Nederlandse Letterkunde. Jaargang 20
(2015)– [tijdschrift] Nederlandse Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroege receptie van Tourniers Le Roi des Aulnes in de Nederlandse literatuurkritiek (1970-1972)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Abstract
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 InleidingMichel Tournier (Parijs, 1924) debuteerde in 1967 met de roman Vendredi ou les Limbes du Pacifique, een originele bewerking van het klassieke Robinson-verhaal, die in datzelfde jaar werd bekroond met de Grand Prix du Roman van de Académie Française. Zijn tweede roman, Le Roi des Aulnes, verscheen in 1970 en ontving, enkele maanden na publicatie en unaniem, de Prix Goncourt. Sindsdien publiceerde Tournier meerdere romans, waaronder Les Météores (1975), diverse essays, waarvan Le Vent Paraclet (1977) de bekendste is, en een aantal verhalenbundels. Binnen het oeuvre van Tournier is Le Roi des Aulnes (hierna Le Roi) de roman die verreweg de meeste reacties heeft opgeroepen. Dit is allereerst te danken aan zijn keuze voor het perspectief van een Franse nazi-collaborateur als uiterst ambivalente hoofdpersoon. Abel Tiffauges komt als krijgsgevangene in Duitsland terecht, klimt op binnen de nazikringen en schopt het tot opzichter in een Napola, een opleidingsschool voor de Hitlerjugend. Daarnaast gebruikte Tournier de Tweede Wereldoorlog als thema voor het boek in een mythologisch-fantastische bewerking. Tiffauges verbeeldt zich dat alles wat op zijn pad komt voorbestemd is en dat alles in zijn omgeving een diepere, symbolische betekenis heeft, die hij op geheel eigen wijze duidt. Pas op het einde van de bijna 600 pagina's tellende roman komt Tiffauges tot het besef dat zijn imaginaire wereld een gruwelijke tegenhanger heeft: de Holocaust. Tournier verweeft deze historische invalshoek, waar hij middels noten uitgebreid naar verwijst, met de mythen van onder meer Goethes Erlkönig en die van de heilige Christoffel, in een stijl die wel is omschreven als een Wagner-opera. De onconventionele thema's van de roman in combinatie met de bekroning met de Prix Goncourt leverden Tournier zowel in Frankrijk als daarbuiten uitgebreide aandacht in de literaire kritiek op, zodat Le Roi des Aulnes kan worden beschouwd als zijn internationale doorbraak. Al in een vroeg stadium werden vertalingen van Le Roi uitgebracht, in Nederland eind 1971 en in Duitsland medio 1972. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.1 Theoretische uitgangspuntenLe Roi des Aulnes verscheen in een periode waarin de Franse literatuur nog maar nauwelijks aan prestige had ingeboet. Deze leidende positie binnen de internationale literatuur heeft de Franse literatuur minstens tot eind jaren zestig van de vorige eeuw ingenomen, zoals Pascale Casanova betoogt in The World Republic of Letters (2004).Ga naar eind2. Casanova legt de posities van literaturen uit in termen van autonomie en dominantie enerzijds en ondergeschiktheid en periferie anderzijds. Ze extrapoleert zo de literatuursocio- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
logische theorieën van Pierre Bourdieu naar een internationale dimensie. Zowel het onderzoek van Janssen (2009) als van Van Voorst (1997) laat zien dat in 1970, het jaar waarin Le Roi verscheen, de Nederlandse belangstelling voor de Franse literatuur nog steeds groot was.Ga naar eind3. De positie van de Duitse literatuur is in veel opzichten anders dan de Franse. Het Duits is geen wereldtaal en de Duitse literatuur geniet niet het internationale prestige zoals de Franse literatuur destijds of de Angelsaksische literatuur tegenwoordig. Desalniettemin is het Duitse taalgebied groot genoeg (zeker als men Oostenrijk en Duitstalig Zwitserland meerekent) en geniet de Duitstalige literatuur voldoende eigen prestige om autonoom en zelfreferentieel op te treden.Ga naar eind4. Janssen (2009) toont aan dat de Duitse literatuurkritiek van oudsher een belangrijk deel van haar aandacht aan Zwitserse en Oostenrijkse literatuur besteedt.Ga naar eind5. Daarnaast laten haar statistieken zien dat de Duitse literatuurkritiek weliswaar meer aandacht aan buitenlandse literatuur besteedt dan de Franse en Amerikaanse, maar beduidend minder meertalig georiënteerd is dan de Nederlandse. In vergelijking met de Franse en de Duitse literatuur neemt de Nederlandse literatuur binnen deze ‘World Republic of Letters’ een geheel andere positie in. Casanova deelt haar in bij de ‘[...] languages of ancient culture and tradition [...] that have relatively few speakers, native or polyglot; and though they have a relatively important history and sizeable stock of literary credit, are unrecognized outside their national boundaries, which is to say unvalued on the world literary market.’Ga naar eind6. Als meertalig, perifeer land is Nederland nadrukkelijk in staat om literatuur afkomstig uit omliggende, dominante talen zoals het Frans, Duits en het Engels rechtstreeks te recipiëren. Binnen dit proces van receptie is het de vraag hoe Nederlandse literair recensenten omgaan met een buitenlandse tekst. In zijn artikel ‘Les conditions sociales de la circulation internationale des idées’ uit 2002 benadrukt Bourdieu dat geïmporteerde teksten worden gerecipieerd en geïnterpreteerd naar gelang de samenstelling van het ontvangende land, maar dat de import van zo'n tekst nooit helemaal blind verloopt. De duiding die in het land van origine aan een tekst wordt gegeven, zal dan ook door recipiënten in het ontvangende land zeker in ogenschouw worden genomen.Ga naar eind7. In het geval van literair grensverkeer gaat het dus steeds om de mate waarin men zich van het land van herkomst (in dit geval de toonaangevende Franse literatuur) distantieert en bijvoorbeeld een eigen debat voert of expliciete vergelijkingen trekt met de nationale literatuur. Daarnaast dient de recensent met zijn of haar oordeel, toonzetting en keuze ook te voldoen aan een bepaald, vaak impliciet verwachtingspatroon van het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lezerspubliek. In The Rules of Art omschrijft Bourdieu dit aanpassingsvermogen van de criticus als ‘homologie’.Ga naar eind8. Deze homologie kan zowel betrekking hebben op het streven van de criticus om herkenbaar te blijven en trouw te zijn aan de eigen staat van dienst, alsook om zich over landsgrenzen heen aan te passen aan het land waarvoor men schrijft. In The World Republic of Letters beschrijft Casanova strategieën die kleinere talen die evenmin over veel literair prestige beschikken, kunnen aanwenden om meer literair aanzien te verwerven.Ga naar eind9. Zo