De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 104. Het aandenken. Wijze: Je pense à toi, dans les jours de l'absence. Schoon ver van u, blijf ik steeds aan u denken, Geprangd door rouw, bijna verteerd door smart, Schoon dag noch nacht mij geene rust kan schenken, Naar u alleen, naar u verlangt mijn hart. In sombre bosschen, lagchende valleijen, Blijft steeds uw beeld gestadig aan mijn zij, Hoe 't grilziek lot mij zuchten doet en schreijen, In een woestijn blijft mij uw beeld nog bij. bis. Niet in 't gewoel van rustelooze menschen, Of bij den rang die tijd en stand mij schenkt, Is 't groot Heelal te klein voor mijne wenschen, Wanneer mijn hart aan uwe liefde denkt; Ja, dit alleen vervult steeds mijn gedachten, Dikwerf des nachts zie 'k in den droom u nog, 'k Klaag u mijn leed, gij deelt in mijne smarten, 'k Ontwaak, helaas! o zoet en wreed bedrog. bis. Als ik herdenk die snel vervlogen tijden, [pagina 120] [p. 120] Dan bloedt mijn hart, daar 'k onophoudlijk ween; Genoten vreugd doet mij thans bitter lijden, In angst en smart vliên mijne dagen heen; Wanneer op aard geen ramp mij meer kan storen, Mijn koud gebeent' ter grafplaats wordt geleid, Dan zal mijn geest, schoon fluistrend, u doen hooren: ‘Ik min u, ja, zelfs in de eeuwigheid!’ bis. Vorige Volgende