De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 38. Aan Eliza. Wijze: Langs het distlig pad der aarde. Eliza! 'k zag u en ik minde, Liefde is beschroomd, ik minde en zweeg, 'k Was niet bij u, maar ik beminde: 'k Wanhoopte niet en ik verkreeg. Ik zag uw oog, zoo fier zoo vurig, Mij zoeken, staren steeds op mij, Heil liefde lonkten mij uw oogen, En deze blik was veinzerij. bis. Toen ik voor 't eerst, aan uwe voeten, De taal der liefde u hooren deed, Verstiet uw hand mij niet, Elize! Uw mond goot balsem op mijn leed; Ik drukte een kus op uwe lippen, Gij wendt het hoofd, het rust op mij; Een kus brandt ook op mijne lippen, En deze kus was veinzerij. bis. Herinner u dien schoonen avond, Elize! toen 'k, met u alleen, In 't somber mirthen-boschje dwaalde, De liefde zweefde om ons heen; ‘Ik min u,’ zeiden uwe lippen, [pagina 51] [p. 51] ‘O leef gelukkig, leef voor mij!’ Gij noemdet mij uw vriend, uw minnaar, En deze taal was veinzerij. bis. Een ander biedt gij uwe lippen, Een ander noemt gij uwen vrind; Een ander maakt uw kus gelukkig, Heeft hij u meer dan ik bemind? Eens zwoert gij: slechts voor mij te leven, En ook deze eed was veinzerij; Elize! 'k zwoer voor u te sterven: Vaarwel! straks is uw minnaar vrij. bis. Vorige Volgende