Maatstaf 46 (1998) 2 vaart onder de vlag ‘Alchimie’. In dit nummer komen onder andere het beschouwende werk van K. Schippers (Janita Monna), de poëzie van Gerrit Kouwenaar (een gesprek met Kiki Coumans) en het vertalen van poëzie (Paul Gellings) aan de orde.
Madoc (1997, 4) is een themanummer gewijd aan ‘De wereld van het middeleeuwse kind’.
Neder-L (1998, 3b) bevat actuele informatie op het gebied van de neerlandistiek, over evenementen, vacatures, symposia, computercursussen en teksten op het internet. Ook een signalement van: Karel Bostoen, Bonis in bonum, Johan Radermacher de Oude (1538-1617), humanist en koopman (door Ben Salemans). Tot slot een taalkundige overweging (door Peter-Arno Coppen) en een mediëvistische column (door Willem Kuiper). Men kan Neder-L (gratis) ontvangen door een e-mailbericht te sturen naar listserv@nic.surfnet.nl met als boodschap: SUB NEDER-L uw-voornaam/voorletters uw-achternaam.
In Ons Geestelijk Erf (1997, 2) presenteren Herman Vekeman en Hendrik Schröder hun vondst van de bron van de eerste 296 regels van Arturs Doet, namelijk een gedeelte uit de gebedsinstructie De modo orandi van Hugo van Saint-Victor (‘De vertaling van het eerste kapittel van Hugo van Saint-Victors De modo orandi in Arturs Doet’). Zij bespreken naar aanleiding hiervan de aard en betekenis van deze beginregels ten opzichte van de rest van de roman, bieden een uitgave van de Latijnse tekst met een Nederlandse vertaling en vergelijken tot slot de Latijnse tekst met de Middelnederlandse versie. Verder in dit nummer een interpretatie van het vierde visioen van Hadewijch door Jacques Tersteeg (‘Met Hadewijch in de zevende hemel’) en een reactie van N. Miedema op Josephie Brefelds A guidebook for the Jerusalem pilgrimage in the late Middle Ages (‘Transforming textual material into numbers’).
Rhetorica (1997, 4) is een short-title catalogus van rhetoricale teksten gedrukt in Europa vóór 1500, samengesteld en ingeleid door J.J. Murphy en M. Davies. Er zijn verschillende indexen: chronologisch, op titel, op drukker, op plaats. Er is één Nederlandstalig werk bij: Van die konste van spreken ende van swighen (Gouda, bij Gerard Leeu, 1484/1485).
In TNTL (1997, 4) laat Herman Schaap zien hoe Henriëtte Roland Holst in de gedichtenbundel Opwaartsche wegen het thema van de klim naar de vrije maatschappij ook tot uitdrukking brengt in de compositie, beeldspraak en versificatie van de bundel (‘Het opstijgende akkoord des levens. Opwaartsche wegen van Henriëtte Roland Holst: stilistische, compositorische en ideologische aspecten’). J.P. Westgeest geeft een uitgave van de fragmenten van De naturen bloeme die J.A.A.M. Biemans in 1980 in Trier vond, met een inleiding over de plaats van deze fragmenten temidden van andere Naturen-bloeme handschriften. Robrecht Lievens presenteert een derde Middelnederlandse vertaling van de Visio Philiberti, vóór 1428 in de kringen van de Noordelijke Moderne Devotie gemaakt en berustend in de bibliotheek van Harvard University. Onder de besproken boeken zijn P. Obbema, De middeleeuwen in handen: over de boekcultuur in de late