Peter Benoit gestuurd, en aan het Schepencollege van Antwerpen en aan het goevernement het volgend telegram: ‘Drie duizend Vlamingen te Oostende vergaderd ter gelegenheid van de jaarlijksche zitting v.h.N. Vl. V., eischen van Antwerpen's gemeentebestuur - of van het goevernement de onmiddellijke stichting van het Vlaamsch Koninklijk Conservatorium’.
Om half drie greep er een groot feestmaal plaats, en 's avonds werd aan de deelnemers een prachtig toon- en tooneelkundige avondstond aangeboden in den Schouwburg. Den volgenden dag zette het Verbond zijne werkzaamheden voort en Dendermonde werd aangewezen tot de vergaderplaats voor 1898.
In de gemeenteraadszitting van Antwerpen op 17 Mei gehouden, werd op voorstel van den Vlaamschgezinden burgemeester Jan Van Rijswijck besloten, nieuwe voetstappen te doen bij den minister om tot eene oplossing te komen ter zake de verheffing der Vlaamsche Muziekschool tot Koninklijk Vlaamsch Conservatorium. De zaak van de Antwerpsche Muziekschool heeft dan eindelijk, na een strijd van 25 jaar haar beslag gekregen. De stad Antwerpen en het Staatsbestuur zijn het eens geraakt omtrent de voorwaarden, waarop de verheffing tot Koninklijk Conservatorium zal plaats hebben.
Op 19 Mei verklaarde de heer minister de Favereau, tijdens de bespreking in de Kamer van het budjet van Buitenlandsche Zaken, dat voortaan al de Consuls, welke benoemd zullen worden, Vlaamsch zullen kennen, of een ouder-konsul hebben, die deze taal machtig is.
Door den gemeenteraad van Brugge is het Vlaamsch als officiëele taal aangenomen.
De Gentsche Afdeeling van het Alg. Ned. Verbond zet de reeks van zijn volksvergaderingen voort.