Neerlandia. Jaargang 1
(1896-1897)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
In de weide
Flonkert de dauw in den jeugdigen staat;
Erica purpert in vrengdige praal
Op de heide.
In de boomen
Ruischt er het liedje zoo jong en zoo oud,
Fluistert van alwie er zongen in 't woud,
Van hun droomen!
Kom dan mede!
Dolend in velden en dreven naar lust
Vindt de vermoeide van 't leven de rust
En den vrede.
| |
II. Avond.Avond die glanst op de hei;
Avond die dauwt in de wei;
Droomende zwaatlen de boomen -
Avond in Mei!
Meidoren balsemt den wind,
Die om het lieflijke kind
Dartelt en lokken verspartelt,
Of hij haar mint!
't Avondrood bloost hare koon;
Hoort ze in der vogelen toon
Spelende 't minnelied kwelen? -
Avond volschoon!
's Hertogenbosch.
Dr W. Zuidema.
|
|