De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] No. 61. Bezigheden. Wijs: Je pense à toi, dans les jours de l'absence. De een mint het hof en 't wijft gewoel der steden, Kruipt voor de mode en 't vorstelijk bevel, Stelt zijn verdienste in zich met smaak te kleeden, Heet huwlijkstrouw en liefde kinderspel; Hoopt op 't salet het hoogst geluk te vinden, Veinst zich uw vriend, en streelt uw hoop met waan, Leeft naar den tijd, en draait met alle winden, Is slaaf van vorst en beul van onderdaan. bis. Een ander wil de wetenschappen zoeken, En kocht daartoe al wat hij koopen kon, Begaapt den muur met fraai vergulde boeken, En waant zich ruim zoo wijs als Salomon. Een ander poogt al 't goud der aard' te omvatten, Dat stom metaal is al zijn zielsbegeer; Hij sluit zich eenzaam op bij al zijn schatten, Staart op het goud, en wenscht nog telkens meer. bis. Mij kan geen wufte pracht van 't hof bekoren, Geen ijdele waan van wijs te willen zijn, Ik gun den vrek zijn volle goudtrezoren, En kies het waar geluk voor valschen schijn: 'k Belach het heil, waarnaar de dwazen zwoegen, Op 't eenzaam veld, aan 't hart der beste vrouw Vind ik, in middenmaat, mijn vergenoegen, Stel mijn geluk in liefde en huwlijkstrouw. bis. Heeft de eer of 't goud wel ooit een heil geschonken. Een stoorloos heil, zoo groot als 't veld mij biedt? Schoon star en lint op hart en schouders blonken, De hoov'ling vond het waar genoegen niet. Wie zal den dwaas geleerd bij boeken noemen? En 't goud bereidt den vrek het zwaarste juk: 'K zit aan 't beekje, en omkrans mijn hoofd met bloemen, Omhels mijn gade en smaak het hoogst geluk. bis. Vorige Volgende