De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 14. Wiege-lied. 't Wordt duister, mijn Roosje, kom speel nu niet meer, Staak, liefje, dat woelen, vlei rustig u neer, Gij ligt in uw wiegje, zoo warm en zacht, Dat God u bewake, mijn kind goeden nacht. bis. Daar ligt zij, mijn rijkdom, van 't dartelen moê, Thans sluit zij haar mondje, haar oogjes gaan toe, Maar 'k lees nog op 't wezen, dat schuldeloos lacht: Waak, God! voor haar moeder; mijn kindgoeden nacht. bis. Nog leeft gij, mijn engel, in zorglooze jeugd, Mijn borst is uw hemel, een bel is uw vreugd, [pagina 21] [p. 21] Nog slapen uw driften, eens voelt gij haar magt, Dat God u bewake, mijn kind, goeden nacht. bis. Gelukkig, mijn Roosje, wie sluimert als gij, O! dat door uw onschuld dit immer zoo zij; Hij sluimert zoo zacht, die zijn pligten betracht, Dat God u bewake, mijn kind, goeden nacht. bis. Vorige Volgende