De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 46. Adagio. O! hoe snel vliên onze jaren, Vrolijk die der kindschheid weg, Gulde tijd van zuivere vreugde, Vrij van zorg en overleg! Waar toch, waar toch vliedt gij henen, Gunt gij ons geen blijdschap meer; Keer terug gij schoone tijden, En verlaat ons nimmermeer. Duistre toekomst, gij baart zorgen Aan dit jeugdig kloppend hart: Daar de lente van ons leven Kommer, angst en droefheid tart. Ja, die zorgen zijn behoefte, Zij beperken onze vreugd; Maar ook tevens zijn die zorgen Steunpilaren voor de deugd. Als de minnaars ons omringen, Zijn wij 't minst van zorgen vrij; Als zij onze schoonheid roemen, Is die taal meest vleijerij. Nimmer is men, in dit leven, Meer aan rampen blootgesteld, Daar men midden in de vreugde, Meest de droefheid tegensnelt. Vorige Volgende