Nederlandse historische bronnen 6
(1986)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
II Brieven1
| |
[pagina 10]
| |
ik geheel blijf buiten de algemeene politiek van het kabinet, hoe dit ook zal zijn samengesteld, en daarvoor geen medeverantwoordelijkheid aanvaard. Ik zou dit ook duidelijk aan de Kamer willen zeggen. Op het stuk van koloniale politiek bijvoorbeeld - om maar één voorbeeld te noemen - heb ik zeer bepaalde opvattingen, welke ik ook tijdens mijn landvoogdij openlijk heb voorgestaan, en die zou ik niet kunnen en willen verloochenen door mij homogeen te verklaren met een minister van koloniën als bijvoorbeeld Van Kempen, De Savornin Lohman, Van Boetzelaer of een ander van zulk type. De benoeming van BeelaertsGa naar voetnoot6 heeft ook mij zéér verrast. Ik gun het hem van harte en hij zal het zeker goed doen, al is, gelijk hijzelf erkende, het administratieve recht na zijn promotie voor hem een gesloten boek gebleven. Hij is echter zoo begaafd en heeft een zoo scherp verstand, dat hij het hem wel zal leveren. Hij heeft verder het absolute vertrouwen van de koningin. Ge begrijpt hoe gelukkig hij is van den tredmolen op het Plein, van de Kamers enzovoort, verder verlost te zijn en voor zijn leven geborgen te zijn. Een diplomatieken post zou hij niet geambieerd hebben, vooral omdat hij de taak voor zijn vrouw te zwaar zou achten. Toch is er in de benoeming zelve mijns inziens iets zonderlings en het verwondert mij dat er nog geen aanmerking op gemaakt is, dat een demissionnair - en door eigen toedoen ontijdig demissionnair - kabinet zelf nog een voordracht deed naar een post als die van vice-president, en dan nog wel daarvoor iemand uit zijn eigen midden heeft aanbevolen. Dit lijkt mij geen goede politieke zede. Karnebeek en Toon Röell zijn, naar ik hoor, verbitterd over deze benoeming. Ik hoop mij in mei bij u te kunnen en mogen aanmelden voor een kort bezoek, maar kan op het oogenblik nog geen bepaalde plannen maken. Ik begin met de volgende week voor een dag of zes er met mijn jongen op de fiets [op uit te gaan]. |
|