Dit doel tracht men te bereiken door:
a/ | Opvoeren van Friesche en Nederlandsche tooneelstukken. |
b/ | Het houden van voordrachten. |
c/ | Het houden van kaatspartijen. |
d/ | Het houden van een bibliotheek. |
e/ | Het ondersteunen bij ziekten en overlijden. |
Hare veertiendaagsche vergaderingen worden gebruikt om zich vooral te oefenen in de uiterlijke welsprekendheid en wie den avond op het Island Park, 21 Maart 1894, deze Vereeniging bij hare tooneeluitvoering heeft gade geslagen, zal moeten erkennen, dat zij hoogst verdienstelijke krachten in zich bevat.
Zij speelde Het Verlote Landhuis en daarna in de Friesche taal, het zeer fraaie blijspel van I. Van der Meulen, getiteld: Mall utt, mall thus.
De dames S. Burie, S. Schurenga, G. Nakken, en de heeren L. Zwerver, D. Hoitsma, P. Steenstra en R. en P. Nakken bewezen uitnemend hunne dramatische krachten niet te overschatten.
Op 6 Februari 1895 traden zij op in het kluchtspel Barbier Brugwachter van T. Mets, Tyn, den voorlooper van Justus van Maurik's Janus Tulp. Buiten de genoemde leden voldeden zeer goed de heer J. Pape en R. Zondervan. Vooral de eerste, als matroos, was het voorbeeld van den ruwen maar kloekhartigen, edelen, hartelijken Hollandschen Janmaat.
Bij gelegenheid van deze tooneeluitvoering gaf de Vereeniging een boekje uit, getiteld Wat wij willen, waarin zij uiteenzet het doel der Vereeniging, en prijkt met verschillende bijdragen in proza en poezie, zoowel in de Friesche als in de Nederlandsche taal.
Wil men de vereeniging goed leeren kennen, dan is een bezoek aan hare Onder onsjes do moeite waard.
Dat is een gezellig samenzijn der leden met hunne dames, en zij heeft er dan slag van hare gasten goed te onthalen. Zulk eene vergadering had o.a. plaats 1 December 1894. De oud-vaderlandsche chocoladeketel staat op de tafel, de lange Gouwenaars zijn gestopt, lustig, krachtig schuimt het bier, en voordrachten, toasten worden gedurig gehouden.
Op dien avond had het bestuur eene groote voldoening, toen daar op zeker oogenblik de heer de Groot, de toen bijna tachtigjarige opstond, en o.a. zeide:
‘Ik herinner aan de woorden van de Genestet: ‘Er is een tijd van komen, er is een tijd van gaan, maar voor dat ik deze zaal verlaat, verklaar ik, dat ik een echt vaderlandsche avond hier heb doorgebracht. En al ben ik bijna 80 jaar, ik ben Fries van geboorte, en hoop ook als Fries, door Friezen grafwaarts gedragen te worden’.
Weinig vermoedde men toen, dat een maand later de leden dezer Vereeniging zouden staan om de grafkuil van dezen oude van dagen maar jong van harte, De Groot, in wiens aderen het Friesche bloed vurig bruiste.
De Vereeniging doet veel aan het edele kaatsspel, en zij begroet dit, en huldigt dit, als een koning slechts zou kunnen begeren. In Paterson is het een magneet, die de liefhebbers zeer aantrekt. Kaatsen wordt den kinderen met den paplepel ingegeven. Zoo gauw ze een bal kunnen tillen, moeten ze kaatsen. Schooljongens voor en na schooltijd kunnen niets anders dan kaatsen.
En zondags? Bunker Hill kan het dan getuigen hoe daar zich groot en klein, oud en jong zich wijden aan het edele kaatsspel. Alleen in den herfst en winter, als het weder te koud wordt, zoodat de handen gauw gewond worden door de harde ballen, moeten onze kaatsers rust nemen. Maar zoo gauw het maar weêr eenigszins kan, gaat het weer los, en de Hollandsche en Amerikaansche driekleuren wapperen op Bunker Hill, terwijl er langdurig en vinnig gestreden wordt.
Des winters verschaft, buiten de vergaderingen, de bibliotheek dezer vereeniging aan de leden menig leerrijk uurtje. Vooral de in de Friessche taal geschrevene werken munten hierin vooral uit. En de Friesche letterkunde is eene rijke letterkunde.
Mannen als een J. Halbersma, M. Hettema, J. Starter, W. Dykstra, Gysbert Japicx, J.C.P.Salverda. P.J. Troelstra, e.a. hebben hunne geesteskinderen geschreven in die taal, en waar is de provintie zoo rijk aan beroemdheden op dit gebied, die zich met Friesland kan meten?
Is niet een Alma Tameda een Fries? Komt de beeldhouwer Pier Pander niet uit het land van meeren en van wouden?
De leden der Vereeniging in Paterson doen al het molgeijke om de Friesche zeden en gewoonten in eere te doen houden. De dames, die tot de rederijkerskamer behooren, muntten uit door goede zeggingskracht en vrijheid in hunne bewegingen op de planken.
Maar laat ik zwijgen over de Friesche schoonen.
Zij zijn altijd bewonderd en gevierd geworden. Zelfs een Rembrandt en Vondel staken van uit Amsterdam de Zuiderzee over, om er hunne echtgenooten uit te zoeken. En dat zegt genoeg.
C.J.B. van der Duys.
Sommerville, N.J.