Nederlandse historische bronnen 3
(1983)–Anoniem Nederlandse historische bronnen– Auteursrechtelijk beschermd11 Brief van Romme aan Colijn, 18 juli 1939Ga naar voetnoot176Uw schrijven d.d. heden ontving ik vanmorgen. Kennisneming en overweging daarvan doen mij deelen Uw vrees, dat onze standpunten te zeer uiteenlopen om tot overeenstemming te kunnen komen. De periode van voorbereiding en opbouw inzake de werkloosheidsbestrijding hebben wij in het Kabinet, in volkomen onderlinge overeenstemming, achter den rug. Wij stonden nu voor doorvoering en uitvoering van het gezamenlijk voorbereide. Dat daarbij rekening moet worden gehouden met veranderde of veranderende omstandigheden in het werkloosheidsbeeld, spreekt, ik herhaal het, vanzelf (ik denk hierbij aan de jeugdwerkloosheid - samenhangend met een gebrek aan vakopleiding -, waar de verandering in de omstandigheden gereedelijk aanleiding geeft tot wijziging, maar niet tot intrekking der ontwerpen 411 - wat niet alleen voorbarig, maar, mede in verband met de wetenschap van vandaag, irreëel zou zijn). Zooals achter de voorbereiding gelijk gerichte kracht stond, moet deze m.i. ook gezet worden achter de doorvoering en uitvoering. Anders komt | |
[pagina 300]
| |
er van de zaak der werkloosheidsbestrijding m.i. niets terecht. Twijfels, in het huidige stadium, over het al dan niet juiste der concrete voorliggende plannen, gelijk in Uw schrijven tot uiting komen, lijken mij voor positieve werkloosheidsbestrijding moordend. Daarbij komt Uw vasthouden aan wijziging der steunregelingen, welke ik voor de ontwerp-begrooting 1940 niet kan aanvaarden, ook niet terwille van een voldoende benadering van een sluitend budget, die, gelijk ik in mijn nota d.d. 28 Juni l.l. aangaf, ook op andere en m.i. betere wijze kan worden bereikt. |
|