Nederlandse historische bronnen 9
(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd13 Aan Van Weede van DijkveldBielefeld, 24 augustus 1671
Mijn Heer, U Wel Ed. aangename schrijven van den 18. desesGa naar voetnoot129 is mij den 21. daaraanvolgende wèl geworden, uijt dewelcke ick sie dat hem de mijne van de 6. ende 10. dito ter hant sijn gekomen, gelijck ick hope dat die van den 17. oock sal sijn. | |
[pagina 51]
| |
Waaruijt deselve niet minder als ick met verwonderinge sal vernomen hebben het engagement van enige Fursten van 't huijs Bronswijck met Vrancrijck ende ColnGa naar voetnoot130, soo men seijt, jonxt tot Hervorden gemaakt ende waarvan die geruchten alsnoch continueren, te meer omdat uijt die landen bericht wert dat hoochgemelte Fursten weder nieuwe wervingen aanstellen. En wil men sedert hier mede affirmeren dat de bisschop van Munster oock in die partij soude getreden sijn, soodat de frequente visites van de heren Willem, prince van Furstenbergh, ende monsieur Verjus aan desen hove niet te vergeefs sijn geweest. De Creijtsdach is hier 't eenemaal gescheijden ende sijn alle de ministers derselver gisteren en eergisteren, nadat sij haar afscheijt bij mij hadden genomen, yeder tot de hare verreijst, uijtgesondert die van Vrancrijck, Brandenburgh, Munster, Nieuburgh, Zel, Hanover, Wolffenbuttel ende ick, die tot de mediatie van de bewuste differenten behoren. Ende alsoo van deselve Vrancrijck, Brandenburgh, Nieuburgh ende Hanover jegens den 1. september ouden stijl tot Ceulen moeten verschijnen, conform deses Creijtsreces, soo hebben sij aan de overige mediateurs ende beijde de hoge partijen contendenten voorgeslagen dat men de besoignes van de onderhandelingen alhier derwaarts soude overbrengen, op het vertrouwen dat dat werck binnen de lopende maant van september in compromis soude connen werden geredigeert. Ende hebben gemelte heeren mij gesondeert off ick genegentheijt hadde mede derwaarts te gaan, waarop hebbe geantwoort dat ick ordre hadde conform het preliminair de tractaten ten uijteijnde bij te wonen ende mij oversulx indifferent was, off die hier tot Bijlevelt, off wel tot Keulen wierden getermineert. Sulx ick staat make, soo men bij dese resolutie persisteert, mij eerstdaags derwaarts te vervoegen, waarvan ick Haar Hoochmo. met de vorige post heb kennisse gegeven ende daarop hare antwoort en wat sij mij vorders sullen believen te bevelen sal tegemoet sienGa naar voetnoot131. Ick hebbe aan de Sweetsche, Deensche, Brandenburgse ende vordere evangelische ministers connen remarqueren dat sij over het geseijde van Bronswijck niet vergenoecht, maar becommert sijn, gelijck, soo het waar is, grotelix sijn reden heeft. Daar wert aan die hoven verwacht monsieur De GourvilleGa naar voetnoot132, een Fransman die ick voor vier jaar in Holsteijn ende bij de vorsten van Bronswijck hebbe leren kennen: hij is seer habil, ende heeft een grondige kennis van onse en de Spaansche Neerlanden ende was doemaals seer in de gratie van de hoochgemelte vorsten, die bij gevolg niet veel goets aan die hoven sal doen. Verjus geeft af dat hij in de maant van october naar Berlin sal verreijsen, apparent om gelijke officiën aan dat hof te doen. Dan, het is te geloven, soo die ministers | |
[pagina 52]
| |
