Het Nederlandsch officiëele taal in België.
Bij den aanvang van de aanstaande zitting van den Senaat (Eerste Kamer), zal de wet, door de Kamer van Volksvertegenwoordigers aangenomen, door welke het Nederlandsch naast het Fransch officiëele taal wordt in België, aan de orde komen.
De vijanden van onze taal hebben het moeten beleven, dat die wet in de Kamer bijna met algemeene stemmen aangenomen werd. Ze kennen sedert dien tijd rust noch duur en spannen alles in om de wet in den Senaat te doen verongelukken. De Fransche Balie van Gent heeft een verzoekschrift naar den Senaat gezonden tegen het erkennen van het Nederlandsch als officiëele taal. Als reden doet ze gelden, dat die erkenning onoverkomelijke moeilijkhedeu zal meebrengen voor de verklaring van wetsteksten. Van welken aard die moeilijkheden zullen zijn, weten we niet. Die zullen toch niet voortspruiten uit den aard van de taal zelf, meenen wij. Of beelden die heeren zich in, dat het alleen in 't Fransch mogelijk is duidelijke wetten op te stellen? Ze denken er niet aan, dat juist ons Nederlandsch de eenige officiëele taal is in drie Staten over de wereld: N.-Nederl., den Oranje-Vrijstaat, de Zuidafrikaansche Republiek, waar de wetten in geen ander taal worden afgekondigd; ook in de Nederlandsche Koloniën is het de officiëele taal. Wellicht zouden de moeilijkheden kunnen voortspruiten uit de ontoereikende kennis van de volkstaal bij die heeren advocaten. Dat juist doet ons zeer in ons schik zijn, want dan dwingt de nieuwe wet die heeren tot grondiger studie van het Nederlandsch. Ook de Ligue Wallonne is zeer in de weer om de wet door den Senaat te doen verwerpen. Of het wat helpen zal? De Vlamingen hebben natuurlijk niet met de handen in den schoot gezeten. Zij ook hebben vergaderingen belegd, hebben verzoekschriften naar den Senaat gezonden, zijn bij de Vlaamsche Senatoren geweest om ze aan te sporen tot het stemmen voor de wet. Wanneer de franskiljons zullen gewaar worden, dat de wet er in den Senaat toch doorkomt, zullen ze zich wel nog beijveren om ze te doen verminken door in den Senaat het amendement De Landsheere voor te brengen, waardoor twee uitgaven, een Nederlandsche en een Fransche, van het Staatsblad worden
voorgesteld in plaats van een tweetalig Staatsblad. Hun hoop is, dat een aantal Vlaamsche gemeenten, waarvan het bestuur franschgezind is, alleen het Fransch Staatsblad zouden vragen. Maar ook die hoop zal teleurgesteld worden. Aan Vlaamsche Senatoren werd gevraagd dat ze de wet onveranderd zouden stemmen. De meesten hebben die verbintenis aangegaan, zoodat we met vertrouwen de ophanden zijnde bespreking over de wet te gemoet zien.