vormt het zich toe-eigenen van teksten met een groot universeel kapitaal een belangrijk middel om het eigen literair kapitaal te vergroten. Een belangrijke rol speelt daarbij de vertaling van de geïmporteerde teksten naar de eigen taal. In een artikel uit 2008 onderzoekt Johan Heilbron de sociologische tendensen rondom boekvertalingen in Frankrijk en Nederland. De Nederlandse houding binnen deze uitwisseling omschrijft hij daarbij als volgt: ‘Instead of resisting cultural domination in international affairs, we find a pattern of active accommodation and a predominant tendency to adjust to reality as defined internationally.’Ga naar eind10. In het algemeen zit er volgens Heilbron voor kleine talen en perifere literaturen weinig anders op dan het wereldtoneel nauwlettend te volgen zonder er zelf een actieve rol in te kunnen spelen. Het is in het licht van dit krachtenveld dat de keuzes van de Nederlandse literatuurkritiek inzake Le Roi worden onderzocht. Zoals hierboven betoogd was Nederland in de vroege jaren zeventig in cultureel-literair opzicht nog sterk gericht op de Franse literatuur. Midden in dat Franse literaire centrum, dat wil zeggen Parijs, bevond Tournier zich toen hij voor de prestigieuze uitgeverij Gallimard de Prix Goncourt won voor Le Roi. Anderzijds is het goed voorstelbaar dat de Nederlandse recensent vanwege de taalkundige en geografische verwantschap met het Duitse taalgebied gevoelig zal zijn voor de historische invalshoek van Tourniers roman. Vanwege de grote belangstelling voor Le Roi binnen de Duitse literatuurkritiek ligt het voor de hand Duitsland in deze vergelijking te betrekken. Ook de rol van taal en vertaling zal daarbij worden bestudeerd. In de Duitse literaire pers leidt de toekenning van de Goncourt in 1970 tot enkele nieuwsberichten waarin de auteur, diens roman en de Franse receptie ervan worden toegelicht.Ga naar eind11. Recensies van de roman volgen pas wanneer (in 1972) de vertaling ervan verschenen is. Daarentegen reageert de Nederlandse literatuurkritiek onmiddellijk na toekenning van de Goncourt met een tiental recensies, zonder de Nederlandse vertaling af te wachten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2 Methodologie: het vergelijkende receptieonderzoek van FischerNaar de receptie van Tourniers werk in het algemeen of specifiek per land, publicatiemedium of boektitel is nog weinig onderzoek verricht. Tijdens een in mei 2011 aan de Universiteit van Angers gehouden internationaal congres ‘La réception de l'oeuvre de Michel Tournier en France et à l'étranger’ is een belangrijke stap gezet met het in kaart brengen van de algemene, internationale receptie van het werk van Tournier.Ga naar eind12. In de daaruit voortgekomen congresbundel Michel Tournier au miroir - La réception de l'oeuvre de Michel Tournier, en France et à l'étranger (2013) zijn voor diverse landen, waaronder Rusland, Italië, de VS en Nederland de achtergronden van de algemene Tournier-receptie geïnventariseerd, geanalyseerd en beschreven.Ga naar eind13. Tot nu toe geldt de studie van Manfred S. Fischer uit 1977 als de enige waarin de literair-kritische receptie van Le Roi in het bijzonder wordt geanalyseerd. In zijn proefschrift Probleme internationaler Literaturrezeption. Michel Tourniers ‘Le Roi des Aulnes’ im deutsch-französischen Kontext uit 1977 onderzocht Fischer de vroege ontvangst van Le Roi in Duitsland en in Frankrijk door de literaire pers. Voor een twintigtal Franse en Duitse recensies uit de periode 1970-1973 inventariseerde Fischer de invalshoeken, interpretaties en waardeoordelen met als doel de belangrijkste verschillen en overeenkomsten in de ontvangst van Tourniers roman bloot te leggen.Ga naar eind14. Fischer licht toe hoe Tourniers roman in beide landen uiterst positief werd ontvangen, maar dat de toonzetting van de Duitse kritiek toch beduidend anders was. De uitkomsten van de vergelijkende studie van Fischer zullen hieronder worden besproken en vormen het uitgangspunt voor de analyse van de Nederlandse receptie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.1 Waardering, onbehagen en onbegripAls belangrijkste overeenkomst tussen beide landen noemt Fischer dat zowel de Franse als de Duitse critici overtuigd zijn van de kwaliteit van de roman maar dat zij ook regelmatig getuigen van een gevoel van onbehagen of ‘vervreemding’.Ga naar eind15. Zo meldt Volker Hag in zijn recensie voor de Frankfurter Rundschau: ‘Ein ungutes Gefühl bei diesem Roman will nicht weichen’, en omschrijft François Nourissier in zijn recensie voor Les Nouvelles Littéraires het boek als ‘remuante, audacieuse, dépaysante.’ Dit gevoel van onbehagen is nauw verbonden met het onbegrip dat veel critici ervaren. Georg Rudolf Lind schrijft in Die Welt de verwikkelingen rondom de hoofdpersoon niet steeds te kunnen volgen en spreekt van tegenstrijdigheden: ‘Unklar bleibt, wie sich Abel von einem Kriegs- und Uniformhas- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ser zum Zutreiber für eine NS-Kadettenanstalt verwandeln kann.’ In zijn recensie in Le Nouvel Observateur omschrijft Jean Freustie de roman als ‘ahurissante et passionnante’, met een complexiteit die de lezer in verwarring kan brengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.2 Historische interpretatie vs. psychologisch-symbolische interpretatieWaar het gaat om de belangrijkste verschillen tussen de beide landen, blijkt dat in de Duitse kritiek veelal het nazitijdperk als hoofdthema van de roman wordt beschouwd, terwijl dit tijdperk in de ogen van de Franse critici veel meer de achtergrond is voor een individueel drama. Analyse van recensies die niet door Fischer in diens onderzoek betrokken werden, onderschrijft dit Frans-Duitse onderscheid.Ga naar eind16. Fischer benadrukt hoezeer Tourniers roman de Duitse lezer confronteert met het eigen recente verleden en spreekt van een ‘mit Schuld beladenen Verklemmtheit’.Ga naar eind17. Verschillende Duitse recensenten noemen Le Roi een geslaagde poging tot een ‘Bewältigung’ van het nationaalsocialistische tijdperk. Zo suggereert criticus Georg Rudolf Lind dat wellicht alleen een Fransman zo'n onbarmhartig en toch menselijk beeld kan schetsen van de donkerste periode uit de Duitse geschiedenis en schrijft Leonard Reinisch (Neue Rundschau): ‘[...] hier bewältigte ein Franzose unsere dunkle braune Vergangenheit [...]’