De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 51. Wapenlied. Op, Nederlandsch braaf Batoos telgen, Te wapen voor het vaderland! Zoudt gij dulden, dat die snoode Belgen U beladen met smaad en schand? Zoudt gij dulden, dat die bandieten, Uitschot der volken van Euroop', Voor weinig Brabandsch geld te koop, Ongestraft Neêrlandsch bloed vergieten? Te wapen Batavier! Formeert uw batailjon, Marsch, marsch, voorwaarts marsch! bis. Het Alziend Oog waakt immer over ons. 't Muitziek rot had vijftien jaren, Rust, genot en 't vet der aard; Maar de plunderzieke barbaren Waren zulk een heil niet meer waard. Bij het branden en 't vernielen, Bij het rooven, hun eenigst doel, Moet men tegen 't snoodst gewoel Zich met vrijheid en liefde bezielen. Te wapen enz. Van Amstels reê tot aan de Schelde Blijft steeds de oranjevlag geplant; Al wat strijdbaar is trekt te velde Voor 't behoud van 't vaderland. Hoort gij 't geluid van krijgstrompetten, Die u roepen naar 't veld van eer? [pagina 66] [p. 66] Geeft vuur! uit grof en klein geweer, En beslist door uwe bajonetten! Te wapen! enz. Vorige Volgende