mij hier seggen, dat hij daar niet sal reüsseren en meijne ick alsnoch dat het nu meer als tijt was dat men sich met dien Chur-vorst nader verbont. Waartoe ick vertrou dat men inclinatie soude vinden, uijt de discourssen die ick met sijne ministers hebbe gehouden, gelijck wat meermalen voor henen hebbe geschreven. Voor vijff weken is van Berlijn hier door na 't lant van Cleef gepasseert den generaal quartiermeester ChiezeGa naar voetnoot133, die ick bericht werde dat aldaar onlanx, met de heere Pelnits gerepasseert, heeft besichtigt de plaats genaamt Ruuroort, en alsoo die met een hoek in deselve rivier en den Rhijn inschiet, wert geseijt dat men deselve seer vast sal connen maken ende dat daarover albereijts resolutie bij den heere Churfurst was genomen, waarmede al wederom een nieuwe fortresse op den Rhijn sal comen. Doch dit soude misschien connen geprevenieert werden in soo verre men met Sijn Churf. D.t sich nader allieerde. Dan, hoe hiertoe te comen? ‘Hoc opus, hic labor’Ga naar voetnoot134, ende ick remarquere aan de ministers dat sij sich te dien fine niet sullen bloot geven of in Den Hage comen, tensij dat onder de hant de conditiën alvorens sijn geadjusteert. Ik hebbe een brief gesien waarin geschreven wert dat de griffier Fagel oordeelt, dat yemant van 's Churfursten ministers na Den Hage behoorde te comen om hier over te spreken ende wiert de heer Blaspijl daartoe gesommeerd. Dan, die wil daar geensints aan buijten ordre van sijn meester om yets notabels dat hem voorhenen in Den Hage op diergelijcke subject is ontmoet ende waardoor grote prejudicie doenmaals aan de Churfurst was gegeven. ‘Sed ista coram latius’Ga naar voetnoot135. Ik had van herten gewenst dat gedurende d'absentie van de heer van Renswoude U Wel Ed. in Den Hage was verbleven om de hoochwichtige en importante affaires die dagelix op het tapis comen bij te wesen, want beijde mijn confraters werden out ende de vigeur gater uijt. De heer van Beurse schrijft mij dat hij en de heer van Werkendam hebben rapport gedaanGa naar voetnoot136 ‘et qu'à son retour il a trouvé les affaires d'Estat asses embrouillées et irrésolues, principalement celuy de Cologne, sur laquelle on ne peut tomber d'accord’, en als dat soo voortgaat, wat heeft men dan te verwachten? Indes slapen sij niet die ons soeken te verslinden. Ick sie dat de heer Van der DussenGa naar voetnoot137 noch irresolut is wat hij omtrent de nominatie sal doen. De heer Nellesteijn wensch ick sijn contentement in alles ende | |
[pagina 53]
| |
meijn ick U Wel Ed. voor desen geschreven te hebben dat wegens het cameraarschapGa naar voetnoot138 ick aan niemant geëngageert ben, maar mij vrij sal houden totdat ick thuijs come, gelijck verscheijden andere heren edelen mij oock hebbe belooft, 't gene U Wel Ed. gemelten heer met offre van mijn dienst gelieft te versekeren ende hem neffens andere heren van de regeeringe communicatie van desen te geven. Ick blijve - - -
P.S. Uijt de copie mijner missive aan de heer griffier, Haar Ed. Mo. toegesondenGa naar voetnoot139, sal U Wel Ed. sien hoe dat ick geresolveert ben ijlens een keer na Den Hage te doen, bijaldien ick antwoort conform hetselve become dat sulx niet onaangenaam soude sijn. En sal ick niet nalaten U Wel Ed. daarvan nader notificatie te geven, op hope dat ick hem in sulken geval, 't sij tot Amerongen, Utrecht of in Den Hage, sal connen aboucheren daar het hem best gelegen sal comen. Alsoo mij weijnich tijts sal overschieten, soo ick vóór den geprefigeerden dach wederom tot Coln sal moeten wesen. Ick sal dan trachten oock met d'heer Nellesteijn van het bekende werk te spreken. |
|