van Nederland; ons schoon devies: ‘Ik zal volhouden’ getrouw, gaf hij den strijd niet op en wijdde zich liever ten dood, dan zich gewonnen te geven.
Ofschoon reeds gewond door een klewanghouw in den hals, een lanssteek in de borst en in het aangezicht, tevens door een schot in het been, vocht hij als een leeuw zoo moedig, tegen dezen steeds talrijker wordenden vijand. Nu trof hem een schot in de linkerhand, waardoor de revolver hem ontviel, maar met het zwaard in de rechtervuist wist hij nog wonderen te verrichten.
De natuur eischte hare rechten; door bloedverlies verzwakt voelde Van der Zee zijne krachten afnemen. Eenige geweren op hem gericht, weerde hij met een laatsten slag af, toen een schot zijn borst doorboorde. Sabel, revolver en pet in de benting latende, stortte hij achterover, gelukkig aan onze zijde van de borstwering.
Zooals wij gezien hebben, werd de lieutenant Van der Zee zwaar gewond naar de ambulance gedragen. Na maanden in het hospitaal te zijn verpleegd, beproefde hij zijn dienst te hervatten, maar te vergeefs. Hij werd naar Europa gezonden om zich onder speciale behandeling te stellen, herstelde wel is waar, doch moest ten gevolge der bekomen wonden afgekeurd worden voor den krijgsdienst.
Thans is Van der Zee burgemeester te Enchedé; de orde van den Nederlandschen Leeuw, die evenals de Militaire Willemsorde zijn borst versiert, bewijst dat Z.M. onze geëerbiegdigde Koning ook diens burgerdeugden waardeert.’