. Deze ontvangst is, gezien de historische thematiek en de bijzondere invalshoek die Tournier voor zijn roman gekozen heeft, niet verwonderlijk.Ga naar eind18. De publicatie van Tourniers roman viel samen met een hernieuwde belangstelling binnen de Franse samenleving voor de Tweede Wereldoorlog en een nuancering van de rol die vele Fransen daarin speelden. De ambivalente houding tussen collaboratie en verzet was bijvoorbeeld het onderwerp van twee films uit de vroege jaren zeventig, Le Chagrin et la pitié (1971) en Lacombe Lucien (1974).Ga naar eind19. Desalniettemin ziet geen enkele Franse recensent Le Roi als een ‘Bewältigung’ van de recente geschiedenis. De Franse critici kiezen zonder uitzondering voor een uitgebreide analyse van de psychologische ontwikkeling van de hoofdpersoon en de mythen en symbolen in de roman, waarbij het thema van de Tweede Wereldoorlog een ondergeschikte of geen rol speelt. In haar recensie voor Le Monde legt Jacqueline Piatier de nadruk op de ambiguïteit van de hoofdpersoon die afwisselend mens en monster (‘ogre’) is en door de nazi's op het verkeerde pad wordt gebracht. Zij trekt daarbij geen parallel met het recente Franse verleden. Volgens haar wil Tournier middels het thema van het nazisme in Le Roi vooral waarschuwen tegen een monsterlijke samenleving (een ‘civilisation ogresse’). Jean Freustie wijdt het leeuwendeel van zijn recensie in Le Nouvel Ob- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
servateur aan de beschrijving van de levensloop en roeping van Tiffauges en benoemt slechts twee keer Tiffauges' omgang met nazi-Duitsland. Göring komt ter sprake als Tiffauges op diens jachtdomein een betrekking krijgt, waarop Freustie opmerkt: ‘Ce sont là les passages plus drôles du livre.’ Vervolgens bespreekt Freustie de ‘pages admirables’ waarin Tournier nazi-ceremonies beschrijft, volgens Freustie met de ‘geruststellende zekerheid van iemand die de geschiedenis heeft overleefd en de afloop ervan kent’. In zijn slotwoord roemt Freustie de manier waarop Tournier zijn teksten ‘bekleedt met kostbare stoffen, afkomstig uit een ver verleden’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.3 EphraïmBij de ontknoping van Tourniers roman speelt de ontdekking van een Joods jongetje, Ephraïm genaamd, een cruciale rol bij de zogenaamde ‘inversion maligne’: Tiffauges' late besef dat de door hem geïdealiseerde naziwereld in werkelijkheid de Holocaust als gruwelijke keerzijde heeft. Binnen de Le Roi-kritiek lijkt deze ontknoping te fungeren als een punt van onderscheid. De episode met Ephraïm wordt door diverse Duitse critici bekritiseerd als gekunsteld en moreel betwistbaar. Zo schrijft Leonhard Reinisch dat het voor hem te vergezocht is dat de collaborerende Tiffauges door een Joods jongetje tot inkeer gebracht wordt en merkt Werner Wien (Kritische Blätter) op: ‘Diese Sühnetat wirkt ein wenig aufgesetzt.’ In de Franse recensies wordt weliswaar veel belang gehecht aan de thematiek van de ‘inversion maligne’ maar er is van het soort bedenkingen als die van Reinisch en Wien niets te bespeuren. Zo biedt Anne Villelaur in haar recensie in Les Lettres Françaises slechts een neutrale beschrijving van de passage in de roman: ‘Inversion maligne, mais plus déconcertante, est aussi la révélation des camps de concentration, par l'intermédiaire d'un petit Juif laissé pour mort au bord de la route [...].’ In de Franse literatuurkritiek wordt de episode met het Joodse jongetje slechts beschreven als een onderdeel van de symboliek, zonder dat enige kanttekeningen worden geplaatst. In dit artikel zal geanalyseerd worden hoe de Nederlandse Le Roi-recensies zich verhouden tot de Franse en de Duitse Le Roi-kritiek. Sluit de Nederlandse literatuurkritiek aan bij de psychologisch-symbolisch georiënteerde interpretatie die typerend is voor de Franse receptie van Le Roi? Of vormt de historische invalshoek het belangrijkste thema van de recensies en sluit men dus meer aan bij de Duitse receptie? Ook zal worden onderzocht of Nederlandse recensenten blijk geven van onbehagen, onbegrip of morele bedenkingen uiten, zoals het geval is in besprekingen van diverse Duitstalige recensenten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.4 De Le Roi-recensie van Jean AméryDe scherpste kritiek op de roman van Tournier uit de Joods-Oostenrijkse journalist en schrijver Jean Améry. De episode met Ephraïm bestempelt hij als een onrealistisch en zwak alibi en alleen bedoeld als rechtvaardiging van Tiffauges en daarmee van de hele roman. Améry verzet zich tegen de lof die Tournier in Frankrijk en Duitsland voor zijn roman krijgt toegezwaaid en hekelt de dubieuze moed waarmee de schrijver de nazitijd ‘literaturfähig’ maakt. In de ogen van Améry heeft Tournier verzuimd indirect positie te kiezen en de situatie waarin bijvoorbeeld de Napola-kinderen werkelijk verkeerden, aanschouwelijk te maken. Améry (pseudoniem van Hans Maier, 1912-1978) gold in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw als het ‘morele geweten’ van Duitsland. Als verzetsstrijder werd hij in 1943 gearresteerd, waarop een verblijf in verschillende concentratiekampen volgde. Zijn bekendste werk is Jenseits von Schuld und Sühne. Bewältigungsversuche eines Überwältigten dat in 1966 verscheen en waarin hij voor het eerst en op indringende wijze verslag deed van zijn kampervaringen. In zijn essays, vaak eerst gepubliceerd als artikel of uitgezonden op de radio en vervolgens gebundeld, ageerde Améry onder meer tegen de historisering van de Tweede Wereldoorlog en tegen alles wat neigde naar een foutieve ‘Vergangenheitsbewältigung’. Améry uit zijn kritiek op Le Roi in het artikel ‘Aesthetizismus der Barbarei: Über Michel Tourniers Roman “Der Erlkönig”’ dat in 1973 in het tijdschrift Merkur verscheen en middels een radio-essay bij de zender Freies Berlin op 11 januari 1973.Ga naar eind20. In de ogen van Améry kan Tourniers literaire interpretatie van de Tweede Wereldoorlog niet anders worden opgevat dan als een rechtvaardiging van de daden van het naziregime: ‘Werde ich ungerecht, wenn ich dem französischen Germanisten, der sich mit einer Akribie [...] in die HJ-Sprüche eingearbeitet hat, Nazi-Sympathien zuschreibe?’ Améry's reactie past in het naoorlogse tijdsbeeld waarin Duitsland worstelt met het recente verleden. Desalniettemin, zo benadrukt ook Fischer, is er geen enkele andere recensent in de Duitse media die Améry's extreme stellingname overneemt, hoewel men er ongetwijfeld, gezien zijn positie, kennis van heeft genomen en het wellicht ook (deels) met hem eens is geweest.Ga naar eind21. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.5 De Duitse Le Roi-recensie van François BondyIn zijn overigens zeer positieve recensie van Le Roi, op 10 november 1972 voor Die Zeit, hekelt de Zwitserse criticus, essayist, vertaler en journalist François Bondy eveneens het moraliserende einde van de roman, met daarin Ephraïm: ‘Und die Sühne des Ogers, der den Judenknaben auf | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
