De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen
(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen
[pagina 23]
| |
Met jonglingsmoed en mannenkracht
Omgorden wij het wapen,
En willen in den kouden nacht
Op harden peluw slapen,
Een ander leger wacht op ons,
Dat koestert ons. bis.
Op, jagers! op, naar 't citadel,
De vredelamp die flonkelt;
Zeg 't meisje van uw hart vaarwel,
Al staat haar oog zoo donker,
Zij zelve mist dien braven man,
Die sterven kan. bis.
Op, jagers! naar den eedlen kamp,
Voor liefde, have en koning,
De stille maan is onze lamp,
En 't veld is onze woning;
Dáár, broeders, jagen wij naar meer
Dan letter-eer. bis.
Daar staat de aloude vrijheids-boom,
Geplant door onze vaderen;
Hij dreef niet mede met den stroom,
Maar schudt alreeds zijn bladeren.
En smeekt om hulp, al ruischt de vaan
Den jagers aan. bis.
Wij jagen naar geen ander wit,
Dan vrijheid onzer erven,
Op, broeders! waar de vijand zit,
Wij jagen of wij sterven.
Dan vangen wij oneindig meer
Dan letter-eer. bis.
|
|