seine Schultern nimmt, ist von allzu ausgeklügelt versöhnlicher Symmetrie.’ De meertalige en zeer productieve Bondy (1915-2003) is wel een ‘onvermoeibare handelsreiziger in goede literatuur’ genoemd.Ga naar eind22. Bondy was medeoprichter van diverse tijdschriften en speelde een belangrijke rol als wegbereider van diverse schrijvers, zoals Nathalie Sarraute, Günter Grass en Witold Gombrowicz.Ga naar eind23. In zijn recensie van Le Roi blijkt Bondy's kosmopolitisme allereerst uit zijn uitgebreide bespreking van de succesvolle ontvangst van de roman in het buitenland, waaronder de VS, Groot-Brittannië, Italië en Frankrijk. Zijn belezenheid spreekt ook uit zijn bewondering voor Tourniers zorgvuldige beschrijvingen van Duitsland die, naar zijn mening en in tegenstelling tot veel andere Franse romans, zeer accuraat zijn. Bondy is zich daarnaast zeer bewust van de bijzondere ontvangst in Duitsland van Tourniers roman. Een groot deel van zijn recensie is dan ook gewijd aan de overweging hoe de roman door Duitse ogen gelezen zou moeten worden. Bondy lijkt zich in eerste instantie te scharen bij de door Fischer geschetste typisch Duitse interpretatie wanneer hij suggereert dat men Tourniers roman wellicht niet vanuit een Franse, fantastische invalshoek zou moeten lezen maar juist als een ietwat fictieve weergave van een specifieke periode in de Duitse geschiedenis. In zijn eindconclusie legt Bondy deze suggestie echter naast zich neer en stelt dat deze uiterst gedocumenteerde roman toch anders moet worden gelezen: ‘In Wahrheit ist diese Wirklichkeitsschicht Kulisse für ein individuelles psychisches Drama. [...] Das Politische ist die Fassade, das Intime der eigentliche Bau.’ Met dit pleidooi om de politiek-historische dimensie van Le Roi als decor te zien van de belangrijkere psychologische handeling, is Bondy binnen de Duitse kritiek de enige recensent die aansluit bij de ‘Franse’, psychologisch-symbolische lezing.Ga naar eind24. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Le Roi des Aulnes in de Nederlandse literatuurkritiek: 10 recensiesAanleiding tot de eerste berichtgeving rondom Le Roi in Nederland is de toekenning van de Prix Goncourt op 23 november 1970. Artikelen voorafgaand aan deze bekroning, die dus rechtstreeks volgen op de publicatie zelf, heb ik niet gevonden. De eerste vermeldingen zijn zeer kort en veelal anoniem en lijken een bewerking van een algemeen Parijs' persbericht. Deze berichten zullen niet in de analyse betrokken worden. Voor zover ik heb kunnen nagaan, zijn er vervolgens in de periode tussen november 1970 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en april 1972 in totaal tien uitgebreidere recensies verschenen. Opmerkelijk genoeg leverde François Bondy, twee jaar voor zijn Duitse recensie, een uitgebreide, Nederlandstalige bespreking van Le Roi. Vanwege de bijzondere achtergrond van Bondy zal deze recensie apart besproken worden.
De aandacht voor Le Roi in de Nederlandse literaire kritiek kan als zeer positief worden beschouwd en ontwikkelt zich van korte, parafraserende artikelen tot recensies met meer achtergrondinformatie en enkele diepgaande interpretaties. Clasine Heering-Moorman geeft als eerste recensent enige informatie over boek en schrijver en Martin Ros biedt in zijn artikel het meest uitgebreide overzicht van de internationale receptie van Le Roi en het klimaat waarin het boek in Frankrijk ontvangen werd. Van de hand van Elly Jaffé-Freem verschijnt in De Groene Amsterdammer de eerste uitgebreide bespreking van Le Roi, die vijf kolommen beslaat. Ed Jongma is de eerste recensent die een poging waagt het vroege oeuvre van Tournier nader te typeren.Ga naar eind25. De bespreking van Elisabeth de Roos voor Het Parool is de meest diepgaande interpretatie van Le Roi binnen de Nederlandse literatuurkritiek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.1 Historische versus psychologisch-symbolische interpretatieHieronder zal van zeven recensies de interpretatie nader worden geanalyseerd. De eerste twee artikelen (in De Telegraaf en de Volkskrant) zullen vanwege hun beperkte omvang en sterk samenvattende karakter buiten beschouwing worden gelaten. Een belangrijke factor voor de wisselende meningen lijkt de literaire specialisatie van de critici te zijn. Recensenten die in hun bespreking de nadruk leggen op de historische invalshoek van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de roman, zijn veelal gespecialiseerd in de Duitstalige literatuur of zijn, zoals in het geval van Ros en Van Doorne, generalist. Daarentegen gebruiken recensenten gespecialiseerd in de Franse letterkunde hun bespreking om de symboliek in de roman te analyseren, waarbij zij aan de historische invalshoek hooguit als achtergrond refereren. In zijn recensie somt Martin Ros de uitgebreide research op die Tournier voor zijn boek deed en prijst het ‘met zeldzame onthullingskracht geladen beelden van de “homo fasciste” [...].’ Martin Ros (1937) was werkzaam als recensent, vertaler en uitgever bij De Arbeiderspers (o.a. Privé-Domein). Boeken over de Tweede Wereldoorlog hadden zijn speciale interesse en werden regelmatig door hem besproken.Ga naar eind26. Voor zijn bespreking van Le Roi lijkt Ros veel informatie te hebben ontleend aan een artikel dat het Duitse blad Der Spiegel op 30 november 1970 aan de roman wijdde naar aanleiding van de Prix Goncourt.Ga naar eind27. Ros verwijst ook voor uitspraken van Tournier vooral naar interviews met de Duitse pers waarin de schrijver zijn verbondenheid met de Duitse historie benadrukt. Gezien Ros' interesses en zijn keuze voor Duitse bronnen hoeft de historische invalshoek van zijn recensie geen verrassing te zijn. Rudi Boltendal (1924-1993), die ten tijde van de publicatie van Le Roi voor de Leeuwarder Courant schrijft, publiceerde met name over Duitse, vooroorlogse schrijvers.Ga naar eind28. Boltendal bewondert de wijze waarop Tournier een abnormale figuur als Tiffauges heeft gesitueerd in een land waar Hitler en Göring huishouden en toch een geloofwaardig verhaal heeft kunnen schrijven. Wat het nazistische Derde Rijk in wezen heeft doen ontstaan zal waarschijnlijk nooit volledig kunnen worden omschreven. Maar de Fransman Tournier heeft met zijn stelling dat Hitlers rijk het produkt was van zijn eigen symbolen die het spel oppermachtig hebben geleid wel een aanwijzing gegeven voor de richting waarin gezocht moet worden. Koos van Doorne, hoofdredacteur literaire kritiek bij Trouw, begint zijn recensie met de uitspraak: ‘Er zullen nog heel wat romans over de laatste grote oorlog geschreven worden: de worsteling was zó hevig, zo bloedig en had een zó hoog goed tot inzet dat de mens zich moeilijk losmaakt van de herinnering aan die oorlog.’ Van Doorne (1908-1984) bezat op dat moment al een lange staat van dienst als recensent van voornamelijk Nederlandse en Franse literatuur voor Trouw en voorzag zijn stukken vaak van ‘een moralistisch oordeel en soms een aanmaning voor de lezer’.Ga naar eind29. Van Doorne prijst het boek om zijn ‘grote verdiensten vanwege de beschrijvingskunst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en vanwege het angstaanjagende beeld dat van de Duitse hoogmoed en Duitse Blut und Boden-religie wordt opgeroepen.’ In haar recensie voor NRC Handelsblad legt Clasine Heering-Moorman de nadruk op hoofdpersoon Tiffauges als ‘sprookjesreus’, ‘bovennatuurlijk wezen’ en ‘geperverteerde Christofoor’. Clasine Heering-Moorman (1910-2006) gold als gerenommeerd specialiste in de Franse literatuur, die zij recenseerde (waaronder voor NRC) en vertaalde (onder andere Gracq en Char).Ga naar eind30. Zij verwijst naar een toonaangevende Franse recensie (door Jacqueline Piatier voor Le Monde) om haar bespreking in te leiden. Hoewel zij wijst op de historische setting van de roman, lijkt zij deze vooral te zien als decor voor de levenswandel van Tiffauges. Dit blijkt ook wanneer zij aan het slot de roman kort typeert: ‘Tournier doet in Le roi des aulnes het omgekeerde van wat in verreweg de meeste romans gebeurt: hij benadert de psychologie van de eenling vanuit een netwerk van gegevens over een groep.’ Elly Jaffé-Freem (1920-2003) was gerenommeerd vertaler en jarenlang recensente Franse literatuur voor De Groene Amsterdammer. In haar recensie heeft Jaffé-Freem zeker oog voor het historische thema van de roman, maar benadrukt de fantastische interpretatie van de auteur: ‘Een bekend onderwerp, de oorlog en de mentaliteit van het “Herrenvolk” wordt door Michel Tournier op een verbazend ongewone wijze benaderd.’ Haar visie blijkt ook uit haar omschrijving van het lot van hoofdpersoon Abel Tiffauges: ‘Door alle voorvallen uit zijn leven is deze Abel als het ware voorbestemd om in het romantische en haast surrealistische Duitsland van de Menseneters een rol te vervullen.’ Daarnaast legt Jaffé-Freem de nadruk op wat zij ‘het omgekeerde negatieve beeld’ noemt, wat doet denken aan de ‘inversion maligne’ uit de Franse kritiek. Ed Jongma (1932) besprak tussen de jaren zestig en tachtig Franse literatuur voor Vrij Nederland (en later ook NRC) en vertaalde literair werk uit het Frans (o.a. van Léautaud en Montherlant). Zijn recensie van Le Roi wijdt Jongma volledig aan zijn analyse van de symboliek van het ‘dragen’ en de ‘inversion maligne’. Jongma's enige verwijzing naar de historische invalshoek van de roman is als hij het boek als volgt introduceert: ‘[...] de geschiedenis van een apocalypse, die zich in laatste instantie afspeelt in Oost-Pruisen - waar vindt men mooier decor? - tijdens de ondergang van het Derde Rijk in 1945.’ Door nazi-Duitsland te zien als niet meer dan een achtergrond voor een persoonlijk drama, sluit Jongma aan op de interpretatie die ook de Franse literatuurkritiek toepast. Elisabeth de Roos (1903-1980) was ten tijde van haar recensie al een halve eeuw actief als critica van voornamelijk Engels en Frans proza (o.a. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woolf, Gide en Malraux) voor o.a. Forum, De Gids en Het Parool. Ook was zij actief als vertaalster van onder meer werk van Stendhal (La Chartreuse de Parme) en de Brontës (Wuthering Heights en Jane Eyre).Ga naar eind31. In haar recensie schenkt De Roos veel aandacht aan het analyseren en beschrijven van de spelelementen in Tourniers proza. Haar situering, als openingszin van haar artikel, van Le Roi binnen de Franse literatuur duidt hierop: ‘Niet alleen een modieus deel van de huidige Franse literatuur staat in het teken van het teken. Le Roi des Aulnes (Erlkönig) van Michel Tournier is tot barstens toe gevuld met tekens en symbolen, maar ze zijn geen theorie, ze zijn romanstof hier.’ Ook ontleedt zij de wijze waarop Tournier de historische werkelijkheid naar zijn hand zet. De Roos wijst op de documentatie over nazi-Duitsland waarnaar Tournier achterin zijn roman verwijst en oordeelt dan: [...] in duidelijk fictieve dialogen klinken woorden regelrecht aan de Neurenbergprocessen ontleend. Dit wekt een ‘vervreemdingseffect’ dat [...] moeilijk anders te interpreteren lijkt dan zo: ik gebruik de authentieke feiten maar geef ze de symbolische betekenis die ze hadden moeten hebben - ‘moeten’ vooral in esthetische zin. In De Roos' interpretatie is de historische invalshoek ondergeschikt aan haar analyse van de symboliek in Le Roi, in navolging van de Franse literatuurkritiek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2 Bewältigung, onbehagen, negatieve kritiekHoewel de interpretaties van Tourniers roman binnen de Nederlandse literatuurkritiek dus uiteenlopen, is van negatieve kritiek, zoals die van Améry binnen de Duitse literatuurkritiek, geen sprake. Martin Ros is de enige die een mogelijke controverse rondom Le Roi vermeldt. Hij beschrijft hoe er in december van dat jaar een boekpresentatie plaatsvond in een fascistische boekhandel: ‘Het thema “het fascisme en de literatuur” geraakte “in” en toen begon ook de discussie rond Tourniers boek hevig op te vlammen.’ Volgens Ros zit Tourniers uitgever Gallimard nu met een ‘schandaal-Goncourt’, hoewel hij ook benadrukt dat de verdenking zijns inziens ongegrond is. Van de controverse die Martin Ros in zijn artikel suggereert, zijn in de daaropvolgende Tournier-recensies geen sporen terug te vinden. Evenmin is sprake van onderlinge meningsverschillen of enig debat. Kanttekeningen van morele aard, zoals in de Duitse literaire kritiek geuit, blijven in de Nederlandse recensies eveneens achterwege. De enige bedenking die hier en daar in de Nederlandse recensies te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vinden is, betreft het symbolische stramien van de roman, dat er, zoals Jaffé-Freem bijvoorbeeld meldt, te dik op ligt, zonder dat dit haar eindoordeel negatief beïnvloedt.Ga naar eind32. Ros omschrijft Le Roi neutraal als ‘Het boordevol symboliek en parabolen gestopte verhaal [...]’ en Jongma is juist heel positief als hij ter afsluiting schrijft: ‘Alle draden komen samen, de stukken sluiten als een puzzle [sic].’ In de Nederlandse kritiek zijn dus niet, zoals in de Duitse, al te zware bedenkingen met betrekking tot de constructie van Tourniers roman te vinden. Wanneer men inventariseert of het thema van de ‘Bewältigung’ ook door Nederlandse critici benoemd wordt, dan is het niet verwonderlijk dat de drie recensenten die de ‘Duitse’, historische interpretatie delen (Ros, Boltendal en Van Doorne), dit thema in hun analyse van Le Roi ook benoemen. De besprekingen van bijvoorbeeld Jaffé-Freem en De Roos laten zien dat zij weliswaar niet blind zijn voor de historische invalshoek van de roman (Jaffé-Freem verwijst naar beladen termen als ‘Arbeitseinsatz’ en ‘Blut und Boden’) maar dat deze aspecten ondergeschikt blijven aan hun algehele, op de symboliek georiënteerde interpretatie. De Roos lijkt zelfs geheel voorbij te gaan aan de ambiguïteit van de hoofdpersoon wanneer zij beschrijft hoe Tiffauges carrière maakt in nazikringen: ‘Dit alles in onschuld: hij is ongelukkig geweest in Frankrijk en de Duitsers met wie hij te maken heeft behandelen hem goed.’ Het ‘Unwohlsein’ of onbehagen waarvan diverse Franse en Duitse recensenten getuigen, komt in veel Nederlandse kwalificaties terug. Ed Jongma typeert het boek als ‘pessimistisch’ en ‘onheilspellend’ en het proza als ‘barbaars en meedogenloos’ en Jaffé-Freem kwalificeert het als ‘dubbelzinnig, mysterieus, macaber, weerzinwekkend’. Dit onbehagen ontbreekt alleen in de recensie van Elisabeth de Roos, maar zij stipt wel meermaals het effect van ‘vervreemding’ aan. De belangrijkste boodschap van haar recensie is dat zij bekent de schrijver zelf op basis van zijn boek niet te kunnen doorgronden. ‘Tiffauges lijkt au fond menselijker dan de auteur. Het is onmogelijk niet geboeid te worden door Tournier's beeldend vermogen, de inventiviteit, de concrete verhaaltrant, maar even onmogelijk, althans voor mij, om enige relatie te voelen tot de roman als zodanig.’ In de Duitse recensies werden door diverse critici, waaronder Bondy en Reinisch, duidelijke kanttekeningen geplaatst bij de al te gekunstelde wijze waarop het Joodse jongetje Ephraïm aan het einde van de roman wordt opgevoerd. Hoewel de Nederlandse critici zonder uitzondering deze scène vermelden, uit geen van hen enige kritiek op deze passage. Alleen Elisabeth De Roos laat in haar beschrijving van de passage met Ephraïm een bedenking doorschemeren. Zij sluit haar beschrijving van de ontknoping | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de roman af met: ‘Maar laat men nu vooral niet denken aan een eenvoudige moraal.’ Zij laat hier echter geen moreel oordeel op volgen maar vervolgt met een analyse van de symboliek in de roman: ‘[...] het spel van Tourniers hermetisch opgetrokken constructie.’ De Nederlandse Le Roi-kritiek kan wel omschreven worden als behoudend en zeer divers. Negatieve kanttekeningen, voor zover geuit, worden zonder uitzondering gecompenseerd met positieve commentaren. De Nederlandse recensent stelt zich meer dan eens neutraal op waar de Duitse recensent zich veel duidelijker uitspreekt. In de gehele Nederlandse Le Roi-kritiek zijn dan ook geen sterk afwijkende reacties of zeer negatieve oordelen te vinden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.3 De Nederlandse Le Roi-recensie van François BondyTwee jaar voordat zijn Duitse recensie in Die Zeit zou verschijnen, publiceert Bondy op 28 november 1970, een kleine week dus na de Goncourt-bekroning, een Nederlandstalige recensie in de Haagse krant Het Vaderland. Deze recensie gaat vooraf aan de meeste Nederlandse besprekingen van Le Roi en kan wel beschouwd worden als de meest diepgaande tot dan toe. Het moge duidelijk zijn dat de journalistieke loopbaan van Bondy hier nader moet worden omschreven. Nadat het mede door hem opgerichte Franse tijdschrift Preuves in 1969 ter ziele was gegaan, keerde Bondy terug naar Zwitserland. Het kan zijn dat hij in deze periode op zoek is gegaan naar andere opdrachtgevers, mede geholpen door zijn uitstekende journalistieke netwerk. Mogelijkerwijs heeft Het Vaderland, zo vlak na de toekenning van de Prix Goncourt aan Tournier, goed beslagen ten ijs willen komen en een beroep gedaan op een ervaren criticus. Bondy, die het Nederlands niet machtig was, moet een recensie hebben aangeleverd, die vervolgens vertaald is.Ga naar eind33. Evenals in zijn Duitse recensie laat Bondy middels veel vergelijkingen en verwijzingen blijken internationaal georiënteerd te zijn. Echter, veel meer dan in zijn Duitse recensie biedt Bondy in zijn Nederlandse recensie een overzicht van de Franse literatuur van dat moment. Na een uitgebreide opsomming van onlangs verschenen werk van andere Franse schrijvers noemt hij Le Roi ‘interessanter, problematischer, spannender ook’. Daarmee is Bondy veel complimenteuzer dan in zijn Duitse recensie: hij noemt hier de bekroning met de Prix Goncourt ‘haast vanzelfsprekend’. Anderzijds blijkt echter dat waar Bondy in zijn Duitse recensie slechts lichte kritiek uit op Tourniers roman, zijn commentaar in de Nederlandse recensie stelliger is. Op verschillende momenten kwalificeert hij de opzet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de roman als ‘kunstmatig’, ‘te uitgedacht’ en ‘niet zo onmiddellijk overtuigend’. Toch, en dit in tegenstelling tot zijn latere Duitse recensie, is Bondy hier neutraal over de passage met Ephraïm: ‘Tenslotte zal Tiffauges aan een uit Auschwitz ontvluchte jongen Ephraïm honds onderworpen zijn en proberen hem [...] te redden.’ In deze Nederlandse recensie noemt Bondy het ‘dragen’ het ‘individuele hoofdthema van de roman’. De helft van zijn artikel, veel meer dan in zijn Duitse recensie, ruimt Bondy in voor een analyse van Tiffauges als ‘forisch’ en dubbelzinnig wezen, wat doet denken aan de analyse die de Franse Le Roi-kritiek kenmerkt.Ga naar eind34. Dit thema kan in zijn ogen echter niet los worden gezien van het ‘tijdsbeeld’: ‘[...] een tegelijk droomachtig fantastisch en een documentair precies gereconstrueerde beeld van een stuk Nazi-werkelijkheid’. In zijn Nederlandstalige recensie gaat Bondy nergens zo ver om de ‘Bewältigung’ in de roman als thema te noemen maar hij verwijst dit thema evenmin naar de achtergrond, zoals in zijn Duitse recensie uit 1972. Bondy neemt zo een tussenpositie in, wat van meet af aan blijkt uit de titel die hij voor zijn artikel kiest: ‘Mythe en tijdsbeeld in bekroonde Franse roman.’ Waar Bondy in zijn Duitse recensie nog duidelijk stelling nam omtrent de te kiezen interpretatie van Le Roi en daarin wenste af te wijken van de algemene tendens in de Duitse Le Roi-kritiek, kan zijn Nederlandse Le Roi-recensie worden omschreven als minder uitgesproken en neutraler. Men kan er echter van uitgaan dat Bondy, als geen ander op de hoogte van de internationale literaire verhoudingen, in homologie met het Nederlandse literaire veld zijn recensie heeft samengesteld. Daarop wijst ook zijn uitgebreide bespreking van de Franse literatuur, die uitvoeriger is dan in zijn Duitse recensie. Geen enkele Nederlandse recensent verwijst naar de bespreking van Bondy en de weinige overeenkomsten die met andere Nederlandse recensies aan te wijzen zijn (zoals de analyse van het thema ‘dragen’ of de kritiek op de stand van de Franse literatuur), kunnen ook terug te voeren zijn op het gebruik van dezelfde Franse bronnen. Tegelijkertijd moet men daarmee constateren dat deze vroege recensie van Bondy geen afwijkend geluid binnen de Nederlandse Le Roi-kritiek laat horen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.4 Vergelijkingen met Nederlandse literatuurOndanks diverse vermeldingen van het thema ‘Bewältigung’ in de Le Roi-kritiek, blijft dit zonder concrete verwijzing naar Nederlandse literatuur over de Tweede Wereldoorlog, terwijl toch een verwijzing naar bijvoorbeeld Het stenen bruidsbed van Mulisch uit 1959 of het werk van Minco of | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hermans (zoals diens De donkere kamer van Damokles uit 1958) voor de hand zou liggen.Ga naar eind35. Alleen J. van Doorne refereert in zijn recensie, en dan slechts in algemene termen en in negatieve zin, aan de Nederlandse literatuur wanneer hij Tourniers werk kwalificeert: ‘Zijn werk wordt gekenmerkt door een epische grootheid die wij helaas in Nederland niet of nauwelijks kennen.’ Een verklaring voor het gebrek aan vergelijkingen kan zijn dat men de roman dusdanig origineel, eigenaardig en symbolistisch van opzet vindt, dat men simpelweg geen aansluiting ziet bij bestaande romans. De positionering van Tourniers werk, dat op dat moment nog slechts uit twee titels bestaat, moet nog vorm krijgen.Ga naar eind36. Echter, buitenlandse recensenten maken deze vergelijkingen wel. Zo vergelijkt Bondy in zijn Nederlandse recensie het werk van Tournier met o.a. dat van Le Clézio, Robbe-Grillet en Duras. En waar hij in zijn Duitse recensie kort verwijst naar de Nobelprijs voor Böll en in het algemeen naar ‘[...] so viel entlarvender deutscher Erzählliteratur über das Dritte Reich [...]’, trekt hij in zijn Nederlandse recensie een vergelijking met Die Blechtrommel van Günter Grass. Zie voor andere voorbeelden François Nourissier die in zijn Le Roi-recensie het werk van o.a. Gracq en Bataille noemt en Georg Rudolf Lind die verwijst naar Flaubert en De Sade. Het is juist dit soort vergelijkingen dat in de Nederlandse recensies ontbreekt.Ga naar eind37. Vergelijkingen zoals die door Bondy en Nourissier worden evenmin door Nederlandse critici overgenomen, hoewel recensenten regelmatig blijk geven van hun kennis van de Franse en Duitse berichtgeving rondom Le Roi. Dit kan een indicatie zijn van wat door Heilbron (2008) als typerend voor de Nederlandse houding wordt omschreven: ‘They are like observers behind a half-transparent mirror, attentively observing what is happening in the international scene, but not participating. For small countries and peripheral language groups, international communication is very much one-way traffic.’Ga naar eind38. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 De rol van taal en vertaling3.1 Frankrijk versus DuitslandZoals in de inleiding beschreven, kan het Duitse taalgebied zich vanwege zijn omvang en betere internationale positie autonomer opstellen dan het Nederlandse taalgebied. In het geval van Le Roi kan de Duitse literatuurkritiek het zich daarom veroorloven om de eigen vertaling af te wachten. De vertaling door Hellmut Waller uit 1972 wordt door de Duitse kritiek bijzonder positief ontvangen.Ga naar eind39. Waller maakte meerdere versies van zijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertaling en kreeg daarbij hulp van Tournier zelf. In zijn voorwoord bij de studie van Fischer beschrijft Michel Tournier het besluit, in samenspraak met Waller, om voor de vertaling van zijn roman terug te grijpen op de Duitstalige bronnen die hij voor het schrijven van zijn roman had gebruikt: Évidemment l'original est farci de mots, expressions, citations, fragments de discours et de chansons qui sont traduits de l'allemand. Collaborant à la traduction allemande avec Hellmut Waller, je m'efforçai de lui fournir toutes mes sources afin qu'il restitue tout cela exactement tel qu'en sa vérité historique. [...] Les rappels de la vérité historique - si proche encore - prennent dans leur expression originale une force et même une brutalité qui contrarie finalement l'intention même du roman. [...] Or ce contresens, les Allemands étaient naturellement beaucoup plus tentés de le faire que les Français. Le piège était fait pour eux, hélas!Ga naar eind40. Met andere woorden: door de gekozen werkwijze bij het vertalen heeft de Duitse versie van Le Roi paradoxaal genoeg veel meer historische zeggingskracht gekregen dan het Franse origineel. In de woorden van Tournier was het vanzelfsprekend dat het Duitse lezerspubliek de verwijzingen naar het eigen recente en beladen verleden zo letterlijk zou opvatten. Naar zijn mening gaat een dergelijke interpretatie echter in tegen de werkelijke intentie van zijn roman en loopt de Duitse lezer daarmee in een ‘valstrik’. In zijn vergelijking tussen de Franse en Duitse receptie wijst Fischer op de rol die deze vertaling in de Duitse literatuurkritiek moet hebben gespeeld. Le Roi is doorspekt met Duitse uitdrukkingen die in het Frans als leenwoorden fungeren maar in een Duitse context hun volle historische betekenis aannemen. Allereerst is daar het gedicht Der Erlkönig van Goethe waaraan de roman zijn titel ontleent en dat voor de Duitse lezer veel herkenbaarder is en daarmee veel meer connotaties met zich meebrengt dan voor de Franse lezer.Ga naar eind41. Eenzelfde verschil geldt voor zeer beladen termen als ‘Reich’ (p. 400), ‘nationalpolitische Erziehungsanstalten’ (p. 364), ‘Blutfahne’ (p. 477) en ‘Wehrmacht’ (p. 534), functieaanduidingen als ‘Sturmbannführer’ (p. 365) en ‘S.S.-Obergruppenführer’ (p. 563) en uitdrukkingen als ‘Ein Volk, ein Reich, ein Führer’ (p. 391) of ‘Blut und Boden’ (p. 432). In de Franse versie zijn sommige Duitse woorden aangehouden, zoals ‘la Wehrmacht’, andere zijn vertaald en worden al dan niet vergezeld van de oorspronkelijke Duitse term tussen haakjes erachter. Deze Duitse leenwoorden kunnen in de Franse, oorspronkelijke versie juist voor distantie ten opzichte van de nationaal-socialistische geschiedenis zorgen. In de Duitse vertaling valt dit onderscheid volledig weg en fungeren deze woor- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den in hun originele, Duitse context. Voor een lezer van de Duitse vertaling moet het veel moeilijker zijn om de historische invalshoek van het boek te negeren ten gunste van een psychologische lezing.Ga naar eind42. Exemplarisch voor deze taalafhankelijke interpretatie is de recensie van Leonhard Reinisch in de Neue Rundschau. In zijn inleiding verhaalt Reinisch van het succes van Le Roi in Frankrijk waarna hij meteen de Franse uitgave las. Zijn recensie baseert hij twee jaar later echter op de Duitse vertaling en hij bekent na deze herlezing in verwarring te zijn geraakt. Waar hij bij lezing van de Franse versie het inlevingsvermogen bewonderde waarmee het leven op de Napola beschreven werd, schrok hij bij het lezen van de Duitse vertaling van de ‘Begeisterung’ die in de beschrijvingen leek mee te klinken. Reinisch pleit er dan ook voor in plaats van de vertaling het Franse origineel te lezen, om dezelfde redenen die Tournier hierboven aandraagt. Ten slotte kan men zich de situatie indenken waarin Le Roi niet als een van oorsprong Franse roman maar als Duitse roman, Der Erlkönig, verschenen zou zijn. Zowel Bondy in zijn Duitse recensie als Fischer in zijn vergelijkend onderzoek suggereren dat Tournier op geen enkele wijze op de ruimdenkendheid en de lof had kunnen rekenen die hem voor Le Roi des Aulnes te beurt vielen.Ga naar eind43. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2 Frankrijk versus NederlandEen belangrijk verschil met de ontvangst in Duitsland is het feit dat de Nederlandse literatuurcritici vrijwel al hun recensies baseren op de Franse uitgave en niet de eigen vertaling afwachten, die najaar 1971 verschijnt. Alleen de recensies van Van Doorne en Boltendal verschijnen na deze datum.Ga naar eind44. De vertaling van Le Roi, De elzenkoning, verschijnt bij Meulenhoff van de hand van vertaalster Jenny Tuin.Ga naar eind45. Dankzij de taalkundige verwantschap tussen het Duits en het Nederlands kan Tuin in veel gevallen volstaan met de Duitse termen en hoeft zij geen Nederlandse verklaring of vertaling toe te voegen, wat doet denken aan de strategie die Hellmut Waller volgde. Zo staat het gedicht van Goethe in het notenapparaat niet in Nederlandse vertaling, maar gewoon in het Duits afgedrukt (p. 429). Voor een beladen term als ‘Blut und Ehre’ heeft Tournier in zijn Franse tekst ‘Sang et Honneur’ (p. 486) gebruikt, maar in de Nederlandse vertaling kan de Duitse term volstaan (p. 359). Iets soortgelijks geldt voor de term ‘Services spéciaux’ (p. 554) die in de Nederlandse vertaling rechtstreeks met het Duitse ‘Sonderabteilung’ (p. 408) vertaald wordt. Ook uitdrukkingen zoals het hierboven genoemde ‘Ein Volk, ein Reich, ein Führer’ (p. 296) of | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Blut und Boden’ (p. 322) zijn voor een Nederlandse lezer veel gemakkelijker te begrijpen dan voor de Franse, met alle bijbehorende connotaties. Voor de Nederlandse lezer hoeft dan ook niet het vervreemdingseffect op te treden, dat voor Franse lezers wel kan gelden. In het hypothetische geval dat het merendeel van de Nederlandse critici zijn recensie op een Nederlandse vertaling had gebaseerd, hadden hun stellingnames wellicht van meer emotionele en morele betrokkenheid getuigd en waren critici misschien in de ‘valstrik’ gelopen die Tournier hierboven beschrijft. Men kan veronderstellen dat de Franse taal, die als basis diende voor de Nederlandse literatuurkritiek, ook hier te lande voor een distantie ten opzichte van de historische invalshoek van de roman heeft gezorgd. Dat kan mede verklaren waarom er, anders dan in de Duitse literaire kritiek, in de Nederlandse kritiek nauwelijks morele stellingnames of negatieve kritiek aan te wijzen zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 ConclusiesAnalyse van de Nederlandse literatuurkritiek van Le Roi laat een voorzichtige en weinig uitgesproken receptie zien, waarin van polemieken, afkeuring of extreme stellingnames geen sprake is. In recensies wordt nauwelijks een moreel oordeel geveld zodat een opvallend of afwijkend geluid, zoals dat van Améry en Bondy binnen de Duitstalige literatuurkritiek, afwezig is. De interpretatie van de Nederlandse critici lijkt met name afhankelijk van het literaire specialisme van de dienstdoende recensenten. Deze gemengde en behoudende receptie kan in verband gebracht worden met de internationaal georiënteerde houding van het Nederlandse literaire veld, dat enerzijds nog sterk gericht is op het overheersende Franse literaire veld, maar anderzijds niet blind is voor de overduidelijke parallellen met het recente verleden. Het is in dit kader interessant om te zien hoe recensent François Bondy zijn interpretatie aanpast aan het land waarvoor hij schrijft. De Nederlandse literatuurcritici zijn in staat Tourniers roman in een zeer vroeg stadium in de originele, onvertaalde versie te lezen en te recipieren. Daarmee is de Nederlandse kritiek veel eerder dan de Duitse kritiek, die de eigen vertaling afwacht, bij machte om te reageren. Juist deze vroege ontvangst, waarbij andersluidende interpretaties uit landen als Duitsland nog ontbreken, kan voor een bias richting het Franse veld hebben gezorgd. Ook is betoogd dat een literaire kritiek die zich op de vertaalde, Neder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
landse versie had kunnen baseren, zich mogelijkerwijs emotioneler en daarmee uitgesprokener had uitgedrukt. Doordat de Nederlandse literatuurcritici Tourniers roman niet in Nederlandse vertaling maar in de Franse versie recenseren, geen vergelijkingen trekken met Nederlandse literatuur en geen eigen polemieken voeren, wordt de roman van Tournier op geen enkele manier in een Nederlands kader getrokken. Concluderend kan men stellen dat de Nederlandse literatuurkritiek van Le Roi zich bewust lijkt van de eigen perifere positie. Omdat de mogelijkheid om internationaal de toon te zetten ontbreekt, valt een belangrijke grond weg om zich te onderscheiden middels eigen interpretatie of debat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Secundaire literatuur
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over de auteurMarjolein Corjanus studeerde Franse Taal- en Letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en is werkzaam als vertaler en recensent. Onder begeleiding van prof. dr. Sophie Levie (Radboud Universiteit) verricht zij zelfstandig onderzoek op het gebied van de moderne literatuur en in het bijzonder het werk van Michel Tournier. |
|